31.10.15

Hedendaags entertainment


Maestro Pedro Giuliani en zijn andersdenkende beer.
(Beiden gemuilkorfd om te voldoen aan de zogezegde wensen van het politiek minder geïnteresseerde publiek.)

30.10.15

Moeite


Er zijn heel wat mensen die zich geen moeite ongetroost laten om een ander eens onverwacht te gaan verrassen.

28.10.15

Het leven instappen


“Hoe?"
“Gewoon. Je klimt langzaam langs een touw naar beneden, je kruipt dan over het maantje en laat je voorzichtig zakken tot je het trapje onder je voeten voelt. Dàn… ja, dat is wel een spannend moment, dàn stap je gewoon het leven in!"

27.10.15

De dingen een plaats geven


"Je doet het wel erg grondig, de dingen een plaats geven. Waar laat je het eigenlijk?"

26.10.15

Boekdelen


“Ik dacht toch dat ik boekdelen sprak!"
“Ja, de delen wel, maar nooit een volledige reeks!"

25.10.15

De perfectie


"Het is maar hoe je de perfectie benadert natuurlijk."
"En je presteert dan ook nog eens zonder deadline?"

24.10.15

23.10.15

Boodschapsters


Tal van mensen focussen al te vaak op de boodschap. Een boodschap kan inderdaad van alles betekenen. Relevant of niet. Belangrijk of secundair. Uit den vreemde of van het gemeentehuis.

Voor sommigen, beslist niet de minst verstandigen onder ons, (misschien zelfs degenen met het meeste oog voor hoe de wereld in elkaar zit) gaat het evenwel meer om de boodschapper, en nòg meer om de boodschapper.

Boodschapsters komen in alle maten en gewichten, Het lijkt wel of zij die hen uitsturen hier niet altijd bij stilstaan. We zien ook steeds vaker boodschapsters van vreemde origine. (Bepaalde boodschapsters zien we evenwel nooit. Daar zal ook wel een reden voor zijn.)

Afhankelijk van de aard van de boodschappen die je doorgaans krijgt kan je je houding ten opzichte van boodschapsters aanpassen. Is het je om de boodschappen te doen, dan kan je je gewoon achter de deur verbergen en wachten tot de boodschap door de brievenbus valt.
Ontvang je daarentegen zelden of nooit zinnige dingen, dan concentreer je je misschien beter op de boodschapper, of in ons geval, op de boodschapster. Probeer er vriendschap mee te sluiten. Bied iets aan. Misschien mag je haar na verloop van tijd aanraken en kom je op die manier dingen te weten, over jezelf bijvoorbeeld.

Heel af en toe hoor je van mensen die hun boodschapster hebben opgesloten. Het kan zijn dat dit enkel maar de gevallen zijn waarvan je om de een of de andere reden hoort en komt het meer voor dan men denkt. Denk goed na over de consequenties indien je hier ook toe over wil gaan. Omdat ik je nu op het idee breng bijvoorbeeld. Duidelijk overleg met je boodschapster is dan misschien aangewezen.

22.10.15

Stand houden


"Zou het stand houden?"
"Zeker en vast, zolang we maar samen blijven."

21.10.15

Het wijst zich vanzelf uit!


“Kom Ingrid, gelukkig weet ik waar het is!"
“Ja, ik ook, het wijst zich vanzelf uit!"

