30.9.08

Loempia met ketchup


"Kom, nu nog zijn ballen en dan is vader op."
"En wat eten we dan morgen?"
"Spruitjes?"
"NÈÈÈ!!!"
"Loempia met ketchup dan."

29.9.08

De vrouw die gevoelens opwekte

We zagen haar regelmatig op de meest onverwachte plaatsen. Niemand begreep wat haar bedoelingen waren. Later bleek dat zij er alleen maar op uit was om gevoelens op te wekken. Vreemd, want er waren meer dan genoeg gevoelens, zodat er eigenlijk niet nog meer opgewekt moesten worden. Maar dat ontging haar blijkbaar en zij wekte er maar op los. De meest machtige gevoelens en de meest tedere. Maar ook een heel pak wanhopige. Zij ging heel gevarieerd te werk eigenlijk. Waarom zij zo hardnekkig gevoelens opwekte wist ze zelf niet goed. Misschien lag het ook helemaal niet aan haar bedacht ik later.

28.9.08

Ideeën die je krijgt te midden van de grijze massa



Ineens drong het besef weer door tot J.

"Wat loop ik hier in de grijze massa? Ik kan net zo goed een belangrijke roman schrijven. Of iets betekenen voor de maatschappij."

Ja ja, zo gaat dat met J. als hij drie dagen van huis is.

27.9.08

Repliek van een moedig man

"Schat, is mijn gat niet te dik in deze rok?"
"U(w) gat is te dik in elke rok!"


(Versie 1.0)
"Schat, is mijn gat niet te dik in deze rok?"
"Uw gat is te dik in elke rok!"

26.9.08

Liefdespijn



Het is een nuttig woord: liefdespijn.

Ik vermoed dat u het wel kent, het woord, maar ik betwijfel of u het ook alle dagen gebruikt. Ik weet haast zeker van niet. Maar ik wel hoor! Reken maar. Meer dan eens.

Vanochtend nog om halfnegen tegen het bakkersmeisje: "En? Gaat het al wat beter met de liefdespijn?", en vanmiddag aan de balie van de Federale Overheidsdienst voor Sociaal Overleg: "Kom kom, niet zo somber, jullie lijken wel last te hebben van liefdespijn!" Of zopas tegen mijn vrouw: "Je gaat nu toch niet weer beginnen over je liefdespijn?"

Ik weet het zeker: iedereen heeft er last van, maar erover spreken? Ho maar!

Aan mij ligt het niet, dat begrijpt u nu wel. Het woord bestaat en ik gebruik het.


(Versie 1.0)
Het is een nuttig woord: liefdespijn.
Ik vermoed dat u het wel kent, het woord, maar ik betwijfel of u het ook alle dagen gebruikt.Ik denk van niet.Ik wel hoor!Reken maar. Meer dan eens.
Vanochtend nog om halfnegen tegen het bakkersmeisje: "En? Gaat het al wat beter met de liefdespijn?", en vanmiddag aan de balie van de Federale Overheidsdienst voor Sociaal Overleg: "Kom kom, niet zo somber, jullie lijken wel last te hebben van liefdespijn!" Of zopas tegen mijn vrouw: "Je gaat nu toch niet weer beginnen over je liefdespijn?"
Ik weet het zeker: iedereen heeft er last van, maar erover spreken? Ho maar!
Aan mij ligt het niet, dat begrijpt u nu wel. Het woord bestaat en ik gebruik het.

25.9.08

Jan en Piet (onderweg naar het station)



In tegenstelling tot "De kampioenen" mag de VRT voor mij die reclame met Jan en Piet, de Nederlandstalige bedoeïnen(?), nog wel een jaar of tien blijven uitzenden. Ik blijf erom lachen! (Stom, hè?)

