28.2.08

Will Tura (2)



"En? Wie was het?"
"Will Tura."
"Will Tura?"
"Ja, hij vroeg of ik eenzaam zou zijn zonder jou."
"En wat zei je?"
"Dat ik natuurlijk eenzaam zou zijn zonder jou."
"Hoe reageerde hij?"
"Nogal bedrukt. Hij mompelde nog iets over stapelgek op jou, hoop doet leven, iedereen heeft iemand nodig, nieuwe wegen en 17 dagen op zee."
"Stapelgek op mij?"
"Dat meen ik toch te hebben begrepen."
"Moa vent toh!"
"Dat dacht ik ook ja."
"Iemand als Will Tura kan toch om het even wie krijgen als hij wil?"
"Ook dat zei ik hem, maar wat je diep treft vergeet je niet, antwoordde hij."
"Hij heeft het blijkbaar erg te pakken."
"Lach ermee, heb ik hem nageroepen, want je zien huilen kan ik niet."
"Hij komt terug, let op mijn woorden."

27.2.08

Dankbaar zijn



Op een dag werd zij weer levend, met enige hulp van een engel dat spreekt vanzelf. Met man en kind ging zij naar huis waar zij hun bestaan verderzetten alsof zij nooit dood was geweest.

Na een week ging alles weer zijn gewone gangetje: zij waste af, zij kookte, maakte de bedden op, streek, boende en was daarnaast uiteraard als vanouds geregeld beschikbaar voor haar man, die het mirakel intussen normaal was gaan vinden.

Alles ging dus goed, tot zij zich begon af te vragen:

"Waarom?"

26.2.08

Collectieve zelfmoord percenten



Met de collectieve zelfmoord van een roedel percenten op het strand van Blankenberge komt ook in Vlaanderen het debat over het uitstervende kapitalisme op gang. Vooral het feit dat nu ook 7 en 8 percenten zich op de stranden gooien baart de beschermers van bedreigde kapitalen grote zorgen. Zij vragen dan ook meer subsidies om de huidige opvangcentra verder uit te kunnen bouwen.

25.2.08

Opluchting



"Kan het zijn dat jij een bepaald gevoel koestert voor mijn vrouw?"
"Hoe kom je daar bij? Helemaal niet!"
"O! Ik meende het te horen in je stem als je haar aanspreekt, en je staart haar ook altijd zo indringend na."
"Ik? Echt niet hoor! Ik koester helemaal niks voor je vrouw, dus waarom zou ik haar indringend na kijken."
"Tja..., ik had stellig die indruk."
"Neen hoor, helemaal niet."
"Heb je het gehoord Linda, wij hoeven ons geen zorgen te maken!"

24.2.08

Géén croissants!



"Hallo schat...? Ja, ik ben het. Ik heb prachtig nieuws: ik ben VERANDERD!"
"..."
"Jazeker, helemaal! Ik zal voortaan de dingen heel anders aanpakken, je zult het zien! Goed hé!"
"..."
"Ja, je had aldoor gelijk, dat zie ik nu in. Het leven is niet om te lachen.
"..."
"N-n-neen, maak je maar geen zorgen, ik voel mij als herboren. Vertel het goede nieuws maar alvast aan de kinderen!"
"..."
"Afgesproken, ik vraag Fred om onderweg nog even te stoppen en dan breng ik een brood mee, gesneden."
"..."
"Géén croissants?"

23.2.08

Hapering


"Lieve vrouw, ik kan het niet vannacht.
Ik mag dat toch zeggen?
Ik heb het jarenlang wel gekund.
Je begrijpt het toch?"

Het weer in verre streken



"Hoe is het weer daar?"
"Heel plechtig, en bij jullie?"
"Het trekkebeent, maar soms lacht het ook. Maar het is niet eenzaam, dat is toch het belangrijkst!"

Blogbaas gaat weg!



