29.6.09

De gloed van erotisch verlangen

"Wat een toeval, u hier?"
"Ja."
"Ik ben hier speciaal voor de gloed van erotisch verlangen."
"Ik ook, maar eigenlijk meer voor de kracht van de machtige passie."
"Ja? Ik eigenlijk allebei, ik kan niet zonder."
Zij keek hem fronsend aan en maakte rechtsomkeer.
Peinzend keek hij haar na.
Allebei?
Was daar iets mis mee?

28.6.09

De regels van het spel



Onlangs ving ik een gesprekje op tussen Jezus en een van de leden van zijn Board of Directors.
"En?"
"'t Is zwaar aangekomen hier beneden, maar we hebben er deze week dan ook wel een paar kleppers uit gehaald."
"O, je bedoelt die politicus en die zanger en dat zangeresje?"
"Ja. Het is weer ach en wee alom."
"Tja..., ze leren het ook nooit. Of ze nu in ons geloven of niet, dat verandert niets aan de regels van het spel."
"Misschien moeten we binnen een paar weken nog eens uithalen?"
"Aan wie had je dan gedacht?"

27.6.09

Anja, Tanja, Katty en Patsy



Het was op een late winternoen dat Renaat, een verdienstelijk weervoorspeller en amateursterrenkundige, op geheel toevallige wijze het geheim van de aantrekkingskracht tussen mannen en vrouwen ontsluierde.
"Lieve hemel," prevelde hij verdwaasd, "kan het zò eenvoudig zijn?"
Aangezien het hier iets betrof dat ook zijn vrouw aanbelangde greep hij zijn mobilofoon en drukte Irma's verkorte nummer in. 69.
"Irma, wil je nu wat horen?"
"Wacht even Renaat, ik ben net bezig met een mis en plis," onderbrak Irma, die kapster was, hem vlug.
"Natuurlijk Irma," antwoordde Renaat die drommels goed wist welke dingen voor gaan in het leven.
"Ja Renaat? Ik luister," klonk even later de geïnteresseerde stem van zijn vrouw.
"Wel Irma, wil je nu eens weten wat ik ontdekt heb?"
"Natuurlijk Renaat, maar hou het kort, er zit nog iemand onder de haardroger."
En toen legde Renaat uit hoe hij puur bij toeval het geheim van de aantrekkingskracht tussen mannen en vrouwen had ontsluierd.
"Maar dat is ongelofelijk," stamelde Irma, "en toch zo voor de hand liggend!"
"Ja," beaamde Renaat, "net zoals het wiel. Als je er een ziet is het de evidentie zelf, maar kom er maar eens op!"
"Wat zullen we nu doen, nu we weten hoe de vork in de steel zit?"
"Wel, ik had zo gedacht dat..." en Renaat legde haar uit wat zij met zijn ontdekking konden doen, "Op die manier worden wij er allemaal beter van."
"O Renaat, wat hou ik toch van jou!!!" koerde Irma in alle staten.
"Dàt Irma, dat weet ik nu wel hèèl zeker."
Even zeker als dat hij het nu ook van Anja, Tanja, Katty en Patsy wist.

26.6.09

Het kleine kantje van Orville Wright



Heel suggestief stak Orville twee witte staafjes op om het verschil tussen hem en Wilbur te illustreren, maar de knappe Cordelia wilde hem blijkbaar echt niet begrijpen.
"Al vloog je nog vijfhonderd meter door de lucht, dan nog wil ik niks te maken hebben met een simpele fietsenmaker," sneerde zij, met haar al bij al toch scherpe stemmetje.

24.6.09

De moderne contraceptieve middelen



Terwijl Leo even zijn tanden was gaan poetsen verscheen er een gemaskerde man bij het raam, die haar de voordelen van de moderne contraceptieve middelen toelichtte!

23.6.09

Het moment van de waarheid



Grootse dingen zouden mogelijk worden. Iedereen was blij en vol verwachting. Er werd gedanst, er werd gezoend. Alles welgemeend en eerlijk.

Maar beloften dienden waar gemaakt! Dus kwam het groot moment:
’s Anderendaags riepen de overwinnaars het volk bijeen en spraken het toe. Zij spraken het toe in niet mis te begrijpen woorden:

"Mensen! Vrienden! Kameraden!
Luistert goed, en begrijp ons niet verkeerd, voortaan krijgt het leven kleur! Inderdaad, vanaf nu is liegen toegestaan! Dat hebben jullie goed gehoord: vanaf nu mag iedereen liegen naar eigen inzicht en vermogen!"

