31.3.24

Het geluk en Mien Zwart (Een korte reportage)

Eindelijk kwam de dag waarop het geluk Mien toelachte. 'Ik was zo verrast dat ik haast vergat terug te lachen,' zou ze later zeggen.
















30.3.24

Ter zake (27)

Ik kan me echt niet voorstellen dat ik ooit deelneem aan een knokpartij. Ik heb het vroeger nooit gedaan en ik zie niet in hoe ik er nu nog bij betrokken kan raken, schuw als ik ben Het is niet omdat ik bang ben om met de politie in aanraking te komen of in de gevangenis te vliegen of zo, daar sta ik niet eens bij stil, neen, Ik ben er gewoon te laf voor. Toen ik jong was en Sinterklaas nog kwam stond ik er ook niet bij stil hoe die heilige man de geschenken naar binnen bracht. Misschien heb ik wel een ingebakken neiging om me niet bezig te houden met dingen waar een reukje aan zit, want ook later, toen ik catechese volgde, hield ik me niet bezig met aspecten die duidelijk niet passen bij de realiteit. Soms draag ik wel eens iets roods. Ik ben geen persoon die reserve onderdelen nodig heeft om met een gerust gemoed een toestel te gebruiken. In mijn auto ligt geen reservewiel. Ik voel me duidelijk meer verwant met hagedissen dan met slangen. Ik heb de indruk dat we ons tegenwoordig minder druk maken over het feit dat kinderen kunnen stikken wanneer ze kleine stukjes speelgoed inslikken. Ze worden belaagd door grotere gevaren volgens mij. Het beroep van telemarketeer zou ik zonder wroeging zomaar willen verbieden. Bombast is een woord en ik vraag me af of het ooit iets met bommen had te maken, of met basten. Moleculaire transportatie, indien het realiseerbaar is, is het ultieme wapen. Uitdrukkingen zoals 'Je moet loslaten waar je van houdt', of 'op elk potje past een deksel' doen mij pijn. Van Indisch worstelen heb ik nog nooit gehoord, maar ik neem grif aan dat het voor anderen dan weer levensbepalend kan zijn. Verder hunker ik er niet naar om een klassieke wagen te hebben of ver van de beschaving te wonen zonder internet of postbedeling. Anderzijds begrijp ik steeds beter dat die dingen nu ook weer niet alles oplossen waar wij als mens mee kampen. Ik mis de diensten van een melkboer aan huis en kranten die vervolgverhalen en romans in wekelijkse afleveringen publiceren.




29.3.24

Lectuur en interpretatie (oefeningen)


 












Natuurlijk, in ieder ander land zou Het Plan vandaag nog steeds draaien. In ieder ander land zou het een bron van nationale trots zijn geweest en zou het voltallige personeel zich inspannen voor de handhaving van het hoge niveau en de principes waarop het was gebaseerd. Sterker nog, veel van onze buren op het vasteland hebben versies van Het Plan voor eigen gebruik overgenomen en in alle gevallen hebben ze een grenzeloos succes geboekt. Toch bestaat er geen twijfel over, wiens idee het oorspronkelijk was. Het was van ons. Wij hadden het bedacht. Het Plan voor Volledige Werkgelegenheid werd door de rest van de wereld met afgunst bekeken: het was de grootste onderneming die ooit door mannen en vrouwen is bedacht. Het loste in één klap het probleem op dat de mensheid al generaties lang in zijn greep hield. De deelnemers hoefden de zaak alleen maar in beweging te zetten en ze waren verzekerd van een stralend en zonovergoten hoogland waar ledigheid en onzekerheid voor altijd uit verbannen waren. Het Plan, tot in de puntjes uitgedokterd door mensen met visie, was waterdicht en kon niet misgaan.

  • Is dit boek volgens jou een parabel of een haast één op één getrouwe weergave van de realiteit?
  • Had jij dit boek willen schrijven?
  • Waarom deed u het dan niet?
  • Zou je het kunnen?
  • Had je het erg gevonden als het hoofdpersonnage jouw naam had gehad? Waarom (niet)?
  • Denk je dat een goed uitgevoerd communisme slechter is dan een slecht uitgevoerd kapitalisme? Welke argumenten haal je daarvoor uit dit boek?
  • Is dit een boek voor kinderen?