20.10.15

De allermooiste gedachte

Met veel feestgedruis werd de allermooiste gedachte die er op aarde ooit werd gedacht de stad ingebracht. Zij was veroverd op het buurvolk en zat nog opgeborgen in een prachtige kist. Houtsnijwerk van de hand van een nu mythisch volk. We keken er met ontzag naar. Aan de kist te zien moest de gedachte wel onvoorstelbaar diep of kostbaar zijn.
Alleen, niemand in het hele rijk bleek in staat de kist te openen. Geen wetenschapper, geen priester, geen slotenmaker. Het mechanisme van het slot was zo raadselachtig en de lettertekens, die misschien aanwijzingen bevatten om haar te openen, zo onontcijferbaar, dat men - onze wijzen - na verloop van tijd tot het inzicht of het geloof kwam dat de kist waarschijnlijk gemaakt was om de gedachte, toch de allermooiste volgens de generaals die haar hadden buitgemaakt en die inmiddels al lang waren overleden, zo lang mogelijk verborgen te houden daar zij misschien toch wel niet de allermooiste was. Of, zo beweerde ook een kleine minderheid, juist zò mooi dat zij ons verstand te boven ging en misschien zelfs gekmakend kon zijn.
Zo gingen de jaren voorbij en stilaan raakte de kist en de schat die zij bevatte in de vergetelheid. Aanvankelijk ging men nog uit van een historisch feiten, maar later kreeg het bestaan ervan nog slechts aandacht in een korte artikelenreeks van een heemkundige kring ergens in een verre provincie, waarin de auteurs het meer over parafernalia van volksgeloof hadden dan dat zij oog of verstand hadden voor het vakmanschap waarmee de kist gemaakt was. Al moet gezegd worden dat het niet zeker is of zij de echte kist ooit hebben gezien en of zij zich niet vergist hebben met een replica of nabootsing. Want ook daarvan zouden er een aantal schijnen te bestaan. Al is het niet duidelijk welke gedachten daar dan in zouden zitten.
Tegenwoordig is de kist helemaal vergeten. Niemand denkt er nog aan. De gedachte aan de allermooiste gedachte komt voor zover geweten ook bij niemand meer op. Het zijn andere tijden.

19.10.15

Volgens de seizoenen


“Misschien moeten we dat soort levensbeslissingen nemen al naargelang een blad naar beneden dwarrelt."
“Bedoel je dat we volgens de seizoenen moeten gaan leven?"

18.10.15

Het gevoel van zelfherkenning


in het doorvoelde,
het doordachte,
het intuïtieve en
verheffende van ware kunst,

weze het een beeld,
of klank,
ja,
zelfs literatuur,
of wat het ook mag zijn,

is waarlijk heerlijk

en zou inderdaad
wel eens weldadig kunnen zijn
voor wie het ondergaat
en door zich heen laat stromen.°

Maar wie zal het zeggen?


°Gelieve dit niet al te ernstig te nemen.


17.10.15

Een boom van een mens


Waar blijft
een boom van een mens
toch met zijn gevoelens
was de vraag
die hij pas op het eind van zijn leven durfde stellen
(af en toe)
en op zo’n manier dat wie meende hem te horen
toch eerder dacht
aan het ruisen van de wind
doorheen het lover

16.10.15

Op de goede weg



"Maar neen Ingrid, persoonlijk ben ik er helemaal van overtuigd dat je op het eind helemaal als jezelf eindigt. Of je dat nu accepteert of niet."
“…"
“Natuurlijk geldt dat evenzeer voor mij. Wat dacht je dan? Ik ben trouwens al een heel stuk op goede weg."

15.10.15

Een aforisme van oom Floris


Wat als op de beste ideeën nu eens nooit wordt gekomen en wij het met de tweede beste doen? (Het zou veel gangen van zaken verklaren!)

14.10.15

Dolores, de penisfetisjiste

Hoe ik op een zeker ogenblik ingelijfd werd in de “Dolores, de penisfetisjiste”- bende grenst aan het schier a-muzikale, ten bewijze waarvan de vele klankopnamen uit die tijd, die door de aanvoerder van de “Dolores, de penisfetisjiste”- bende op een geheime plaats bewaard werden voor de tijd wanneer ik aan mijn lidmaatschap zou gaan twijfelen.
Bovenstaande staat uiteraard geheel los van de gebeurtenis die achteraf herinnerd werd als de dag waarop “Dolores, de penisfetisjiste” gearresteerd werd en toen zich het volgende heeft voltrokken, en ik citeer:

… na al die peripetieën slaagden wij er dan eindelijk in om, met onze broek nog steeds op onze enkels, Dolores te omsingelen en op het moment dat zij uitgeput van het luidkeels haar scabreuze lied te zingen naar adem hapte, haar toe te schreeuwen: "Dolores, geef je over en weet dat al wat je zegt ook tegen jou gebruikt zal worden." Waarop Dolores met krachten die wij niet meer in haar hadden vermoed opnieuw luidkeels: “Penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, penis, …” begon te roepen.

