30.11.14

Sociale conflicten



Al van bij zijn eerste landing aldaar, twintig jaar na hem te hebben ontdekt, was het Prof. Volkorf volslagen duidelijk dat, eens ontgonnen en voldoende bevolkt, ook die planeet niet gespaard zou blijven van harde sociale conflicten.







29.11.14

Optrekken



Aan de overkant staat
de hongerman te loeren.
De gevels zijn ook
alweer uitbundig.
Alleen de bedrading
slaat een brug.
Al trek ik mij daar niet aan op.



28.11.14

Theologie



Omdat zij ze even niet meer zag, dacht Jasmijn dat zij geen benen meer had. Tot zij ineens begreep dat het uiteraard niet noodzakelijk waar is dat de dingen die je niet ziet er ook niet zijn. Waarna zij besloot theologie te gaan studeren.



27.11.14

Hoe het in zijn werk gaat



"De nacht waarop snorren een man zoeken die het best bij hen past is nog veel te weinig bekend."
“Ik heb er nog nooit van gehoord, moet ik toegeven! Hoe gaat dat dan in zijn werk?"
“Gewoon. Zorg dat ze je goed kunnen zien, verder doen zij alles zelf."



26.11.14

Tax Shift



"Jo, ik hoorde toevallig een paar van onze werkmensen die het hadden over tax shift, dat is toch niet ernstig?"
"Ach schat, je hoort het overal vandaag. Het is al tax shift hier en tax shift daar."
“Misschien hebben ze niet genoeg werk?"



25.11.14

De pareldenker



“Maar man toch, zoals jij aan pareldenken doet! Nogal wiedes dat je dan belaagd wordt door de zwijnen.



24.11.14

Navenante handelwijzen



Eens het ons daagde dat wij
daadwerkelijk voor onze principes
op mochten komen besloten wij om
ons ernstig te bekwamen in de
navenante handelwijzen.



22.11.14

Apparaat met opties



"Natuurlijk bekruipt mij soms de lust om ontzettend veel van iemand te houden, maar dan heb ik dit apparaat."
"Ja? En wat doet dat apparaat dan?"
“Het herinnert een mens aan moraal en fatsoen en van die dingen."
“En werkt het?"
“Ja hoor, maar ik heb er dan ook alle opties bij genomen."



Wie ik ben



Er zijn dingen die je natuurlijk nooit of nooit aan iemand vertellen moet, zèlfs al zou je het antwoord weten.
Zeker niet wanneer die iemand op een nacht onaangekondigd naast je bed staat en je niet eens de kans geeft je eerst deftig aan te kleden.
Dus op de vraag:
“Wie ben jij?” antwoordde ik
“Dat weet ik niet."
En op de vraag waar ik mijn goud en sieraden verborgen houd, antwoordde ik dat ik geen goud en sieraden heb en niet eens weet wat dat wel is!
Nu ben ik allang weer helemaal alleen en ik weet nog steeds niet wie ik ben.



21.11.14

De kans dat je de lotto wint!



“Ze zei het nog…"
“Ja…, Laat mij met rust of ik verander jullie in een kat..."
… en je zult de rest van je leven blijven manken!"
“Maar jij kon je weer niet beheersen natuurlijk."
“Voor de honderdste keer sorry, zoiets geloof je toch niet als normaal mens?"
“Neen, de kans dat je de lotto wint is reëler."



De plooibare mannetjes



Van de plooibare mannetjes weten
wij dat zij altijd hun uiterste best
zullen doen, zelfs al zal er altijd
wel eentje zijn dat schreeuwt van:
“Nu is het genoeg!”
Maar zo’n iel stemmetje horen wij
niet altijd tussen het plooien door,
laat staan dat er erg veel aandacht
aan wordt besteed.




20.11.14

In het licht van het recht op informatie



Of ik “weer gesproken had met de meest bedroefde vrouw ter wereld?”
“Neen natuurlijk,” beweerde ik ferm.
Zulke vragen worden mij nu keer op keer gesteld, en dat in het licht van het recht op informatie!
"Welke informatie?" vroeg ik.
Hoe komen ze daar bij?
Kan men zich dan werkelijk op zulke dingen beroepen in zulke gevallen?