28.3.24

Avondvertellingen (Middeleeuwen) XIIIde eeuw

 












Bij gebrek aan talk shows en internet vulden de lagere landelingen hun avonden met vertellingen. Daar gingen zij in op. De betere vertellers waren zo goed dat menig lage landeling geloofde dat zijn linkerduim rechts stond en zijn rechterduim links, als de verteller dit maar overtuigend genoeg wist uit te leggen en vooral ook te herhalen. Deze lichtgelovigheid is tot op de dag van vandaag nog duidelijk terug te vinden in de volksaard en verklaart de populariteit van de talk shows en het internet waarvan sprake in de eerste zin.

25.3.24

FPP (2)













Het was in Grobbendonk.

Uitgerust met de nagelnieuwe FPP's (Foute Poëzie Pistolen) begaven Mira en Mari van de FPP (Foute Poëzie Patrouille) zich in een pas ontdekt spelonk:

'Hoor jij dat gebonk?'

Mari vond dat Mira stonk.

'Kijk daar is dat geen jonk?'
'En hier een dorre stronk!'
"Shhht... ik hoor weer zo'n rare bonk?'
'Ja, Mira, dat is de muziek van Monk.'
'Ik wist niet dat dat zo klonk.'
'Jazeker, vooral hier in Grobbendonk'
'Wat betekent nu weer "tronc"?'

Zo keuvelend begaven zij zich steeds verder op het hen onbekend terrein.

'Laats met die Zeeuw, was er dan geen vonk?'
'Helemaal niet, hij wou niet dat ik dronk!'

Mari vond weer dat Mira stonk.

'Kijk, dat portret hangt schonk.'
''Ik zal het rapportonk!'

Naarmate zij het spelonkste van het spelonk in Grobbendink naderden schakelden zij opnieuw over naar een steeds moeilijker te begrijpen codetaal:

'Het nonk lijkt wel kadonk!'
'QUOOONK!!!'

(Kort na deze laatste afstapping – of plaatsopneming zo u wenst - werd de FPP opgeheven. De overheid had inmiddels begrepen dat foute poëzie veel goedkoper kan worden bestreden door het afschaffen van de subsidies.)



24.3.24

FPP (1)


 











Het was in Denderleeuw.

Uitgerust met de nagelnieuwe FPP's (Foute Poëzie Pistolen) begaven Mira en Mari van de FPP (Foute Poëzie Patrouille) zich naar het hol van de leeuw:

'Gisteren lag hier nog sneeuw!'
Mari onderdrukte een geeuw.
'Kijk daar een stenen leeuw!'
'En hier een opgevulde spreeuw!'
"Shhht... was dat geen akelige schreeuw?'
'Nee, Mira, dat is slechts een meeuw.'
'Een minuut lijkt hier een eeuw.'
'Zo gaat dat hier in Denderleeuw'
'Wat betekent nu weer "reeuw"?'
Zo keuvelend begaven zij zich steeds verder op het hen onbekend terrein.
'Ging jij niet trouwen met een Zeeuw?'
'Dat gaat niet door. Wil je dat ik daarom peeuw?'
Mari onderdrukte weer een geeuw.
'Kijk, dat portret hangt scheeuw.'
''Ik zal het rapporteeuw!'

Naarmate zij het holste van het hol van de leeuw naderden schakelden zij over naar een steeds moeilijker te begrijpen codetaal:

'Het kleeuw lijkt pareeuw!'
'KAREEUW!!!'


23.3.24

Op zekere nacht toen ik niet doorhad wat verdween

 
was ik weer op wandel en botste zomaar op het sprookje
Het verbaasde me hoe weinig misbaar het maakte
Ik overdacht het gebeurde terwijl ik verder liep onder de platanen.
Ach, was het wel een sprookje?
Door de botsing was mijn pet op de grond gevallen
flats in een plas
Met mijn natte pet op mijn kop kwam ik thuis.
Daar zocht ik meteen mijn sprookjesboek
en vond de afscheidsbrief
Het sprookje is uit!






















22.3.24

Huwelijk van Boudewijn van Bergen, Graaf van Vlaanderen, met Richilde, gravin van Henegouwen (1187)











Eigenlijk was dit haar tweede huwelijk. Zij staat er dan ook wat geroutineerd bij. Boudewijn, een volle neef van haar, lijkt ook niet echt op te gaan in het ceremonieel. Hij wilde zo snel mogelijk werk maken van een nageslacht zodat Arnulf III – toen nog niet verwekt – hem zou kunnen opvolgen. Daar slaagde hij, mits enkele verwikkelingen, uiteindelijk ook in.