Zo liet Dolores ons uiteraard geen enkele keus. Al zijn er geen beeldopnamen die een en ander onomstotelijk bewijzen, of minstens, illustreren.

13.10.15

De klokkenlezers


Het eiland van de klokkenlezers ligt, met de wijzers mee, op een dagreis of vier van hier (voor wie tijd niet zo relatief is) en het leven is er goed. Er wordt daar behoorlijk goed gezorgd voor àlle onderdanen, door lieden die van vele zaken weten en bij uitstek waar de klepel hangt.
De grootste dag weer ieder jaar, op klokslag 10 (wanneer precies de schaduw valt), krijgt elke onderdaan, in rang van onderdanigheid, er weer een klokje bij om af te lezen en om altijd weer te zien hoezeer de tijd hen bij blijft (alvorens toch te gaan)...
Voor de rest zijn de klokkenlezers niet erg anders dan de mensen hier, of die van gìnder. Hun gesprekken klinken opzienbarend eender. ’t Is al van “vijf voor vieren” of van “zeven nà”. Ja, ook van dertien stipt voor wie dat per se wil zijn. En soms, maar eerder in ’t geniep doorgaans, ook wel eens van “Kom, nog even."

12.10.15

De zwimmers en de zwammers


Vroeger, weliswaar heel lang geleden, leefden er naast de zwammers, ook nog de zwimmers. Omwille van ongelukkige genetische mutaties in de loop der tijden hebben de zwimmers, die eigenlijk veel intelligenter en beleefder waren dan de zwammers, zich echter niet weten te handhaven en zijn alleen de zwammers overgebleven.
In het kader van de recente evolutie op digitaal vlak hebben de zwammers bovendien een hen alweer uitstekend liggend biotoop weten in te palmen: Facebook. Waardoor zij zich alweer verzekerd weten van nog enkele bijkomende decennia van overleving.

11.10.15

Brubeck Dave


Dit keer geen stille roffel of
een zacht golvende wave,
vandaag kom ik wat anders tonen,
kijk: een fotootje van
Brubeck Dave

10.10.15

Sprookje


Mijn met zorgvuldig gekozen woorden sprekende ezel kwam aangegallopeerd:
“Een gezantje uit de sprookjeswereld wil u spreken."
“Laat maar binnen."
“Waarmee kan ik u van dienst zijn?” vroeg ik het kaboutertje, nadat ik mij voor de gelegenheid gekleed had in mijn lievelingspyjama.
“Ze willen dat je komt."
“Wie ze?, wie wil er dat ik kom?"
“De sprookjesfiguren."
“Welke sprookjesfiguren?"
Daar kreeg ik geen antwoord meer op want de kabouter bleek ineens verdwenen. Waardoor ik dus bleef zitten met de vraag welke sprookjesfiguren nu precies wilden dat ik kwam. Ik kende er tientallen. De meeste uit boeken weliswaar.
Ik besloot om de zaak maar te laten voor wat ze was, er van uitgaande dat er wel weer contact met mij gezocht zou worden. Dikwijls doet men in sprookjes zelfs drie pogingen. Op goed geluk uit eigen initiatief naar de wolf gaan, of naar de kikker. Of eens langsgaan bij de herbergier van Hidalgo zou verkeerd uitgelegd kunnen worden door een kraai, of door een jonkvrouw ergens in een toren met een draak in de buurt.
Een mens kan maar beter voorzichtig zijn met het sprookje waarin hij leeft.