"Is dat blogbaas daar?"
"Ja, dat is 'm."
"Waarom zit hij daar zo alleen? Hij lijkt mij erg vriendelijk."
"Ja hoor, dat is hij. Heel vriendelijk. Ik heb hem nog nooit boos geweten."
"Zullen we hem eens aanspreken?"
"Ja, waarom niet?"
"O, hij gaat net weg."

22.2.08

Koopkracht!



"Kijk eens wat de buren nu weer hebben gekocht, ondanks hun schrijnend gebrek aan koopkracht!"

21.2.08

Besnijdenis



"Loopt een besnijdenis dan nooit uit de hand?" vroeg het jongetje.
Daar had ik eigenlijk nooit bij stilgestaan, maar als je er eerlijk over nadenkt, kan je dat niet echt uitsluiten.
"Er is altijd wel een klein risico, maar zoiets wordt toch uitgevoerd door ervaren mensen," suste ik als een echte volwassene.
"Ja, maar als je pech hebt krijg je te maken met een beginneling!"
Wat een vooruitziend knaapje!
Ik wilde hem nog vragen waarom hij zo benieuwd was, maar hij was al weer weg.

20.2.08

Weer niks!



Ik was geslachtsrijp, maar zij was veel groter dan ik. Vier keer zo groot, minstens.

Zij zat daar terwijl ik de situatie overzag. Onze blikken kruisten.

Ineens slaakte zij een zucht:
"Jij bakt er ook niks van zeker?"
"Jij hebt makkelijk praten," verontschuldigde ik me.

Zij scharrelde haar kleren bijeen en liep terug naar de dijk. Zij keek niet eens meer om. Ik deed of het mij niet raakte, maar dat deed het natuurlijk wel.

Zij stapte stevig door. Ik heb haar later nooit meer gezien. Zij was nochtans een opvallende verschijning en redelijk bekend in de omgeving.

19.2.08

De mooiste vrouw ter wereld

Of zij er iets voor voelde de mooiste vrouw ter wereld te worden genoemd.

"Neen."
"Neen?"
"Neen."

Wij waren snel uitgepraat.

18.2.08

Het ruziestokertje, een wetenschappelijk raadsel



"Kijk Henk, daar op dat twijgje, een centraal europees ruziestokertje!"
"Maar Mia, kijk nog eens goed! Ik heb geen verrekijker nodig om te zien dat dàt een roodborstje is."
"Een roodborstje? Neen hoor, die spitse bek, dat grijze kraagje, dat is beslist een ruziestokertje."
"Maak dat de kat wijs, een ruziestokertje? Bestaat dat w..."
"Henk, wie heeft dat boek over ornithologie gekocht? Jij of ik? De borstvlek van een roodborstje is trouwens veel kleiner."
"Flauwe kul, je denkt toch niet dat ik..."

Het blijft een wetenschappelijk raadsel hoe het centraal europees ruziestokertje er altijd weer op verrassende wijze in slaagt, wanneer mogelijke predatoren zijn biotoop betreden, door het zaaien van tweedracht en verwarring, ruzie te stoken en aldus de aandacht van zichzelf en zijn nest weet af te leiden.

17.2.08

Menens



Van sommige mensen kan je het zo van hun gezicht lezen. Ook van dat van mij. Logisch dat ik er op werd aangesproken.

"U meent het ook?"
"Uiteraard meen ik het, dat spreekt vanzelf."
"Waarom spreekt dat vanzelf?"

Ja, wat antwoord je op een dergelijke vraag? Je meent het of meent het niet, toch? Ik maakte aanstalten om door te lopen, maar hij trok aan mijn schouder.

"Ik meen het ook, meestal," zei hij, als om mij er toe te bewegen toch op zijn vraag te antwoorden, "ik vind van mezelf dat ik een nogal klare kijk heb op de dingen. Eens ik mij dan een mening heb gevormd, meen ik het daarna wel. Dan is het voor mij als het ware menens. Alleen, de meesten lijken dat niet altijd door te hebben, dat ik het dan meen."
"Wat wilt u nu eigenlijk van mij? Menen is menen, of niet?"
"Ja, dat is waar, maar..."
"En als u daar aan twijfelt dan is het u duidelijk niet ècht menens!"
"Meent u..."
"Precies, dat meen ik!"