21.3.24

ue o muite aruko

'Maar wat zoek je toch? Je hebt mij toch om te omhelzen?'
'...'























Sprookje













In dit sprookje wacht de koning op het meisje of de vrouw die hem komt overtroeven. De meeste kinderen hebben het geduld niet om te wachten hoe dat afloopt.


20.3.24

Lectuur en interpretatie (oefeningen)

 
     De ogen van de grafdelver die niet haar voorkeur had, volgden de figuur van Cahir Bowes terwijl die zich naar het opstapje bewoog. Hij lachte een beetje geamuseerd en veegde toen over zijn voorhoofd. Hij kwam overeind en klom uit het graf. Hij wendde zich tot de weduwe en zei: 'We zitten op vijf voet. Is dat genoeg om de wever in neer te laten? Bent u tevreden?'
       De man sprak haar aan zonder bijzonder medeleven te veinzen. Hij benaderde haar zoals een vierde echtgenote dient te worden benaderd. De weduwe was zich van zijn gedrag bewust, maar nam het hem niet kwalijk. Ze bezag hem kalm en zonder een spoor van wrok. Er was van zijn kant ook geen sprake van wrok, huichelarij of schone schijn. Haar emotieloze ogen volgden zijn gebaren toen hij zijn spade in de rulle berg aarde op de grond stak. Een schreeuw van Cahir Bowes leidde hem af, hij lachte opnieuw en voordat de weduwe kon antwoorden, zei hij: 'Die ouwe Cahir is me er eentje. Kom mee, om te horen wat hij de spijkerslager te zeggen heeft.'

  1. Volstaan bovenstaande paragrafen om je er toe te bewegen het boek te kopen? Zo niet, waarom?
  2. Over wie gaat dit verhaal denk je? En wil je om deze vraag te kunnen beantwoorden, meer weten over de wever?
  3. Doet dit fragment je stilstaan bij wat het beroep van grafdelver zoal inhoudt?
  4. Zonder dat je het boek hebt gelezen, en daar ga ik stellig van uit, geloof je dan dat bovenstaande paragraaf de kern van het verhaal bevat?
  5. Op een schaal van 1 tot 10: hoe erotisch is de bovenstaande passage?


























19.3.24

Ter zake (26)

J.H. Moncrieff







Ik denk dat ik indien ik naar Indië zou gaan ik daar wel van de aardbodem zou kunnen verdwijnen. Soms hoor je van mensen die verdwenen zijn, of zijn omgekomen. Laatst nog in Frankrijk. Ik kende die mensen niet en toch is het mogelijk dat ze in mijn buurt woonden. Misschien wel dat stel joggers dat in fluogele jasjes elke ochtend onder mijn raam voorbijliep. Ze keken niet op of om. Ze hadden op zich niks verdwijnerig in hun manier van lopen, maar er gebeurt wel meer in Frankrijk. Ook in Indië trouwens.


18.3.24

Klimmen

Nacht na nacht droom ik dat ik naar de maan klim. Ik klim en klim en klim en klim. Ik ben de wolken al voorbij. Altijd klimmen. Ik klim al zo lang dat ik al lang geen idee meer heb van hoe de wereld, de continenten, de steden, de straten, de huizen, de kamer met de schaduw van de gordijnen eruitzien. Soms voel ik de ladder meewiegen met de wind en dan heb ik geen tijd om nog meer te herinneren.  Alleen door te klimmen blijf ik in leven. Nacht na nacht droom ik dat ik naar de maan klim.




17.3.24

Diepgang













'Kijk niet zo verveeld. Het mag toch wel eens diepgang hebben ook?!'
'Natuurlijk Ingrid.'


16.3.24

Een aforisme van oom Floris


Blaffende honden bijten heeft geen zin.






Het monster is er nog

Op zekere avond
ik was op stap en liep mijn geheimerd tegen het lijf
Daarvan is niemand getuige
Ik liep onder de platanen en overwoog wat mij te doen stond
Was het wel mijn geheimerd?
De onvoorziene ontmoeting had mij verward en ik was mijn pet verloren
Ik rende weer naar huis
Mijn pet lag voor de deur.
Ik haastte me naar binnen en keek onder mijn bed.
Het monster was er nog.
Het was op zekere avond.





















