22.6.10

Onze westerse wooncultuur



Vòòr de mensen in huizen woonden verbleven zij in spiegelgladde metalen buizen die, wanneer zij sliepen, door de goden in duizend bochten en richtingen werden verbogen en geplooid. Op die manier werden de mensen uiteraard hèèl flexibel en haast even soepel van geest. Om een of andere reden evenwel, gingen de goden zich allengs meer met andere zaken, zoals het dragen van paarden, vermaken en moest de mensheid zèlf haar zaakjes gaan bestieren. Dat leidde tot talloze rampen en niet te stelpen zielenpijn, maar ook tot onze ongeëvenaarde comfortabele westerse wooncultuur.

1 opmerking:

Vlindera zei

Mijn god! Als de goden het er al bij laten zitten...