30.4.09

Voorlaatste gedachten



Iemand van wie wij gevoeglijk mogen aannemen dat hij méér dan vluchtig aandacht heeft besteed aan zijn voorlaatste gedachten is Eric Satie.

28.4.09

De voorgerechten



J. kende heus wel het verschil tussen een geringschattende en een uitnodigende lach en concentreerde zich intens op de voorgerechten.

27.4.09

Gastbewaarder



Beste,

Eindelijk is het gelukt! We hebben hem in huis, onze privégevangene. Het heeft nog wat voeten in de aarde gehad met de bouwkundige aanpassingen, de maaltijdregelingen en de bezoekfaciliteiten, maar nu is het in orde. Ik kan je zeggen, het scheelt een heel stuk in ons budget, want als je het met één enkel pensioentje moet stellen, dan spring je niet ver meer tegenwoordig.

Waarvoor hij veroordeeld is mogen wij niet weten, de overheid wil dat elke gevangene die in het systeem van gastbewaring bij burgers wordt gehuisvest, gelijk behandeld wordt. Ik begrijp dat wel. Als we zouden weten dat Igor (dat is een codenaam) , een pedofiel zou zijn of een lustmoordenaar, dan zouden wij hem toch wel anders behandelen dan nu het geval is, denk ik. Maar ach, wat maakt het ook uit? Voor mijn part heeft hij gezondigd tegen de wetten van de zwaartekracht. Ik kan alleen maar zeggen dat hij heel vriendelijk en beleefd is. En hij leest graag. Dus zo af en toe steek ik hem een boek van de kinderen toe. Vooral avonturenverhalen die zich afspelen in verre landen. Dat verzet zijn gedachten een beetje. Een gevangene is toch ook maar een mens, nietwaar?

Weet je wat er zo goed is aan het systeem? De vastigheid. Hij blijft minstens vijf jaar en al die tijd zijn wij zeker van het inkomen. We denken er dus al aan om, als de tweeling het huis uitgaat, ook hun kamer te laten ombouwen. Dan zijn we helemaal zeker van onze oude dag, want tegenwoordig kan je toch niet meer blijven rekenen op je kinderen, of wel? Die hebben hun eigen leven.
Mocht het je interesseren, je zolder zou er zich uitstekend voor lenen, dan wil ik je ook wel aanbevelen als gastbewaarder.

Je beste vriend,

J.

25.4.09

Ingrid helpt mee



“Prachtig Ingrid, en hoe sneller je typt, hoe slanker je blijft. Vergeet je straks niet het lint te vervangen?”
"Ja, wat spànnend Jan!"
"Okee, dan begin ik nu te dicteren..."

24.4.09

What's in a name?



Ik ben zopas van Facebook gegooid. Met recht en reden want ik had mij willens en wetens ingeschreven onder mijn blognaam (Blogbaas van 'Vliegend Eiland) en de regels waren mij bij inschrijven wel bekend, dat kan ik niet ontkennen.

Nu geef ik toe dat mijn activiteiten op Facebook weinig, helemaal niks zelfs, toevoegden aan wat ik op deze blog doe, dus weet ik nog niet zeker of ik een nieuwe facebook account open.

Maar als ik besluit het toch te doen, dan zal waarschijnlijk ook mijn pseudoniem "Blogbaas" veranderen in iets anders, misschien wel mijn echte naam.

Daar ga ik nu eens heel diep over nadenken.

Blogbaas

21.4.09

Sprakeloos



Sprakeloos zag hij hoe de tekstballon hem langzaam aan doorboorde. Het deed zelfs geen pijn.

Toch ontsnapte hem een kleine A.

20.4.09

Jan en de fils à papa



“Zie je wel Jan, je moet je door die fils à papa’s niet zo laten opjutten, we zullen nog voor hem boven zijn.”
“Ja Ingrid.”