De waarheid



"En, ben je ver weg geweest?"
"Ja hoor, de waarheid voorbij zelfs!"
"De waarheid voorbij?"
"Ja, 't was er ongelofelijk. Ik ging tot waar de honden tuinieren en de zwaartekracht minder krachtig is. Over de vrouwen zeg ik niets."
"Dat kan tellen, en is het leven er werkelijk beter?"
"Niet echt beter, maar wel meer."
"Meer?"
"Ja, een meter of twee."
"Nou, dat is wel een groot verschil met hier."
"Ja, ze zijn er heel trots op daarginds."
"En verder?"
"Verder?"
"Nog verder dan de waarheid voorbij?"
"Zover ben ik niet gegaan."
"Dus tot de leugen ben je niet geweest?"
"De leugen? Da's helemaal de andere kant op, daarvoor hoef je de waarheid niet voorbij. Daar tref je alleen maar nonsens."
"Je hebt daar blijkbaar heel wat geleerd!"


kiele-kiele-kiele

23.9.08

Gemogen



"Kijk hem eens."
"Nou nou."
"Het lijkt wel of..."
"... of hij heeft gemogen."
"Inderdaad, je hebt gelijk, zo lijkt hij."
"Zo monter heb ik hem nog niet vaak gezien."
"Neen."
"Wat een metamorfose."
"Hopelijk mag hij spoedig nog eens."

22.9.08

Praag (2)



Ik heb er mezelf van weten te overtuigen dat achter de grijsbruine morsigheid van de huizen en de mensen beslist een hoogstaand innerlijk leven, vervuld van hedendaagse en verleden cultuur moet woelen. Dat kan toch niet anders?

Alleen op die manier kan ik mij wat verwant voelen met bijvoorbeeld de ernstige meneer die mij in het Engels wist uit te leggen hoe je hier een tramticket koopt en er dan als een schicht vandoor ging. Of met het spichtige kamermeisje dat van het schrikken - toen we elk van onze kant gelijktijdig dezelfde hoek omkwamen, ik van links, zij van rechts - haast over de leuning van de trap naar beneden sprong. Ik vermoed dat beiden, de man en het meisje, elk op hun manier in gedachten nog vertoefden bij dat voortreffelijke boek, of die schitterende theatervoorstelling waarvan zij gisteren genoten. Het moet heerlijk zijn om je dagdagelijks leven op die manier weg te kunnen dromen als iets waar mee te leven valt. Een beetje zoals met een puist in je nek bijvoorbeeld.

Of is het omdat ik sneller in aap verander dan ik voor mezelf wil toegeven?

21.9.08

In Praag



Vanmiddag zag ik al minstens drie mannen die voor hem konden doorgaan, en de vierde, een ober in een restaurant zonder klanten (behalve ik dan) ging er niet voor door, maar was 'm gewoon: Franz Kafka! Het vlees op mijn bord was even krokant als geroosterde kevers en tussen de drie gangen door verdween hij telkens lang genoeg om een kort verhaal te schrijven vermoed ik. Hij zag er ook niet 100% gezond uit, maar misschien wilde hij gewoon dat ik dat dacht.

Nu goed, ik laat mij beter niet beïnvloeden, morgen moet ik mijn rapport voorleggen aan de academie.

19.9.08

Het noorden



Je kan natuurlijk altijd noordwaarts lopen, tegen alles in.
Sommigen zullen je zelfs volgen.

“Hoe noordelijker hoe beter!” zullen er een paar zelfs roepen, of: "Meer noorden!" Als je geluk hebt maken ze zelfs een spandoek!

Maar eens raakt ook het noorden op.
Wat dan? Naar het zuiden, tegen alle principes in?


(Versie 1.0)
Je kan natuurlijk altijd noordwaarts lopen, tegen alles in.Sommigen zullen je zelfs volgen.
“Hoe noordelijker hoe beter!” zullen er zelfs een paar roepen, of: "Meer noorden!" Als je geluk hebt maken ze zelfs een spandoek!
Maar eens raakt ook het noorden op.Wat dan? Naar het zuiden, tegen alle principes in?

