31.1.15

Over de hedendaagse ridder



“Alhoewel er nog voldoende ridders zijn gedragen zij zich veel discreter dan pakweg een eeuw of vier geleden, niet? Qua opgaan in een landshap, bedoel ik."
“Precies. Wat inblending betreft onderscheidt de hedendaagse ridder zich hier heel duidelijk van zijn voorzaten, dat mogen wij wel zeggen."
“Maar met een geoefend oog haal je ze er nog wel uit."
“Dan moeten wij ons nog wel wat meer bekwamen."



30.1.15

Andere taal



Alvorens hij alweer een van zijn meer hermetische gedichten zou gaan voordragen brachten wij de jonge dichter terug naar zijn vrouw. Die sprak heel andere taal.



De onbezorgde vrouwtjes



Uitgewuifd door hun nog onbezorgde vrouwtjes trokken hun mannen de wijde wereld in om hun beloften waar te maken.

“Doei!"
“Geen zorg, wij komen vlug weerom."
“Zijn het geen schatjes?"
“Ja hoor, wij hebben het maar getroffen."



27.1.15

Opmerkzaamheid



Ik werd eens een vertrek binnengelaten waar ik in één oogopslag zag dat ik in een gezelschap van evenwichtigen was terechtgekomen. Later evenwel, toen ik dat voortvertelde, stelde men mijn opmerkzaamheid in vraag.

“Hoho, evenwichtigen? En dat zag jij meteen?"
“Ja."
“Knap hoor.”

Veel meer aandacht werd er evenwel niet aan besteed.

Nu stel ik mij de vraag of het niet eerder onwankelbaren zijn geweest.



26.1.15

Nooit niets



Bij haar uitbeelding van "De inheemse klimop" moest de impersonatrice steevast aan spinazie denken, maar daar liet zij, om het publiek niet in verwarring te brengen uiteraard, (om haar woorden te citeren:) nooit niets van blijken.




Over mijn verblijf in het kasteel



Telkens het spannend of gevaarlijk werd bracht A. haar handen naar haar mond om de personages in het verhaal dat zij aan het lezen was te waarschuwen; zijzelf had al zoveel mee gemaakt in haar leven.
Het was op die momenten dat ik haar het liefst had willen zoenen, maar dan had ik mijn onzichtbaarheid opgegeven en had ik niet langer in het kasteel kunnen blijven.



25.1.15

Gecompliceerd



"Bij onderwerping, doe je dat dan beter uit vrije wil, of juist niet?"
"Ik deed het uit vrije wil. Dat spaart heel wat gedoe, dacht ik."
"Maar voelt dat dan wel juist aan, vraag ik mij af?"
"Tja... helemaal hetzelfde zal het wel niet zijn, nee."
"Wat zou je mij aanraden?"
"Hemel, wat vraag je nu, dat is een moeilijke hoor."
"Ja, maar gezien jij toch wat ervaring hebt..."
"Neen, die verantwoordelijkheid kan ik echt niet nemen. Je bent mijn beste vriend."
"Ai, is het zo gecompliceerd?"



Tantrische yoga



Zoals bij zovelen duurde het ook bij de gebroeders Stevens vrij lang vooraleer zij de voordelen van de Tantrische yoga wilden erkennen.



Nu



Door een samenloop van omstandigheden (geheel losstaande van de stand van de sterren tijdens die zomernacht) kwam zowat de helft van de mannen en één vrouw uit de buurt tot het besluit dat ‘nu' het moment was dat zij hun kans hoorden te wagen.



24.1.15

Voor wie mij bezig ziet en zich afvraagt



Ik gesticuleer en gesticuleer, ik zwaai, ik molenwiek en somtijds wuif ik zelfs ronduit.
Dit zijn zelfbevestigende gebaren, luidt vaak de interpretatie. Wat natuurlijk doorgaans het geval is, al is het dikwijls ook vertwijfeld klauwen om mijn evenwicht niet te verliezen.



23.1.15

De horizon



Nu ik eindelijk begrijp aan
welke kant ik begin en aan
welke kant ik eindig ben,
heb ik mij voorgenomen om
er met niemand nog over
te spreken.
Het lijkt mij zelfs best om
iedereen te laten weten dat
ik weldra onherkenbaar de stad
verlaten zal en dat
wanneer of indien
iemand nog eens aan mij denken
wil, hij dit maar beter laten kan.
Beter om mij niet te verwarren
met de horizon.