19.4.09

Over de geheimzinnigen



Men spreekt vaak over geheimzinnigen zonder echter precies te weten wat dat eigenlijk is: geheimzinnig zijn. Ik heb er daarom eens eentje bestudeerd. Daarvoor liet ik hem naar mijn landgoed komen met een bericht waarin ik hem omstandig uiteenzette hoeveel belangstelling ik wel voor hem had en dat ik ook voor al zijn eventuele onkosten zou instaan.
Mijn assistent liet hem binnen en stuurde hem naar de "wachtkamer." Daarmee was het experiment in feite al begonnen.
Wij hadden de "wachtkamer" vooraf uitgerust met kleine cameraatjes en, in geval van technisch falen, ook enkele loergaatjes in muren en deuren voorzien. Verder hing er in de kamer één schilderij (een reproductie van een Mondriaan) en stond er één tafel en één stoel. Op die tafel lag niet ontoevallig de krant van eergisteren en een fruitmand met fruit van het seizoen. Voor de rest was het wat men noemt een kaal vertrek.
De geheimzinnige ging zitten en wachtte af. Er kwam niemand. Uiteraard kwam er niemand, want wij waren dat niet van plan. Onze taak bestond er in hem eenvoudigweg te observeren.
Na een minuut of vijf legde hij de krant wat rechter voor zich en begon de koppen te lezen. Daarna, wij hoorden hem eerst licht zuchten, stond hij op om de Mondriaan te bekijken. Dat hield hij een seconde of negentig vol. Toen ging hij weer zitten en bewoog een hele poos, drie kwartier, haast niet. Al legde hij wel af en toe zijn linkerbeen over zijn rechter, en omgekeerd.
Uiteindelijk keek hij op zijn uurwerk en zuchtte hij eens diep. Deze keer was dat ook duidelijk hoorbaar. Opnieuw nam hij de krant en begon die nu met heel wat meer aandacht te lezen dan zo-even. Daarbij besteedde hij geen aandacht aan het financieel nieuws. Alvorens het tweede katern open te vouwen trok hij zijn jasje uit en hing het zorgvuldig over de rugleuning van zijn stoel. Wij hadden de kamer inderdaad goed verwarmd. Wij konden ook duidelijk waarnemen dat hij tijdens het lezen van katern twee iets uit zijn neus pulkte en dat vervolgens op at. Dat herhaalde hij vier keer.
Na nog eens eenenzestig minuten verder in het experiment stond hij weer op, trok de deur waarlangs mijn assistent hem had binnengeleid open en riep met heldere stem in de gang:
"Hallo!?"
Maar u zult wel begrepen hebben dat wij niet antwoordden.
Er verscheen een uitdrukking van verbaasde verwondering en verveling op zijn gezicht toen hij weer ging zitten en op zijn uurwerk keek.
Opnieuw las hij de krant en alweer had hij geen aandacht voor het financieel nieuws van eergisteren.
Toen, ineens, alsof hij een dapper besluit nam, veerde hij op, greep zijn jasje, trok de deur open, liep de gang in en verliet ons huis. Zonder ook maar iets te zeggen of te roepen of ook maar eender welke boodschap na te laten. Ik weet dus in de verste verte niet waarheen hij zo plots vertrok.
Als besluit van mijn experiment kan ik dus alleen maar stellen dat er over geheimzinnigen , zelfs na observatie, heel weinig te vertellen valt, behalve dat zij er door hun gedrag, bewust of onbewust, in slagen meer geheimzinnigheid te creëren dan er initieel was.

18.4.09

Lachen met...



- Jaja, lachen met een andersmagere, is het dat wat jullie moeder jullie leert!?

Weinig problemen



Al op jonge leeftijd leerde ik mij dubbel plooien voor het het gezag, zodat ik daar nu weinig problemen mee heb.

16.4.09

De gebaremiseerde bediende



Net toen hij er zeker van was dat de economische crisis zonder al te veel erg aan hem voorbij zou gaan verloor de gebaremiseerde bediende zijn evenwicht.

14.4.09

Onder acrobaten



"Hoi Zoltan, druk vandaag, niet?"
"Wat je zegt Wladimir, wat een beetje zon al niet vermag!"
"Precies, de sappen gaan weer stromen."
"Ideaal voor een salto met schroef!"
"Heb ik net gedaan."
"Een auwerbach dan maar, synchroon?"
"Goed, dan zien ze meteen dat wij geen beginners zijn."
"Zet hem op Wladimir!"
"Geef 'm van jetje Zoltan!"

13.4.09

Over Winston Churchill, de wielrenner (2)



Al op zeer jonge leeftijd begreep Winston Churchill intuïtief dat er wel eens een grote rol voor hem kon weggelegd zijn in de geschiedenis. Om op alle eventualiteiten voorbereid te zijn placht hij eigenhandig, om de andere dag, zijn fiets te reinigen en de ketting in te vetten.