Mogelijk raakvlak



Gelukkig is niet elk schot dodelijk ! Dat zullen de pistiers onder ons wel met mij eens zijn.

17.9.08

De ruzie



Er was eens een oude man die besloot om eindelijk aan zijn vrouw te zeggen dat hij niet meer van haar hield: "... en je knarst ook altijd met je tanden!" verweet hij haar op het laatst.

Die zat.

Zijn vrouw begreep het eerst niet, maar liet zich ook niet onbetuigd: "Wat denk jij wel. Ik kan al jaren je gesnurk niet meer verdragen en eigenlijk stink je ook altijd naar zuur zweet."

Zij was niet altijd even tegenwoordig van geest meer, maar nu dus wel!

Hemel, nu sta ik hier ruzie te maken, besefte hij ineens, hoe is dat gekomen?

En toen hadden zij het over wat ze die middag zouden eten en dat hij de aardappelen wel zou schillen. Zo was de dag was weer voorbij voor ze het wisten.

16.9.08

Over meningen



Nog een van mijn indrukken: tegenwoordig hunkeren vrouwen niet meer. Laat staan dat zij nog smachten. En smachtend hunkeren al helemaal niet meer. Vroeger was dat uiteraard anders. De vrouwen kleedden er zich indertijd ook naar. Dat lijkt mij heden ten dage niet meer het geval. Ik sta er soms van te kijken wat zij tegenwoordig dragen. Niks hunkerend of smachtend meer in ieder geval. Nu ja, het stoort ook niet. Zij doen maar. En ik kan mij uiteraard vergissen. Ik ben zeker geen specialist. Denk dat vooral niet. Het is maar een mening.

Bovendien, wat is een mening tegenwoordig nog waard?

Die van mij? Die van U?

15.9.08

Argwaan



"Ja kinderen, vandaag hebben we weer een nieuw woordje geleerd: ARGWAAN. Laten we het nog eens samen luidop zeggen!"
"AARRRGGWWAAANN."
"Héél goed, argwaan. En wie kan er nu een zinnetje maken met ons nieuwe woordje argwaan?"
"Ik."
"Ik."
"Ik."
"Ik."
"Ik."
"Ik." (x 17 kinderkeeltjes)
"Mmmm, jij Erikje? Ja, probeer jij het eens. Ik ben reuze benieuwd of je het begrepen hebt."

"Papa maakt altijd tijd en brengt mij nu elke dag zèlf naar school en mama heeft nog geen argwaan."

14.9.08

Redding uit Deftigdorp


"De hoeren komen ons redden! Snel jongen, grijp een touw en laat je ophijsen."
"D...de... de hoeren? M...maar oom, en jij dan?"
"Ik ben te oud jongen, mijn lijf heeft het beste gehad."
"Maar ik ben daar toch nog te klein voor?"
"Te klein? Jongen toch, als je zo blijft denken zul je altijd klein blijven! Grijp je kans, GA!"

9.9.08

Een mondvrouw



Ik heb het lang niet in de gaten gehad, maar ik heb wel degelijk last van een mondvrouw. Dat is geheel mijn eigen schuld uiteraard. Ik moet maar niet zo schaapachtig met open bek de vrouwen aangapen. Ze hoefde er maar in te springen en dat heeft zij, hops, natuurlijk gedaan!

En nu?

Nu kan ik natuurlijk niet meer vrijuit praten. Alles passeert via haar. Dat belooft voor onze verdere conversaties.

7.9.08

Het hoofd tussen de geraniums

(Een avontuur van Alma Zichtopzee)

IV.

“Het is misschien vreemd dat ik het vraag meneer Reptiels, maar wat dééd u precies vanavond rond halfnegen?” vroeg Alma Zichtopzee kwansuis.

“Ik luisterde op de radio naar een life opvoering van Carmen, de opera van Bizet. Het was net afgelopen toen u aanbelde.”