15.3.24

Gerechtigheid van Boudewijn VII Hapken te Brugge

De gerechtigheid van Boudewijn uitte zich doorgaans in straffen als onthoofding of verbanning. Maar levend koken kwam ook wel voor. De uitdrukking 'in zijn sop gaar laten koken' zou hier wel eens haar oorsprong kunnen hebben. Koken zou vooral een straf geweest zijn voor valsemunters. Ik weet niet welke straf uw voorkeur geniet. De bijl in de afbeelding lijkt me niet veel groter dan een uit de kluiten gewassen scheermes. Anderzijds laat het onderschrift op ons beeldmateriaal vermoeden dat de gerechtigheid van Boudewijn buiten Brugge heel anders was.













14.3.24

(Hoe waren wij?)

Om alsnog gelukkig te worden gaf Irma zich in haar laatste jonge jaren over aan vreemde religieuze gebruiken.




13.3.24

12.3.24

Het maanmes

Op een nacht
ik was op weg naar huis 
toen ik op mijn fiets een bocht nam
botste ik op de wassende maan
donder op
riep ik
kijk toch uit idioot
riep de wassende maan
We rolden over de grond
Mijn duffelcoat raakte helemaal besmeurd
Een brievenbus moest eraan geloven
Een tulpenperk geknakt
en ik greep de wassende maan bij de haren
Maar zij ontglipte me en gaf me een trap tegen mijn hoofd
Het duurde vrij lang voor een stadswacht me op de been hielp en ik naar huis kon lopen
Daar zocht ik mijn maanmes
en verborg me in het kolenhok
Ik heb lang gewacht
ik hoorde haar wassen
Toen zij bij het kolenhok kwam stak ik toe
Tsjakk
en nog eens
Tsjakk
ik denk wel vijf keer na elkaar
Zij gaf geen kik
Ik stapte over haar heen
en ben gewoon naar bed gegaan
dat is wie ik geworden ben  
















11.3.24

Bloodu

We hadden heel wat gehoord over Bloodu en – het valt niet te ontkennen – we koesterden dus wel enkele vooroordelen. Het welkom verliep echter buitengewoon hartelijk. Telkens het ons aan iets ontbrak werden we geholpen, nog voor we een opmerking konden maken. Ja, het leek wel alsof zij daar een neus voor hadden.










10.3.24

Ter zake (25)








Ja The Blind Boys of Alabama is een van die groepen waar ik fan van ben, maar waar ik – als ik eerlijk ben – vrijwel nooit naar luister. Ik heb hetzelfde met circussen. Ik ben dol op circus. Vraag me echter niet wanneer ik er voor het laatst een heb bezocht. Nu postzegels allemaal zijn vervangen door stickers is de lol er af. Ik was namelijk een likker. Numismatiek interesseert me niet. Sommige gaan er volkomen in op. Die heten numismatici. Sommige mensen verdienen zelfs hun brood met het ontwerpen van munten. Maar nogmaals, mij zegt het niets. Ooit bezat ik een briefje (bijna) nepgeld van Belgisch Congo. Nu zou dat leerrijk zijn. Bij fluweelkoord kan ik mij iets voorstellen, maar ik vrees niet het juiste. Ik heb de leeftijd bereikt waarop populaire hedendaagse muziek mij geen reet meer hoeft te schelen. Hoogstzelden zet ik mijn meubels in de was. Ik hou mij ver van bijenkorven en mijn wijnrank heb ik verleden jaar uitgegraven. Politici mogen zeker liegen, als ze maar eerlijk zijn. Hetzelfde geldt voor vaders en moeders. Iets minder voor kinderen. Voor u geldt het dan weer volkomen. Voor mij helemaal niet.

9.3.24

Slag van Cassel, dood van Arnold de Rampzalige











Over Arnold de Rampzalige (of Arnulf de Ongelukkige) valt niet zoveel te vertellen. Men verweet hem een slecht karakter en hij sneuvelde op vijftienjarige leeftijd. Dat is een leeftijd waarop men doorgaans niet genoeg heeft verwezenlijkt om gebruikt te kunnen worden voor op waarheid gebaseerde nationalistische geschiedschrijving.



8.3.24

Lectuur en interpretatie (oefeningen)



















De brave heer Da Silva droomde van verre reizen.


  1. Waarom beschrijft de auteur de heer Da Silva als 'braaf'.
  2. Heeft de brave heer Da Silva ooit verre reizen gemaakt?
  3. Wat bedoelt de auteur eigenlijk met 'verre reizen'.
  4. Droom jij soms van verre reizen?
  5. Wat weet je over de heer Da Silva's jeugd.

