25.2.17

Genoeg

Stel dat u van alles genoeg hebt, zou dat dan voor u een soliede basis zijn om nog méér te willen? En staat u er bij stil dat er mensen zijn die hier niet bij stil staan?

11.2.17

Selfie

"Kom mee Helga, een selfie dààr boven, dat is echt iets voor ons. Anders zullen wij het ons altijd beklagen.

9.2.17

Klaarliggende maatregelen

Het was een zonnige, niet al te koude dag, toen de opstand van al diegenen die eens een tijd alleen wilden zijn uitbrak. De authoriteiten die, zoals gewoonlijk, alle begrip hadden voor de noodsituatie waarin veel van onze burgers zich op dit vlak bevinden wisten hen te vertellen dat zij al heel wat maatregelen hadden klaarliggen.

8.2.17

Wat niet

uiteraard
zo af en toe
het kraken van de wolken
het verblijden van de bast
en het vergroeien van wat komt

maar nooit het ginnegappen van de zee
de foxtrot van de vruchten
het afbellen van een
spaak gelopen droom
dat zeker niet

6.2.17

Het begin van het einde

Wij besloten vroeger op te staan om het begin van het einde mee te maken. Maar hoe gaat dat? Als je het niet gewoon bent om vroeger op te staan laat je je al wel eens verleiden om langer te blijven liggen. We ontbeten ook iets uitgebreider dan anders vanwege het bijzondere dat wij dachten mee te zullen maken en omdat het verkeer onderweg drukker was dan gehoopt waren wij dus te laat. Het begin van het einde was ons weer eens ontglipt. Wij hebben nog lang geveinsd dat wij er tòch bij waren, maar dat viel niet vol te houden. En waarom ook eigenlijk?

5.2.17

Weerkundig verschijnsel

Op een dag gebeurde het dat een laaghangende wolk zomaar een man opslorpte. Dat ging niet in één hap, maar vergde wel een keer of vier pijnlijk slikken. De wolk zette daarna ’s mans bril op en besefte meteen dat er geen weg terug meer was: de dingen zouden voortaan anders zijn dan zij er uitzien. Er zat niets anders op dan de wereld in te trekken.
Aangezien de man zowel bij- als verziend geweest was waren de indrukken die de wolk van de wereld kreeg vèr van eenduidig en bìjzonder verwarrend, joviaal begroette zij de grootste ploerten en met ijselijke afstandelijkheid ontweek zij de weinige mensen van goede wil die haar pad kruisten.
Tegen de avond kon de wolk wel regenen van de pijn, het was de eerste keer dat zij te voet doorheen een provincie was getrokken. Zij besefte dat het leven als mens veel minder makkelijk is dan het er van uit de lucht uitziet en besloot, een ervaring rijker, weer ten hemel op te stijgen. Voorzichtig legde zij de bril neer bij een kapelletje en steeg op.
Veel heeft dit weerkundig fait divers niet betekent in de loop van de geschiedenis, behalve dat het sedertdien niet altijd meer precies regent waar het echt nodig is. Wat nog maar eens illustreert dat je nooit een bril mag dragen die jou niet voorgeschreven is.

4.2.17

¡ en de Hypothetische Trompetsmid (13)