19.11.14

Ik ga met je mee



“Ik vertrek naar het land waar de mensen elfen tellen voor de kost.”
“Is dat ver?”
“Volgens mij niet, nee.”
“Wacht, ik ga met je mee."



18.11.14

Het stof



"Bevinden wij ons nu nog steeds in afwachting van een grote, ja, misschien zelfs dramatische omwenteling?”
“Jazeker.”
“Maar daarna zal het stof wel weer gaan liggen?"


Illustratie: Topor




17.11.14

Mijn rechtschapenheid



“Zeg, die rechtschapenheid van jou?”
“Wat is daar mis mee?”
“Niks hoor, ze ruikt alleen wat naar vis.”
“Naar vis?”
“Ja, zo’n fijn visgeurtje hangt er aan.”
“O dàt! Dat komt waarschijnlijk van die vele watertjes die ik allemaal heb doorzwommen.”
“Ja, uiteraard. Dat zal de verklaring zijn."




16.11.14

Grote natte gladde bal



De eerste keer al toen ik hem zag liep hij rond met een grote natte gladde bal. Wat hij daarmee wilde was mij toen een raadsel. Later is gebleken dat hij dat deed om zijn leven op orde te brengen. Wat die bal uitmaakte is iets wat niemand snapte. Hijzelf, indien gevraagd, had het misschien ook niet echt geweten. Het was ook maar een bal, en daarover ben je snel uitgepraat, indien je daarover dan per se wil praten.



15.11.14

De ronde



Toen ik nog rond was rolde ik overal gemakkelijk doorheen. En eigenlijk doe ik dat nu nog altijd. U bent uiteraard heel benieuwd hoe dat is, zo overal doorheen kunnen rollen als ronde. Dat is moeilijk te beschrijven, een beetje als dansen, zo helemaal vanzelf gaat dat.
Of neen, eigenlijk mag ik niet beweren dat ik overal doorheen rol. Dat is niet zo. Zo rond ben ik eigenlijk niet. Dat mag u wel weten.




13.11.14

12.11.14

Daarna



“Hier, als we hier op dit plekje even dèze houding aannemen ten opzichte van elkaar, dan bestaan wij voor eventjes niet meer.”
“Gaat dat zo gemakkelijk?”
“Jazeker.”
“Maar doe ik je daarbij dan geen pijn?”
“Helemaal niet, omdat wij op dat moment dus ook niet voor elkaar bestaan.”
“En daarna, wordt alles dan weer normaal? Of nog beter?”
“Neen, dat niet."



11.11.14

Het verschil



U wist natuurlijk al dat vogels alleen maar betekenisvolle gesprekken voeren met elkaar. Ja, want vogels zijn vrij, dat weet iedereen. Tot op hoge hoogte. Terwijl ik maar wat rondvlieg zonder ergens te komen. Dat is het verschil.



10.11.14

Doorheen indrukwekkende landschappen!



Zijn vlucht voor een aantal belangrijke waarheden in het leven voerde uiteraard nergens heen, maar onderweg doorkruiste Jan wel heel indrukwekkende landschappen!







Mogelijks bent u zelf wel van adel!



Ik werd opgebeld maar liet even rinkelen alvorens op te nemen.
“Hallo?”
Of ik van adel was, wilde men weten, en zo ja, of ik mijn medewerking verlenen wilde aan een enquete over de levenswijze van de hedendaagse adel.
Jammer, want ik ben niet van adel, anders had ik hier nu een en ander over de levenswijze van de hedendaagse adel losgelaten uiteraard.
Maar ik ben dus een eerlijk man.
Waarmee ik niet insinueren wil dat een edele gelijk minder eerlijk is. Die conclusie mag u hieruit helemaal niet trekken. Maar dat begrijpt u uiteraard wel. Mogelijks bent u zèlf wel van adel!