Zelden was een applaus zo luid, zelden was er zoveel opluchting en hoop. Nooit eerder was een volk zo open.

Vanaf toen begon de geschiedenis.

22.6.09

De eerste afspraak



"En?"
"Het is in orde, zij zal teken doen wanneer je mag komen!"
"Welk teken?"
"Zij zal haar duim opsteken."
"Haar duim?"
"Ja, vertrouw haar maar."

15.6.09

Het opstapje



Zij zijn ineens verdwenen, de gebroeders Frère, de uitvinders en filosofen. De specialisten in hemelse uitkomsten. Al leverden zij tegen betaling ook wel eens praktisch werk, maar het was daar niet dat hun hart lag, dat is duidelijk.

Wat rest is een scheur in het dak met zicht op het uitspansel, als de wolken wegblijven tenminste. 's Nachts.

Hun nalatenschap bestaat uit losse flarden van hun weergaloze gedachtegoed, van hun streven om de absolute ordening van de sterren in het heelal in kaart te brengen als opstapje naar iets reusachtig en onbevattelijks, iets wat zij onder elkaar wel eens de grote ontsnapping noemden, waarbij zij dan geheimzinnig giechelden. Het wordt lang zoeken in hun nagelaten notities om te achterhalen wat zij eigenlijk bedoelden.

Weet u wat? Morgen gooi ik alles weg! Zo kunt u rustig verder met uw leven.

13.6.09

Jan is bijna klaar!



"Wat sta je daar nu weer te prullen Jan, kom je nu eindelijk eten?"
"Nog even Ingrid, ik ben bijna klaar!"
"Ach, dromer."

12.6.09

De man wiens woord wet is



"Waar ligt de krant?"
"In de keuken."
"Ga ze dan halen."
"Ja, onmiddellijk, wil je ook een biertje?"
'Dat is goed, maar neem er een uit de koelkast, dat is lekker koel."
"Uiteraard."
"Er is vanavond een belangrijke voetbalwedstrijd op tv."
"O? Maar ik had graag die film gezien, op BBC2."
"Wat? En de strijk dan? Ik heb geen hemd meer."
"Ja, je hebt gelijk natuurlijk, het stapelt zich alsmaar op. Ik zal wat strijken vanavond."
"Kom, haal je dat biertje en de krant nu?"

De man wiens woord wet is heeft een heerlijk leventje!

11.6.09

De vogels



't Is natuurlijk
omdat de vogels
alle schande zien
van overal en hier
dat zij blijmoedig
kwinkeleren
of
wat dacht u wel?

9.6.09

De verliefde mannen



Met resolute schreden gingen de verliefde mannen op hun doel af.
Iets fluisterde mij in dat een en ander wel eens anders kon uitpakken dan zij in gedachten hadden.

8.6.09

Aangepast design...



... de kan voor sterke koffie!