9.10.15

Best op afspraak


Op vlucht ontdekte ik de “Oude vriendenwinkel”. Hij stond vol met figuren die ik op een of andere manier meende te kennen, van vroeger. De winkelierster was heel en al hulpvaardigheid. Maar zij zorgde er wel zorgvuldig voor om altijd tussen mij en haar waar in te blijven staan. Alsof ze die te kostbaar vond om zomaar aan te laten raken.
De gestalten, sommige niet meer dan een gedaante, leken altijd langs mij heen te kijken, alsof zij iets zagen dat ver achter mij lag. Een aantal wende zich gewoon af, als om mij duidelijk te maken - zonder de winkeldame er in te betrekken - dat de dingen nu eenmaal gelopen waren zoals ze waren gelopen, en of dat niet voldoende was?
Op zeker moment raakte ik geïntrigeerd door de gestalten achter een paar kisten, die mij op een of andere manier scherper afgelijnd leken, alsof er meer zorg aan besteed was.
“Neen, dat zijn vrienden die gehoopt hadden nooit nog wat van je te horen of te zien,” trok de dame mij weg, “met hen moet je het zeker weten. Kom later eventueel eens terug, maar best op afspraak.

8.10.15

7.10.15

Positioneren


“Neen Irma, voor mijn vorm van kunst is het belangrijk dat ik mij zo positioneer dat het leven recht op mij afkomt. Helemaal alleen."
“Sorry hoor, ik wou alleen maar een handje helpen!"

6.10.15

Mijn kunstwerken


"Met elk van mijn kunstwerken wil ik in feite het onherkenbare herkenbaar maken, maar dat lukt niet altijd."
“Vandaar al dat onbegrepene?"
“Precies."
“Ja, dat verklaart het wel.

5.10.15

Een zuil?


“Maar wat doe jij op die
momenten die iedereen
wel eens heeft wanneer hij
of zij beseft hoe alles
mis is gelopen al dan niet
heel lang geleden?"
“Een mens rekent dan
als vanzelf op de magische
kracht die uit hemzelf moet
komen (of desnoods uit
een magische boom die
dan ook nooit mag worden
aangeraakt) omdat die
dan vruchten voortbrengen zal
die je zelfs niet hoeft te proeven
omdat je toch al weet hoe
die zullen smaken, althans dat
kun je je heel goed voorstellen
op die momenten dat je
concreet dan
weinig anders om handen
hebt dan je in te beelden dat
je een zuil bent (of een boom)
met magische krachten."
"Dat heb je zeker uit een boek?"

4.10.15

Handleiding voor allesdenken


“Hier, een handleiding voor allesdenken."
“Warempel, een vademecum als het ware. Dat zo iets bestaat zeg!"
“Zeker."
“Ik zou het toch maar niet lezen."
“Nee, voor je het weet denk je dan alles."
“Ja, de meest onvoorstelbare dingen, die je van te voren nooit zou hebben gedacht."
“Op voorgekauwde wijze ineens."
“Door een handleiding."
“Hoe komen ze er op?"
“Een ingeving zeker."
“Of uit winstbejag."
“Ja, dat zou je nog gaan denken."
"Zouden ze er ervaring mee hebben?"

3.10.15

Gedaan met vaagklaren!


"Ineens bedacht ik het klepperwiegen. Dat dàt misschien dan eindelijk wèl zin zou geven aan mijn leven, na al die jaren. Meer nog dan het vaagklaren, dat ik jarenlang heb nagestreefd met het oog op… Ja, met het oog op wat? Dat is mij eigenlijk hoe langer hoe minder duidelijk."
“Het klepperwiegen?"
“Ja, no-nonsens eigenlijk. Eindelijk."
“En dat klaarvagen dan?"
“Vaagklaren."
“Vaagklaren?"
“Ja."

1.10.15

Niet zo moeilijk te onthouden neologisme

Cartabiel: manier van lopen die iemand ontwikkelt na jarenlang dag in dag uit een te zware boekentas te dragen.

Vb.: Cartabiel kwam K. de zaal ingewandeld, en zijn ogen straalden van een intens en warm, pas gevonden geluk!

(Waarmee wij ook ineens illustreren dat iemand’s manier van lopen niet noodzakelijk zijn kansen op het vinden van extreme vormen van geluk in de weg hoeft te staan. Toch niet in de geschreven versie.)