“De toekomst is aan de mobiele mens,” had zijn vader hem ingeprent.

12.4.09

Over Winston Churchill, de wielrenner



Als Winston Churchill in 1896 niet in Cuba en India had gezeten dan had hij, als ongedurige jonge man, beslist deelgenomen aan Parijs - Roubaix, de grote klassieker van de wielersport, en deze wedstrijd 13 keer op rij gewonnen. Wie had er dan nog gesproken over Henri Suter, Romain Gijssels, Gaston Rebry, Raymond Impanis, Fred De Bruyne, Rik Van Looy, Roger De Vlaeminck, Peter Van Petegem of Tom Boonen? (Een paar vurige fans niet te na gesproken.)

Zo blijkt opnieuw hoe afkomst en milieu het leven van een mens kunnen bepalen.

9.4.09

Uitverkoren



Soms voel ik mij zo uitverkoren.
En weet u waarom ik mij soms zo uitverkoren voel?
Omdat mij dingen in de schoot vallen, zo nu en dan, waar ik in de verste verte geen rekening mee heb gehouden.
Neem nu mijn huwelijk...

Jan springt door een hoepel



"Kan je die hoepel een ietsje lager houden Ingrid? Dan spring ik er zo doorheen!"

8.4.09

Flexibel plannen



“Zeg, die vergadering…”
“Ja, wat is daar mee?
“Moet ik daar echt naartoe?”
“Uiteraard.”
“Kan ik mij niet laten vervangen?”
“Door Charles? Geen sprake van, jij moet gaan.”
“Maar het interesseert mij niet wat daar wordt besproken.”
“Sorry, het is jouw account. Jij bent er verantwoordelijk voor, toch? Je wilde het per se hebben! Nog geen maand geleden!”
“En als ik ziek word?”
“Tja, dan kun je natuurlijk niet.”
“Goed, dan zie ik nog wel.”

7.4.09

Ommetjes



De wandelingen van de gebroeders Lumière waren legendarisch.
"Och, het waren maar ommetjes, om indruk te maken op de meisjes," zo zou Louis het later omschrijven, "maar toen Auguste in alle ernst met die cinématographe op de proppen kwam, zijn we opgehouden met die grapjasserij."

5.4.09

De ontroostbare vrouw



"Misschientje, Misschientje! Waar ben je zolang gebleven?"
"Ik was bij de ontroostbare vrouw."
"Bij de ontroostbare vrouw? Vertel, vertel!"
"Ja, de ontroostbare vrouw! Ken je die niet?"
"Neen Misschientje, of het moet weer een sprookjesfiguur zijn, die in verschillende gestalten bestaat."
"Wel, de ontroostbare vrouw is een diepdroef mensje dat zilveren tranen weent, zo diep en onbespreekbaar is haar verdriet."
"Zilveren tranen? Maar dat is toch keigoed!?"
"Dat heb ik haar ook gezegd, om haar op te beuren:
"Maar ontroostbaar vrouwtje," zei ik, "zie je dan niet welke rijkdom er schuilt in jouw verdriet? Het ligt hier vol met zilveren tranen. En de meeste zijn heel erg mooi!"
"Fijn dat je haar daar hebt op gewezen! En toen?"
"Toen? Toen begon zij nog hàrder te huilen. Oorverdovend!

Boe-hoe-hoe!!!

De tranen kletterden in het rond, maar ik kreeg er geen eentje mee toen ik er beleefd om vroeg, niettegenstaande ik haar uitlegde dat je verdriet moet delen!"
"Oei... dan moet zij werkelijk ontroostbaar zijn."
"Jaaa… Daarom noemt men haar ook de ontroostbare vrouw...," antwoordde Misschientje meer in zichzelf dan luidop, met een gebaar waarbij zij de vingertoppen van haar beide handen tegen elkaar drukte alsof zij ineens een ingeving kreeg.

1.4.09

Ware schoonheid!



Zij veinsden ongeïnteresseerdheid, maar toch wisten zij ware schoonheid wel te smaken als die zich in hun buurten manifesteerde.

Een schaduw



"God is slechts een schaduw,"
had zij ergens gelezen,
maar dat hij zo aan je kan trekken had zij niet gedacht.