En ik keek ook alsof ik het meende.

16.2.08

If you can’t beat them, join them (de kloof met de burger nog wat uitgediept!)



Er was eens een cataclyst die geen rampen meer wist te veroorzaken. Hij dacht zich suf, beraamde tal van ongelukken, maar hij kon niets bedenken waarmee hij zich nog als cataclyst kon onderscheiden van politici, zoals zijn voorouders dat eeuwenlang hadden gekund.

Hij informeerde weliswaar links en rechts, raadpleegde bibliotheken, maar niets hielp.

Op een dag bij de slager, want hij at haast uitsluitend vlees en had al alle koeien in de wijde omtrek rauw verslonden, vroeg hij het ten einde raad, want wat kan je nu verwachten van een slager, opnieuw:

"Pierre, bedenk jij eens iets, is er nog een ramp die de mensheid kan doen opschrikken?"
"Ik dacht wel dat je bij mij om advies zou komen, maar neen, een ramp bedenken, dat is niets voor mij. Wat ik je wel aanraad is om eens je grenzen te verleggen. Ga eens op reis, leer andere culturen kennen, eet en drink andere dingen, groenten bijvoorbeeld. Op die manier ontdek je misschien streken die nog geen tegenslag hebben gekend. Daar kun jij dan voor zorgen en ben je zo uit je dipje."
"Pierre, je bent de eerste die de zaken op die manier bekijkt. Weet je wat, ik doe het. Ik trek de wijde wereld in!"

Zo stapte de cataclyst enkele dagen later, hoopvol de wijde wereld in. Hij trok door landen waar gestaakt werd, waar regeringen vielen, waar gletsjers smolten, vrouwen werden gestenigd, belastingen werden ontdoken, geld verbrand, kinderen hun vaders onthoofdden, mensen zomaar verdwenen, niet meer gerookt mocht worden, nieren werden uitgesneden, vloedgolven westerse toeristen teisterden, vliegtuigen neerstorten, bommen tot ontploffing werden gebracht, muren werden gemetst, snelheidsbeperkingen werden opgelegd, voedingswaren en medicamenten werden verkocht die allang na gebruiksdatum waren, schepen zonken, woestijnen verdorden en nog veel meer minder interessante dingen die vaak de pers niet halen, maar voor de cataclyst was het allemaal een beetje déjà senti, déjà vécu en uiteindelijk, naarmate zijn reis dagen, weken en maanden duurde ook déjà visité.

Ten langen leste kwam hij, nadat hij ook kennis had gemaakt met de gevolgen van afgoderij, fietsdiefstal, losgeslagen inflatie en sluikstorten, weer thuis. Moe en onvoldaan.

"Pierre," zei hij, want de veeboeren hadden wegens gebrek aan steun uit het rampenfonds er de brui aan gegeven en geen nieuwe koeien gekocht, "het was allemaal voor niets. Er gebeurt niets interessants meer in de wereld, niets dat mij nog kan inspireren. Ik heb geen keus meer, ik ga in de politiek. Dat zal mijn zinnen verzetten."

"Ja," antwoordde Pierre, "een goede kracht kan men overal gebruiken."

15.2.08

Of niet?




Was het geen heel groot toeval dat de twee mannen die zopas hun leven hadden gebeterd elkaar tegenkwamen bij de uitgang van de parking op het Poelaertplein?

Nog ongelooflijker is het dat zij deze gemeenschappelijkheid als in een flits in elkaar herkenden! Daar ter plekke bij de betaalautomaat.

"U ook?"
"Ja, ik ook."
"Kunnen wij er even met elkaar over praten?"
"Natuurlijk."

En zo eindigden zij de rest van de dag, om niet te zeggen dat het al vroege ochtend was, in een kroeg in de Marollen.

Wie zijn leven heeft gebeterd mag zich toch ook wel eens iets gunnen.