Ik was zoals zo vaak op zoek naar een volmaakte vrouw toen er zomaar een pardoes naast mij kwam zitten in de tram.
"Waar ga jij heen?" vroeg zij zonder omwegen.
"Hoezo? Waarom wilt u dat weten?" antwoordde ik, op mijn hoede zoals altijd, in plaats van zonder schromen voluit mijn kans te grijpen.
"Gewoon. Waar moet jij heen?"
"Ik ben op zoek naar een volmaakte vrouw. Volmaakt naar lichaam en geest," besloot ik klare wijn te schenken.
"Volmaakte vrouwen bestaan niet," zuchtte zij.
"Toch wel." Ik keek haar betekenisvol aan.
Ineens begon de volmaakte vrouw heel treurig te kijken: "Ik kom pas uit een heel bittere en pijnlijke relatie."
"Dat komt natuurlijk omdat u zo mooi en fijngevoelig bent. U werd waarschijnlijk niet ten volle begrepen," troostte ik haar.
"Ja. Hij begreep mij niet."
"Het moet erg moeilijk zijn voor een volmaakte, als je door niemand begrepen wordt," filosofeerde ik zachtjes voor mij uit, maar toch luid genoeg opdat zij het zou horen.
"Ja, dat is zo. Zag ik er maar wat gewoner uit, en begrepen de mannen mij maar wat beter."
"O!" zei ik opnieuw op normale gesprekstoon, "maar ik, ik heb heel veel begrip voor heel wat dingen hoor."
"Zeg 'ns, jij houdt mij zeker voor het lapje?" antwoordde de volmaakte vrouw daarop scherp, terwijl zij haar hoofd draaide om mij vorsend aan te kijken.
"Helemaal niet, ik respecteer uw gevoelens."
"Dan is het goed. Dat zou wel het laatste zijn dat ik er nog bij kan hebben."
"Waar woont u?"
"Bij de volgende halte," antwoordde de volmaakte vrouw.
"Ik ook," antwoordde ik snel, blij dat we al iets gemeen hadden.
De volmaakte vrouw keek ineens weer heel treurig en eenzaam en ik vroeg of het wel ging met haar.
"Ja." antwoordde zij, "Eenzaamheid is zwaar om dragen voor een vrouw alleen."
"Eenzame vrouwen hebben het inderdaad niet makkelijk, zo schijnt het," troostte ik haar een tweede keer.
"Wat begrijpt u mij toch goed," antwoordde zij en haar stem klonk iets warmer nu dan zo-even.
"Misschien zou u beter een nieuwe vriend nemen?" opperde ik.
Met een gezicht vol afschuw keek zij mij opnieuw aan:
"Nog liever eenzaam en verlaten dan weer een relatie," waren haar verbitterde woorden. Toen nam zij een flacon met reukwater en friste zich wat op. Daarna zuchtte zij eens heel diep, en, kijkend naar mijn weerspiegeling in het raam aan de andere kant peilde zij:
"En? Hoe sta jij in het leven?"
"Ach, ik ben een eenzaam man," antwoordde ik.
"Wat wil dat zeggen? Dat je geen vrouw en kinderen hebt?"
"Dat zou je in zekere zin zo kunnen stellen," zei ik, om niet vlakaf te moeten liegen, en op een of andere mannelijke manier loog ik ook niet.
"Mmmm..." deed zij nadenkend.
Toen, net toen ik begon te denken dat een en ander misschien wel de goede kant opging met deze volmaakte vrouw, greep zij ineens haar handtas, sprong op, en verdween als laatste met de mensen die achter uit de tram stapten.
Ik reed verder door naar huis.

5.6.09

2.6.09

De gedachtenspringer



De gedachtenspringer was jarig en samen met nog een paar vooraanstaande lieden uit de samenleving genoot ik het voorrecht hem te mogen interviewen. Daarbij had ik de indruk op een voor mij wel heel gunstig ogenblik zijn bureau binnen te zijn geloodst, want de gedachtenspringer bleek met zijn gedachten namelijk heel dicht bij huis te zijn.
"Aha...," schraapte hij zijn keel, "het Belgo-Luxemburgs probleem, laten wij het daar eens over hebben!"
"Het Belgo-Luxemburgs probleem? Ja, vooral in zijn monetaire aspecten da..."
"De monetaire aspecten?" Hij keek mij een ietsje verweesd aan, maar kwam toen met een voor mij wel totaal onverwachte invalshoek:
"De invloed van de Bactrische munt, neem ik aan?"
Ik vermoedde dat hij een, voor hem dan, klein gedachtensprongetje had gemaakt. Een lichte huppeling eerder.
"De Bactrische munt?" vergewiste ik mij van mijn vermoeden.
"Kom kom, laat alle scherts maar achterwege. Heel wat problemen zijn in die tijd ontstaan, maar alles draait om de maan!"
"Om de maan?" Het kon niet anders, of hij had alweer een sprong in zijn gedachten gemaakt, want wat draait er nu om de maan?
"De vreselijkste kinderziekten schrijft men er aan toe!" lachte hij mijn opmerking weg, "om niet te spreken van een kwijnend moederhart."
"Het Belgo-Luxemburgs probleem lijkt mij..." probeerde ik alsnog greep op het gesprek te krijgen.
"Het Belgo-Luxemburgs probleem heeft hier niets mee te maken," onderbrak hij mijn zin kordaat, "U kunt gaan, tenzij u er de Bactrische munt bij sleurt, maar daar zie ik u niet voor aan."
Als een geslagen hond liep ik naar de deur.
"Geeft u uw geschenk maar af aan mijn secretaris," riep hij me na, inmiddels waarschijnlijk al denkende aan de voordelen van ruilhandel. Als gedachtenspringer op jaren was hij duidelijk bij de pinken.

(met dank aan Godfried Bomans)

1.6.09

Jan neemt een besluit



“Kijk Jan, later zul je toch moeten leren je stoppeltjes weg te spoelen nadat je je hebt geschoren!”
“Maar Ingrid, je denkt toch niet dat ik later met jou trouw?”