Dit antwoord deed Alma Zichtopzee’s wenkbrauwen fronsen op de voor inspecteur Van Heel o zo vertrouwde manier! Het aloude signaal om naar zijn dienstwapen te grijpen!

“Die life uitzending van Carmen vanavond op de radio werd toch vervangen door een ander programma meneer Reptiels? Daartoe werd vanmiddag besloten wegens het schielijke overlijden van Antonio Castreras en Carlo Falsetti, de tenor die de rol van Don José zingt en zijn vervanger. Indien u thuis was dan had u geweten dat in de plaats een studio opname van The Desert Music voor koor en orkest op tekst van William Carlos Williams van Steve Reich werd uitgezonden. Werk van een heel ander kaliber! De programmawijziging werd vanmiddag in het nieuws van vier uur publiek bekend gemaakt,” sprak Alma Zichtopzee op docerende toon.

“En op basis daarvan meent u zomaar te kunnen stellen dat ik niet thuis was en sterker nog, dat ik Eleonore heb omgebracht. Maar wat is mijn motief dan? Welk motief zou ik in godsnaam moeten hebben?” antwoordde Reptiels scherp.

“Het meest mannelijke motief dat er bestaat: vanitas, meneer Reptiels. Uw grenzeloze ijdelheid die u influistert dat het normaal is, misschien zelfs wel enigszins opwindend, om naakt de politie te woord te staan. Diezelfde ijdelheid die u laat denken dat het wel eens niet goed zou kunnen zijn voor uw reputatie als uit de boekhouding van Eleonore Schlüsselbein zou blijken dat u haar compagnon bent en actief de meisjes inwijdt in het werk dat van hen verwacht wordt. Als dat uitlekt, kan u fluiten naar uw benoeming van voorzitter van de rechtbanken van koophandel. Uw ijdelheid fluisterde u in dat uw compagnon mogelijk voor problemen zou zorgen in de toekomst, en dàt wilde u in de kiem smoren."

Met een snelle beweging hief Reptiels de machete omhoog voor zijn keel.

“Jan, hou hem tegen,” riep Alma, maar inspecteur Van Heel had die aansporing niet nodig en, alert als hij was, had hij Reptiels al in de boeien nog voor die zichzelf de keel had kunnen doorsnijden.

“Neen meneer Reptiels,” vermaande Alma terwijl zij voorzichtig de gevallen machete, waarop beslist nog DNA sporen van Eleonore Schlüsselbein op te vinden waren, aan inspecteur Van Heel overhandigde, “een tsjak is een offerwapen, desnoods om een leven te offeren uit ijdelheid, maar het is geen zelfmoordwapen meneer Reptiels. U zult zich moeten verantwoorden voor een rechtbank. Aan de rechter om uit te maken op welke manier u moet boeten.”

***

“Zeg eens Alma,” vroeg Van Heel de volgende avond, toen hij in haar riante appartement was uitgenodigd om een glas te drinken op de zoveelste opgeloste misdaad, “hoe wist jij zo ineens van die programmawijziging? “

“Dat wist ik helemaal niet, er was zelfs geen programmawijziging, maar er waren duidelijke aanwijzingen die dreigden verloren te gaan in de komende uren. Het was dus primordiaal dat ik Reptiels uit zijn tent kon lokken. Ik gokte daarbij op zijn toch wel het onwelvoeglijke overschrijdende ijdelheid. Zo was er de glimmend schoongemaakte tsjak, of schedelkliever, van de Twa. Het is gewoon heiligschennis om die schoon te maken, laat staan op te blinken als een kappersmes, dat druist in tegen alle rechtvaardigheidsgevoel van de Twa. Ik vond het verbazingwekkend dat Reptiels, die gerenommeerd is om zijn grote respect voor de cultuur van dat pygmeeënvolk het wapen zo grondig schoon had gemaakt. Dat was waarschijnlijk ook de reden waarom hij het zo vaak streelde. Een vorm van schuldgevoel, alsof het hem niet lekker zat. En dan was er zijn naaktloperij. Het was duidelijk dat hij pas van onder de douche kwam, waarschijnlijk om bloedsporen af te spoelen. Het feit dat hij zo ijdel was om zijn naakte hebben en houden aan ons te tonen stelde mij echter in staat een klein theorietje van me te testen, namelijk het feit, al is het nu geen hypothese meer Jan, dat zijn rechterteelbal duidelijk lager hing dan zijn linker. Mijn observaties in andere zaken leerden mij dat bij moordenaars de rechterteelbal, na het plegen van een moord met voorbedachten rade ongeveer twaalf uur lang, làger komt te hangen dan de linkerteelbal. Het is geweten dat bij mannen normaal de linkerteelbal het laagst hangt. Al die elementen samen boden mij genoeg zekerheid om de gok te wagen.