14.2.08

Valentijn


't was op de dag van Valentijn dat Mispunt, de jonge heks, begreep dat zij niet voor àlles een bezemsteel nodig had.

13.2.08

An en Jan: Valentijn



"Jan, het zit wat strak."
"Strak?"
"Ja, het spant."
"Maar toch niet te veel?"
"Jawel..., maak mij los."
"Maar An, jij wou toch Houdini'tje spelen.!?"
"Jaja, maar ik wil dat je me nu onmiddellijk losmaakt."
"Zo hard zal het toch niet spannen, ik krijg er mijn middelvinger nog tussen."
"JAN, IK WIL DAT JE ME NU LOSMAAKT!"
"Dat is niet eerlijk An. Ik had mij hier zo op verheugd, ik heb er zelfs een halve dag verlof voor genomen. Bovendien was het helemaal jouw idee! Jij wou eens iets met touwen, toch?"
"Ik weet het Jan, maar maak mij nu snel los, ik vind het bangelijk!!!"
"Ha... ik denk dat ik het begrijp, eigenlijk wil je niet dat ik je losmaak, het maakt deel uit van het spel!"
"JAN, MAAK MIJ NU LOS OF IK GIL HEEL HET HOTEL BIJ ELKAAR!!!"
"Maar An, is dat nu Valentijn vieren? Weet je wat? Ik ga een sigaretje roken op het balkon, dan kan jij er intussen nog even over nadenken. Valentijn is Valentijn!"

12.2.08

Nog 109 woorden:

Vandaag weet ik nu eens helemaal niet wat schrijven. Dat heb ik de laatste tijd wel vaker, maar met wat wringen lukte het nog wel.

Vandaag niet. Ik zou niet weten waarover, of voor wie. Hoelang ik de tijd ook rek, er schiet mijn geen grap of wijsheid te binnen. Maar goed, ik zal hier nog wat zinnen bij breien en zie wel waar ik uitkom. Veel vertrouwen heb ik er echter niet in.

Bent u nog mee? Dat zou mij sterk verbazen, want het moet u nu toch wel duidelijk zijn dat dit echt nergens over gaat.

Tot slot:

"Denkt u hier maar niet te veel over na."

11.2.08

Heilig



Ik hoorde vleugelgeklapper en haastige voetstappen.

Stap,stap,stap,…

Het was de engel Gabriel.

(Dat voeg ik eraan toe omdat ik denk dat u hem niet kent. En als u het voorval zou gezien hebben, wat onmogelijk is, want we waren alleen op die pyramide, dan had u hem toch niet gezien want hij is doorgaans onzichtbaar.)

"Het wordt tijd dat je je rol ten volle gaat spelen."
"Welke rol?"
"Die van heilige."
"Heilige? Ik?"
"Ja, waarom niet?"
"Dat gelooft toch geen kat?"
"We zullen zien."
"Nu ja, je doet maar..."

Toen hij ermee klaar was vloog hij op zonder aandacht te besteden aan een voorbijvliegend vliegtuig.

Heilig zijn voelt wel goed, u hoort nog van mij.

10.2.08

NumLocken



Numlocken is dè nieuwe trend in hedendaags kantoorvertier. Het gaat om het, met ritmische klikken, aan en uitzetten van de NumLock functie op computertoetsenborden, waardoor er een opzwepend geluid ontstaat dat klinkt alsof er keihard gewerkt wordt.

Vooral wanneer het wordt uitgevoerd door combo's van drie of meer collega's tegelijk, ontstaan er bedwelmende ritmen die vaak urenlang vol gehouden kunnen worden.

Het NumLocken is in hoge mate populair in "open eiland" omgevingen.

NumLocken mag helemaal niet worden verward met die andere veel gebruikte vorm van keyboarden: het backspacen. Backspacen weerklinkt vooral in kantoren, bemand met klerken die in feite het programma Word niet voldoende beheersen en dan maar de backspace toets gebruiken om geschreven fouten te corrigeren. Het grote verschil met NumLocken zit hem echter in de ritmiek. Backspacen klinkt doorgaans eerder aarzelend en monotoon. Zeker als de fout een regel of drie, vier hoger staat.