9.11.14

Natte gladde bal



"Maar neen, het geluk is geen natte gladde bal, dat heb ik nooit gezegd. Hoe zou ik daar zelfs maar op komen?"



Een belangrijk gesprek



“We zouden natuurlijk een totaal ander leven hebben indien wij altijd en overal de waarheid en niets dan de waarheid zouden zeggen,” begon mijn vrouw, waarop ik opmerkte dat mocht ik met grotere passen lopen ik niet noodzakelijk verder zou hebben gestaan in het leven, maar zij wilde dat niet als een ernstig antwoord in aanmerking nemen tijdens het voeren van een belangrijk gesprek.



8.11.14

Zoals jij je het wilde herinneren



Nu zijn wij natuurlijk alweer de volgende dag en zou je verwachten dat het effect van een toverdrank uitgewerkt is maar dan gaat een mens alweer op zijn verstand af dat je ooit aanraadde om nooit meer in een spiegel te kijken waardoor je langzamerhand vergat wie je precies was of wilde zijn en je zelfs klakkeloos ging geloven in een toverdrank die het mogelijk maakte dat je hier achteraf helemaal niets meer van wist, of toch niet meer zo heel precies, of om echt precies te zijn: zoals jij je het vooral wilde herinneren, te beginnen vanaf de volgende dag.



7.11.14

De mening van een brugfiguur



"Ja, als brugfiguur - sinds jaar en dag - pleit ik uiteraard ook voor een geheel nieuw sociaal overleg dat veel efficiënter moet verlopen, dat spreekt!"

6.11.14

Jan en Ingrid in het nu



“Maar natuurlijk niet Ingrid, het nu waarin wij ons nu bevinden en het nu in dat bericht op Fb zijn twee verschillende nu’s. Die hebben echt niets met elkaar te maken!”
“…”
“Je vindt dat het nu in dat bericht nogal permanent klinkt?”
“…”
“Moet dat nu?”
“…”
“Goed, tot straks dan.”
“…”
“Okee Ingrid, dan kom ik nu.”



5.11.14

De roos in volle bloei



Tijdens de uitbeelding van “De roos is volle bloei” moedigde onze regisseur ons aan met kreten als:
“Prachtig, en dat voor een ongesubsidieerd gezelschap!",
waardoor wij ons natuurlijk nog meer bewust werden van onze maatschappelijke relevantie.



4.11.14

Het luisterend oor



Ik schrok wakker uit een boze droom en er stond een luisterend oor naast mijn bed.
“Wat ben jij?” wilde ik weten omdat ik het niet direct herkende.
“Een luisterend oor,” fluisterde het.
“O, en wat kom jij zo ineens doen?”
“Ik kom luisteren.”
“Dan ben je bij mij aan het verkeerde adres.” (gokte ik op de mogelijkheid dat ik in mijn dromen niet luidop spreek).
“Ik denk nochtans dat ik door…”
“Neen hoor. Of wil je nog wat weten?”
“Ja, of ik goed sta met deze cape?”
“Helemaal niet. Nog nooit zo’n belachelijk luisterend oor gezien.”
“O, dan verdwijn ik maar weer.”
En het luisterend oor verdween.



3.11.14

De voorbeeldfunctie

Eindelijk wist ik hem dan toch even apart te nemen:
“Zeg, die heldendaden van jou, zo bijzonder zijn die nu toch ook weer niet?”
“Wat zeg je nu?”
Dat het allemaal nogal overdreven wordt, niet? Die helse omstandigheden. Het gevaar voor vrouw en kinderen en lijf en leden?”
“Ja, maar het was wel erg vèr van huis toch?”
“Maar daar werd toch ook fors rekening mee gehouden?”
“En de voorbeeldfunctie dan?”
"De voorbeeldfunctie?”
“Die mij nu opgedrongen wordt?”
Op die manier draait het dus toch weer om iets waar je vroeger op meer inschikkelijkheid had kunnen rekenen.



2.11.14

Een aforisme van oom Floris



Een mens moet toch eigenlijk heel gemakkelijk zèlf kunnen bedenken wat men van hem denkt?