Het ene achterdochtig, het andere vriendelijk, één met een snor,
een ander weer ronduit kwaad, af en toe ook eentje nogal
ondeugend...
Het bleek een helse tocht naar het schilderachtige vrouwendorp. ¡ bleef, zoals hij ook aan de rijpemanvruchten beloofd had, op het kronkelende pad. Dat pad echter kronkelde niet alleen in de gangbare betekenis van het woord, het leek met elke pas die hij zette steeds harder te kronkelen, alsof het voelde dat hier een vreemdeling liep. Ook was het of hij constant bergop en tegen de wind in moest tornen. Indien hij zijn jasje had opengehouden was hij waarschijnlijk teruggeblazen. En het bos met het schilderachtige vrouwendorp erin bevond zich toch beneden in een vallei? Wat een trompe l’oeuil! ¡ meende wel te begrijpen waarom die vrouwen hun dorp niet verlieten. Je moest natuurlijk een geoefend wandelaar zijn om terug te kunnen keren. “Nee, dan is de woonst van de weduwe van schuin tegenover veel gemakkelijker te bereiken,” dacht hij terug aan een tijd die nog niet zo heel lang geleden was, “als dit allemaal achter de rug is zoek ik haar beslist op!” nam hij zich voor.
Toch, omdat hij weigerde op te geven en elke stap hem dichter bij zijn doel bracht, bereikte hij uiteindelijk het bos met daarin het schilderachtige vrouwendorp (dat gelukkig al achter de eerste bocht in het bos opdoemde).
Het eerste wat hem daar opviel was hoe stil en verlaten het er was op straat, al was alles er wel kraakschoon en goed onderhouden. Hij liet niets blijken, maar het tweede wat hij gewaar werd waren de blikken vanuit de ramen. Geen van zijn bewegingen bleef onopgemerkt! Vanuit elk huis werd hij nagestaard door een schilderachtig vrouwengezicht. Het ene achterdochtig, het andere vriendelijke, één met een snor, een ander weer ronduit kwaad, af en toe ook eentje nogal ondeugend. De vraag was natuurlijk wie hem te woord zou willen staan. Overal waar hij aanklopte of belde bleef het stil, al wist hij zeker dat er iemand thuis was.
Op die manier, hij was al lang vergeten op hoeveel deuren hij had aangeklopt, kwam hij bij wat hij echt het allerlaatste huis van het dorp dacht te zijn: een mooi onderhouden pand, een ietsje groter dan de andere huizen die hij al gezien had, met een lieflijk houten uithangbordje. “De meest schilderachtige vrouw,” stond er op, en in iets kleinere lettertjes:
“Loket voor al uw praktische vragen & Ontvangst van vreemdelingen.”
Het was met een diepe zucht van opluchting dat hij wilde aanbellen, toen er een welluidende stem weerklonk:
“Wie zucht daar zo diep voor mijn deurtje? Een vreemdeling? Een klein ogenblik ik zit in bad.”
“Doet u maar rustig,” antwoordde ¡ geschrokken, want hij vond het op een of andere manier niet passend om een gesprek te voeren met een dame die in bad zat, “ik wacht wel. Het is niet zo heel erg koud en dan kom ik ondertussen even op adem.”
Amper tien minuten later zwaaide de deur open en werd hij verwelkomd door een ravissante brunette die heel wat schilderachtige gedachten bij hem opriep, gedachten die hij meteen stuk voor stuk uit zijn hoofd zette aangezien er ook nog de weduwe van schuin tegenover was.
“Gaat u zitten, ik krijg niet dikwijls bezoek van vreemdelingen en er moet u wel heel wat aan gelegen zijn mij te spreken, ik weet ook wel hoe zwaar de tocht is naar hier, helemaal de vallei in langs dat kronkelende pad! Of… u hebt toch niet de kortste weg genomen?”
“Neen hoor, beslist niet, dat zou logisch geweest zijn, maar aangezien de rijpemanvruchten er op aandrongen dat ik op het kronkelende pad bleef heb ik die raad maar opgevolgd.”
“De rijpemanvruchten, dat zijn waarschijnlijk die kerels die ons vanuit hun boom begluurden?”
“Ja, maar dat deden ze meen ik met de beste bedoelingen, zij raadden mij trouwens aan om hierheen te komen omdat u, of een van de andere schilderachtige dames hier, mij misschien kunnen op weg helpen de Hypothetische Trompetsmid te vinden?”
“De Hypothetische Trompetsmid?” sprak zijn gastvrouw verbaasd, “Nooit van gehoord, als het iets religieus is dan kan ik alleen maar zeggen dat wij slechts geloven in de Schilder met de Vaste Hand! Dat bent u toch toevallig niet? Volgens onze overlevering zou die namelijk opduiken wanneer ons geloof in die verhalen opgedroogd zou zijn, en zover lijken we inmiddels te zijn. Haast niemand weet nog hoe de Schilder heet.”
“Neen, ik ben de Schilder niet, ik heet ¡ en ben bewaker van de stadsbibliotheek. Mijn belangrijkste talenten bestaan er uit dat ik altijd elke dag stipt de krant lees én dat ik onbewust de aanwezigheid aanvoel van warmbloedige dieren die niemand in zijn onmiddellijke omgeving verwacht aan te treffen.”
“Wat interessant! En voel je onbewust wat?”
“Neen, helemaal niks, of toch niet onbewust.” Het was namelijk wel zo dat hij bewust een en ander aanvoelde, “Maar moet ik dan begrijpen dat ik helemaal onverrichterzake hiernaartoe ben gekomen en dat ik die hele weg weer terug moet?”
“Neen dat niet, dat zou ik je trouwens ten sterkste afraden, de laatste die dat probeerde is op verschrikkelijk manier om het leven gekomen. Je kan hier pas weer weg nadat je respect hebt betuigd voor de Schilder met de Vaste Hand. Maak je geen zorgen, erg moeilijk is dat niet, maar het mòet wel gebeuren. Daarna leg ik je wel uit hoe je hier wegkomt, maar ik stel voor dat je eerst een warm bad neemt, iets hartigs eet, gaat slapen, en dan zien we morgen wel weer. Het is nu donker en het heeft geen zin de dingen te overhaasten of een fase over te slaan.”
Niet wetende wat de nacht zou brengen of welke fase er niet overgeslagen mocht worden nam ¡ het aanbod met beide handen aan.
“Dank je wel…”
“Deirdre, noem mij maar Deirdre!”
“Dank je wel… Deirdre!"



