31.5.20

Nog een scheppingsverhaal



Het was de familie S. die er voor het eerst in slaagde sneeuw te kweken, op takken geënt op jonge olmen. Een zachte bries verspreidde de eerste vlokken over het land en waar ze neerdwarrelden ontstond het leven zoals wij dat in zekere zin nu nog kennen. Alleen hebben wij geprobeerd het te verklaren met veel ingewikkelder scheppingsverhalen.

30.5.20

Godot



"Wacht, er wordt gebeld.”
“Zo, die is alweer weg.”
“Wie was het?”
“Godot.”
“Ja, hij kwam maskers leveren.”
“Ik had hem wel eens willen zien."

Uitzingen



"Tjongejonge..."
"Maar je hebt je aandelen nog?"
"Tuurlijk wel!"
"Dan is het zuiver een kwestie van uitzingen dus."

29.5.20

Wat de vruchten van opleiding en welvaart...


...zijn bleek pas goed toen er over solidariteit werd gesproken.

De verkoop van het verlangen



Voor zij overhaast vertrokken 
verborgen zij nog dingen die 
zij later hoopten weer te vinden en 
zo kwam het verlangen als 
een bladwijzer terecht tussen 
twee aangrenzende continenten in 
een atlas uit 1958, jaar van 
grenzeloos optimisme en hoop.

Jaren later  - het verlangen kende 
nu de wereld - dook het op in onze 
middens en wij hebben het een
plaats gegeven. Wij konden dat
natuurlijk, want wij leefden van
verkoop!

28.5.20

Hij was ook meertalig!



Telkens de oppositieleider kritiek leverde op het beleid viel de premier voor dood neer en bleef dan vaak uren liggen, nauwelijks nog ademhalend. Het was een techniek die hij zich in zijn prille jeugdjaren eigen gemaakt had en die van begin af aan uitstekende resultaten afwierp.

27.5.20

Een aforisme van oom Floris



Verwacht geen kinderachtigheid van kinderen!
Dat kunnen wij volwassenen toch véél beter.


26.5.20

De gezelligheid



“Maar uw belangrijkste ontdekking was toch wel…”
“…de gezelligheid, jà, zeg dat wel.”
“Terwijl u verwachtte iets totaal anders te zullen vinden.”
“Ja, alles wees naar het hete hijgen. Daar was de hele expeditie in zeven haasten voor opgericht, want we waren niet de enigen in die tijd die op dat spoor zaten.”
“En dan op diè plek! Naar het schijnt…”
“Ja, bij de buurvrouw. Waar we eigenlijk nooit op zoek zouden zijn gegaan. Maar het was die hardnekkige koffiegeur! Uiteindelijk wilden we ontdekken wat dat te betekenen had.”
“En of u dat ontdekt hebt! Geen mens vandaag de dag die niet weet wat gezelligheid is.”
“Ja. Je moet er alleen maar oog voor hebben. Uiteindelijk speelt de gezelligheid nog steeds een belangrijke rol in de samenleving.”
“Toch wel een constante in de loop van de geschiedenis. En dat allemaal dank zij u!”
“Kom, kom, zonder die koffiegeur was er niets gebeurd."

25.5.20

Borstsmachten



“Huidhonger, wie verzint nu zo’n woord?”
“Ja, als het maar klinkt, hé"
“Maar dan zijn ‘penisdorst’, ‘oorlelzin’ of ‘borstsmachten’ toch veel begrijpelijker?”
“Borstsmachten?”
“Ach Jan, je weet wel wat ik bedoel.”
“‘'tuurlijk. Er is honger en honger". 

24.5.20

Deuren



Er was eens een vrouw die met de deuren open leefde. Waaide er eens eentje dicht dan deed ze die zo vlug mogelijk weer open. Weer of geen weer.

 “Ja, dat ademt beter,” zei ze dan.

 Er was ook eens een man die alle deuren achter zich sloot. Hij had daar niet echt een reden voor, maar het was sterker dan hemzelf dacht hij. Ging er eens eentje dicht dan kon je er donder op zeggen dat hij in de buurt was.

"Ik? Nee hoor.”

“Dat moet vanzelf gebeurd zijn.”

“Ik dacht dat het mocht.”

of

“Het is sterker dan mezelf.”

 zei hij dan.

Het gebeurde op een dag dat de vrouw die met de deuren open leefde en de man die alle deuren sloot op elkaar vielen. U hoort mij niet zeggen dat het voorbestemd was, maar het is wel gebeurd. Maar om kort te zijn, dat heeft nièt lang geduurd.


23.5.20

De fietser


 

Hij had altijd willen meegaan,

haar vergezellend op

haar ademtochten

 

maar zij snurkte ‘t liefst alleen

en liet hem achter in de bochten.

22.5.20

De coronaire samenleving


Ja, stilaan rees de hoop dat de anderhalve meter maatregel in de openbare ruimte een blijvertje mocht worden.

21.5.20

Om het licht



“Een beminnelijke schikking, kan je je daar in vinden?”
“Na al die tijd?”
“Het is dan ook een schikking.”
“En komen we dan uit de schaduw?”
“Ja, het is mij om het licht te doen”

20.5.20

Een ridder van nep



een ridder van nep

komt het weer eens vertellen

over waarom en wat en hoe hij

en dat u of ik niet moeten

en dat op die manier voor ons allen

daar mogen wij zeker van zijn!

19.5.20

Amerikaanse koek

Hij hield van die Amerikaanse liederen.
“Ja, daar hou ik wel van,” placht hij dan te zeggen.
“Maar waarom dan?”
“Het is een goed volk, die Amerikanen,” wist hij dan met stelligheid.
“Een goed volk?”
"Ja, met dat ritme vooral, het gaat erin als koek.”
Als koek dus.

18.5.20

Onze afkomst


"Mijn moeder was een héél eenvoudige vrouw. Mijn vader trouwens ook!"

17.5.20

De zandvaders


Wat ons bij de zandvaders voorzichtig optimistisch stemt is het feit dat zij steeds beter de juiste woorden lijken te vinden. Dat is lange tijd het geval niet geweest. Voorlopig wachten wij nu op een coherente boodschap, een blijk van erkentelijkheid, of gewoon een eenvoudige boodschap. Op een verontschuldiging durven wij nog niet hopen.

16.5.20

Spijt

Ze was onderweg voor haar schouderklopje. Vreemd dat u dat niet zag. Maar hebt u daar dan geen oog voor? Zij kreeg het in mijn bijzijn. Ik werd er ook niet op aangekeken hoor. Mocht u dat nu denken, nee, helemaal niet. En weet u, ik heb er geen spijt van.