22.1.15

Een aforisme van oom Floris



Wanneer men het in gezelschap heeft over jouw “eerzaam” beroep, weet dan dat je er eigenlijk niet bij hoort.



21.1.15

Voorlopige commentaar



Steeds op zoek naar rimpelingen in gladgestreken plooien deed M. vandaag alweer een merkwaardige ontdekking. Hij houdt zich voorlopig echter op de vlakte over het maatschappelijk belang ervan. “Geen commentaar,” is zijn voorlopige commentaar,
"Maar de ene rimpeling is uiteraard de andere niet," voegde hij daar nog snel aan toe.



20.1.15

Het begin van de dageraad



De ontdekkingsreiziger op zoek naar het begin van de dageraad heeft een enorm gevoel voor evenwicht. Hij heeft een touw gespannen vertrekkende van Cap Griz-Nez. Met elke stap richting begin van de dageraad applaudisseert het nu nog sceptisch publiek voor zijn durf en geloof in grootse dingen.
Ondertussen, aan de overkant, wacht een vrouw die het allemaal al wel gezien heeft hem op. Als hij op tijd is zullen zij samen de bus nemen. Er valt meer te verkennen dan alleen het begin van de dageraad. Zo hebben zij elk voor zich een voorstelling van de horizon bij zonsondergang.



19.1.15

Synchroon lesgeven



Synchroon lesgeven vergt uiteraard heel wat aandacht van het publiek, maar wie zich de moeite getroost kan er enorm veel van opsteken. Al helemaal als men de kans krijgt een voorstelling bij te wonen op universitair niveau.



18.1.15

Gesprekken over religie



Ook gesprekken over religie werden in familiale kring zonder schroom of voorbehoud besproken.



17.1.15

De diabolicus



Ook in ons dorp slaagde
de diabolicus er in zijn maîtresses
er toe te bewegen om er samen
voor te zorgen dat hij zich in een
passend landschap bevond wanneer
hij afscheid van hen nam.



Gezien de context



Ineens voelde hij de drang om nep-Russisch te spreken aangezien hij meende in een slavische stemming te verkeren. Naast hem zat een wat oudere dame en hij besloot van het er meteen maar op te wagen:
“Borgowadze?"
Zij keek hem indringend aan maar leek het ineens te vatten!
“Borganizj wlod?” klonk het vriendelijk en in zekere zin zelfs muzikaal.
“Bistrudd malconiwich!"
“Da!!!"
Daarna stokte het gesprek. Zij waren geen van beiden veelpraters.
Toch besloot hij om 's anderdaags op hetzelfde uur terug te komen, dat leek hem wel passend, gezien de context.


16.1.15

Het lover, in naam van de bomen



Het was duidelijk dat het lover wilde
dat ik iets opschreef in naam van
de bomen, maar zo relevant vond ik dat
nu ook weer niet.
Morgen, misschien.



15.1.15

De beleefde man



Omdat er alweer dagen achter elkaar niets te beleven viel op de teevee heb ik nog eens de beleefde man uitgenodigd. Hij kwam precies op tijd.
“Fijn dat u zo snel kon komen."
“Graag gedaan, het is ook mij een genoegen,” klonk het zacht gearticuleerd.
Ik ging hem voor naar de zitkamer waar heel mijn gezin en onze allochtone buurvrouw hem vol verwachting opwachtten.
Iedereen kreeg een hand van hem.
Dan tilde hij zijn hoed een ietsje op en maakte een haast onzichtbare buiging.
Dit herhaalde hij twee keer.
“Zo, dan ga ik maar weer eens,” zei hij, waarna hij het voorgaande nog eens herhaalde, in omgekeerde volgorde.
Nadat ik hem naar buiten had vergezeld schonk ik voor iedereen thuis een glaasje wijn in, wat wij rustig opdronken. Daarna maakten wij aanstalten om rustig te gaan slapen.
Dat was voor de buurvrouw het moment om ook te vertrekken, langs de achterdeur.