Qua productiviteit (in economisch opzicht) zijn NumLockers en Backspacers aan elkaar gewaagd.

9.2.08

Schrijven



Vandaag weer honderdduizenden voor hun scherm of met een kladje.
Zij zullen zeker schrijven.
Wat?
Dat is mij niet verteld.
Pijnlijk.
Uiteraard ken ik hen niet, waarom zouden ze mij dan inlichten?
Op voorhand?
Ik zou de administratie niet aankunnen.

Ik die tewerk ga als een boer,
en nog moet leren schrijven.

8.2.08

Hedendaags ballet



't Was in een Noorse huiskamer dat vijftig jaar eerder dan algemeen wordt aangenomen, de basis werd gelegd van het hedendaags ballet.

Instinct voor zaakjes



“Afgesproken? Ik duid tien vervangers aan en U doet of U mij niet kent, een win/win!!”

7.2.08

De pornofoob



Ze komen regelmatig langs. Uit beleefdheid denk ik. Het zijn twee broers, en ze blijven nooit lang.

Ze blijven nooit lang omdat ze weten wie, nee, eigenlijk wat, ik ben. Ik ben een pornofoob, namelijk.

(Mijn vrouw kan dat bevestigen, ik heb haar nog nooit in detail bekeken.)

Nu, ik pak daar niet mee uit, met mijn pornofobie, maar op een of andere manier zijn ze er toch achter gekomen. Misschien die keer toen ik hen vroeg om dat vunzige boekje terug in hun aktetas te steken.

Iemand moet het zijn natuurlijk, pornofoob, waarom dan niet ik?

Wel sterk dat zij hun conclusie trokken op basis van dat ene voorval!

Mijn pornofobie is later nooit meer ter sprake gekomen. Gelukkig maar, er zijn belangrijkere dingen in mijn leven. Zo heb ik heel wat afgereisd en heb ik op officiële wijze vele culturen leren kennen. Meestal deel ik van mijn opgedane kennis met de broers. Zonder enige ranzigheid. Niet-Christelijke begrafenisrituelen blijkt een onderwerp te zijn waar wij gemeenschappelijk in geïnteresseerd zijn.

Ik ken pornofoben die meer in de kijker lopen dan ik. Zij hebben, dunkt mij, geen gemakkelijk sociaal leven.

6.2.08

Jan en Ingrid doen het buiten.



Terwijl Jan zich krampachtig probeerde te herinneren waar hij de kleren had verborgen, verzocht Ingrid mij resoluut om op te hoepelen.

5.2.08

Haas e spoe i zelde goe



Mij rusteloo karakte maak da i d dinge nooi afmaa. Maa i bedoe he goe, da we! Mij vrou ze da i wa mee tij moe neme. Da d dinge da vee bete zulle uitpakke voo mi. Misschie heef zi we gelij!

4.2.08

Bos



Ik liep al geruime tijd met haar door het bos,
mij telkens opnieuw voornemend om het haar te zeggen.

Dààr, bij die boom zeg ik het!
Nu dan, daar bij die struik!
Als die man ons voorbij is gelopen, dan!

Het spreekt voor zich dat ik het nooit heb gezegd.

Wat had u gedacht?

In zo'n bos?

3.2.08

De verpering



De verpering van Ilonka H. begon onopvallend met de verspreiding van een zachte zoete geur op een van die januaridagen waarop ongeduldige mensen durven gewagen dat de lente al in de lucht hangt. De eerste symptomen van haar verpering waren de algemene verspreiding van een rode blos over haar hele lichaam, het volgroeien van een zachte schil (die eenvoudig te verwijderen lijkt), en (bij betasting) het vermoeden van sappig en zacht vruchtvlees.

Nu is Ilonka H. haast totaal verpeerd, maar vraag niet waarom.

Ik kan het u niet zeggen.