Grijnzend keek Van Heel Alma aan. Wat was zij toch slim!


SLOT

6.9.08

Een Ikea familie speelt het Ikea spel



“Kom kinderen, we gaan nog eens naar Ikea.”
“JOEPIEIEIEIEI!!!! Doen we dan het Ikea spel in de wagen?”
“Ja, kom, instappen.”
“Ik begin: Arild!”
Dimpa.”
Antonius.”
Septim .”
Mammut.”
Tirup.”
Pjätteryd.”
D…Dr…Drrrr…”
“JE WEET ER GEEN MEER!!!! SLIEP SLIEP UIT. VOOR JOU GEEN KOTBULLAR!!!”
“Dat is vals, dat was niet afgesproken.”
“Jawel hè, papa. Voor Björn geen Kotbullar!”
“Natuurlijk Knut, de regels van het Ikea spel zijn bikkelhard!”

5.9.08

De fatwa



Een keurig geklede man kwam tot bij onze tafel en sprak een fatwa over ons uit. Zomaar zonder reden. Want zijn wij geen keurig geklede mensen?

Daar zaten we dan en hij keek ons triomfantelijk aan. Tja, wat moesten we? Hem excommuniceren? Zo eenvoudig gaan die dingen niet.

Waarom die fatwa vroegen wij ons af, wij krenken niemand! Maar algauw beseften wij dat wij aan onbegrip leden. En voor wie ook aan onbegrip lijdt wordt wat er gebeurde dan ook veel duidelijker.

Zoiets stemt, wie weet, tot hoop.

4.9.08

Over mijn contacten met mensen die opgingen in het niets



Ik heb mij ooit verdiept in het wel en wee van mensen die opgingen in het niets.

Zelf drukken zij zich uiteraard anders uit over hun situatie en geven zij er de voorkeur aan hun bestaan met andere bewoordingen te omschrijven, waarbij zij vaak lange en ingewikkelde zinnen gebruiken, een kenmerk dat met zich meebrengt dat zij gaan uitwijden over andere dingen die minder of helemaal niets, dit laatste is geen woordspeling, met de kern van de zaak te maken hebben.

Ik moest dan ook altijd heel goed nadenken waarover we het hadden, telkens als ik met mensen die in het niets opgingen sprak.

3.9.08

Wat er gebeurde op het meer



In afwachting dat hij zijn liefde zou openbaren tekende zij golfjes op het water.

2.9.08

Ex-premier Dehaene



Met verbazing ziet de kampioen ex-premier Dehaene onder zich door zwemmen, maar een sportman laat zich niet van de wijs brengen!

1.9.08

Nieuwe horizonten



"Zijn die nieuwe horizonten ook nieuw als je ze van de andere kant bekijkt?" wilde de vrouw weten. Dat was nu eens een vraag waarop ik wèl een antwoord wist.
"Dat ligt eraan met welke verwachting je er naar kijkt!"
Zij keek mij aan alsof ik niet goed wijs was.
Maar toch, ik ben een kenner van nieuwe horizonten.