7.3.24

Breuk




 

















Nee Karel, dit houd ik niet meer vol, je bent er alleen maar met je hoofd bij. Ik wil scheiden.

6.3.24

5.3.24

Ter zake (24)

Ik kan geen reiger onderscheiden van een zilverreiger. Ik verwar ze zelfs met ooievaars. Anderzijds is er beslist een verband tussen de woorden 'treksterkte' en 'grijpstaart'. Al moeten we de uitleg daarvoor wel weer gaan zoeken in de fysica, vrees ik. Het woord 'armada' hoor je weinig tegenwoordig. De Nederlandse armada, dat klinkt als een grap. Ik verafschuw polyester kleding. Al bij al ben ik geen koekjeseter. Ik verwijt alcoholisten niets, zeker niet als ze hulp zoeken. De remafstand voor een auto die 90km/u rijdt, om volledig tot stilstand te komen, is iets meer dan 75m, met dien verstande dat de chauffeur binnen een seconde reageert op het gevaar waar hij voor remt, en bij droog weer. U mag mij gerust vragen stellen over modder en wat ik van modder vind. Wegens werken is mijn straat erg modderig vandaag.




4.3.24

Gerechtelijk tweegevecht














Een gerechtelijk tweegevecht in die dagen was doorgaans een strijd tussen 'recht' en 'rechtvaardigheid'. Tot op de dag van vandaag zijn beide stromingen niet verzoend, dit tot groot jolijt van pers, talkshows, influencers en sommige rechters

3.3.24

Een kwijtschelder?

















'Het vreet aan hem.'
'Ja. Hoe groot zijn stommiteit ook was. Dit gaat te ver.'
'Zou een kwijtschelder kunnen helpen?'
'Een kwijtschelder?'
'Ja.'
'Ik vrees van niet.'
'Het valt te proberen.'
'Ik ken er wel eentje.'
'Toch niet die met de banjo?'
'Nee, die komt er niet meer in.'



2.3.24

Waarin er een keitje wordt weggetrapt.

'Zo zo, jij hier?'      Ik trapte een keitje weg.     'Auw kijk toch uit!'      Mijn geheimerd sprong uit het struikgewas en stormde op me af      ik ontkwam door over het hek te springen     door een moestuin te vluchten      en me vast te klampen aan een vrachtwagen zoals de ninjas doen       doe mij dit niet na want het kostte me bijna mijn kop        ik rende voor mijn leven        voorbijzoevende vrachtwagens toeterden en chauffeurs wezen met hun wijsvinger naar hun voorhoofd       mijn vingers verkrampten       iets greep me bij mijn nekvel     mijn geheimerd mepte me tegen het asfalt       toen ik bijkwam lag ik in een veld      vogels kwinkeleerden         in de verte hoorde ik het geraas van de snelweg        ik krabbelde recht      mijn geheimerd keek weg     dat doet pijn jawel        ik had overal zeer en ging naar huis            ik kreeg koorts       alles werd rose voor mijn ogen          ik besloot uit wandelen te gaan      iemand van heel lang geleden herkende me en kwam op me af     'Hoe gaat het alweer met jou?'       hij verontschuldigde zich voor vroeger     op weg weer naar huis vroeg ik mij af hoe hij toen heette           op het aanrecht stond een flesje medicijn.




1.3.24

Ter zake (23)


















HOOFDSTUK 2

'Wind of Change' en 'Winds of Change' zijn totaal verschillende nummers ontdekte ik vandaag. Al ben ik van geen van beide echt onder de indruk. Ik heb nog een oude duffelcoat met houtje-touwtje sluiting die ik graag weer wil dragen. Alleen is er het het weer niet meer voor de laatste jaren. De laatste keer dat ik hem droeg was toen ik deelnam aan een verzoening. Ik ben blij dat ik dat niet meer hoef te doen. Al blijft er één waar ik nog werk van moet maken.Tractie of trekking lijkt mij echt zo'n woord voor ingenieurs. Van vleermuizen weet ik nog niet of ik er bang voor ben of helemaal niet. Gewone muizen vind ik wel een beetje eng. Dat vegetariërs betere mensen zouden zijn dan vleeseters betwijfel ik ten zeerste. De eerste buskruitontploffing had ik wel willen bijwonen. Maar niet van al te dichtbij. Eten op toile cirée is leuk. Ik weet niet of het echt grote kunst is, maar ik plaats Anton Pieck net iets boven Norman Rockwell indien u mij een rangschikking zou vragen.