14.1.15

Kans



Nu de kans dat er een terrorist in de buurt was komen wonen aanzienlijk bleek toegenomen, meende Irma dat haar leven meer betekenis kreeg.



13.1.15

Schimpgedichtje



Om het even welke tango van Malando
is altijd beter dan die brol
van bij Zalando.



Familiair



"Nu staat ze weer zo familiair naar jou te kijken. Je kent haar dus echt niet?"
"Maar neen, waarvan zou ik haar moeten kennen? Je kent mij toch, ik ben zelf toch geen familiair type?"



10.1.15

Zo maar wat



"Is de piano geen wonderlijk instrument?"
"Jazeker."
"Jazeker wat?"
"Dat de piano een wonderlijk instrument is, waarom?"
"Ik dacht even dat je zo maar wat zei."



9.1.15

Rigoureus



De haar uiteraard aangeboren gave om een gekleurde plastic bal op elegante wijze over haar uitgestrekte armen en torso heen en weer te laten rollen liet haar eveneens toe zich helemaal geen zorgen te maken over haar totaal gebrek aan diepgaande spiritualiteit, maar toen haar man haar daar na vele jaren op wees, wees zij hem meteen de deur. In haar besluitvorming was zij altijd snel en rigoureus.



8.1.15

Paradigma



Terwijl J.lusteloos met een mespunt heen en weer zijn borstharen beroerde veranderde het paradigma van zijn bestaan. Maar daar zou hij pas later achterkomen. Het begon toen bleek dat hij andere formulieren nodig had dan tot dan toe.



7.1.15





Het reliëf van de Condroz



Goed, het reliëf van de Condroz mag dan iets zijn waarover je leerde in het lager middelbaar en je hebt daar in de dertig jaren daarna nooit meer bij stilgestaan, maar dat neemt niet weg dat het er nog altijd is. Min of meer ongeschonden.



6.1.15

De ontroostbaren



Hoewel onderling sterk van elkaar verschillend, lieten de ontroostbaren zich graag als een hechte groep fotograferen.



5.1.15

Een private eye schreef in zijn verslag:



Twee gesprekken met wat veruit de mooiste vrouw op aarde moet zijn hebben niets opgeleverd.

(Over de indruk die zij op hem persoonlijk al dan niet maakte liet hij zich niet uit. Maar deze private eye wist wat er te koop is in de wereld.)



4.1.15

De aangescherpte dingen



"Maar er zijn ook veel dingen die wij niet noodzakelijk hoeven te begrijpen van elkaar."
“Zoals?"
“De kromme dingen bijvoorbeeld."
“Maar die heb ik toch niet zo veel."
“En de in de loop der jaren krom getrokken dan!"
“Daar zeg je wat. Maar dan ook de afgestompte!"
“Ja, die ook."
“En de aangescherpte."
“Dat dacht ik eigenlijk niet."
“O."
“Dat zou al te gemakkelijk zijn."



3.1.15

De kans



Ik stond eens naar een circus te kijken dat zijn tent opstelde, toen de trapezist bij mij kwam staan.
“Wat een mooi leventje toch,” sprak ik als volbloed romanticus.
“Ja,” bevestigde hij, “welkom."
“Welkom?"
“We hebben een nieuwe leeuw die nog erg wild is. Als je hem temt dan word jij onze nieuwe dompteur."
“De nieuwe dompteur!"
“Ja, de ouwe nam gisteren ontslag om boekhouder te worden in de fabriek."
“O ja?"
Meteen trok ik mijn vestje uit, nam de zweep van hem over (waardoor ik hem eerst niet als trapezist had herkend) en stapte de leeuwenkooi in.
“Wat een kans,” dacht ik nog, “die moet ik grijpen."

Ik grijp namelijk niet altijd zomaar de kansen de men mij biedt, mocht u dat van mij denken. Ik leef in een klein wereldje.



2.1.15

Obstakelman



Ongeacht de route
Obstakelman vond altijd wel het obstakel,
dat was een kwestie van aanleg en
beslist niet van buitenaardse afstamming.




1.1.15

't Nieuwe Jaar



Altijd,
bij ’t zwieren
van ’t ene jaar naar ’t ander,
denk ik vaak bewust
èn onbewust:
’t Wordt tijd dat ik verander!