Wordt vervolgd...











3.2.17

De onmogelijke intreding

Eén van de bevreemdendste momenten beleefde A. toen zij in een zwakker moment opnieuw in haar schaduw (waar zij zo lang geleden was uit getreden), wilde treden en die van geen kanten meer pastte!

2.2.17

Als we écht in literatuur geïnteresseerd zouden zijn...

… dan zou een gesprekje als het volgende geheel normaal zijn:

“Die eerste zin van Klaaglied om Agnes, daar moet je toch op komen hé: “Hoe moet een verhaal worden verteld, dat nooit is gebeurd?”
“Maar Pia toch, zo beginnen De invallen van de heilige Klàra, Klaaglied om Agnes begint met “Toen ik zestien jaar oud was bedroeg mijn wekelijks zakgeld anderhalve mark.” Dat weet toch het kleinste kind. Je hebt zeker al wat op?

1.2.17

De symphonie van gisteren

Er werd aangebeld. Ik ging kijken en maakte kennis met een jonge componist die ik uitnodigde binnen te komen.

“Ik zoek een dirigent voor mijn symphonie van gisteren,” zei hij, eens gezeten.
“O,” antwoordde ik.
“Ik denk dat u daar voor in aanmerking komt,” vervolgde hij.
“U weet toch dat ik ramenlapper ben?”
“Jazeker, dat maakt u heel geschikt. Het vergt kracht om beide armen hoog te houden, kracht waarover ik niet beschik.”

Wij dronken een kopje koffie en thee.

“Ik heb u geobserveerd. U bent de geschikte man.”
“Maar u hebt toch wel goed vergeleken? Er zijn wel meer ramenlappers, of ruimer, andere geschikte personen voor zulk een karwei?”
“Jazeker. Ramenlappers, verkeersagenten en agentes, scheidsrechters, museumbodes, stationspersoneel, krantenlezers, gesticulerende politici, … maar nergens zag ik de transparantie beter, mooier gearticuleerd, dan doorheen de door u gelapte ramen!”

Aangezien ik het een aanlokkelijk aanbod vond stelde ik geen negatieve vragen meer.

“En behalve symphonieën, wat houdt u nog zoal bezig?”
“Het gisteren in zijn algemeenheid. Het besef dat we allemaal van gisteren zijn. Het doordringt wat ik eet, hoe ik mij kleedt, hoe ik met mensen omga. Zo heb ik mijn bezoek aan u gisteren bedacht!”
“Dan vind u het ook goed als ik u morgen pas zeg of ik het doe of niet?”
“Jazeker, ik had niet anders van u verwacht, sterker nog, ik beschouw het als een acceptatie”

31.1.17

Een aforisme van oom Floris



Als in de politiek het werkwoord moeten de overhand krijgt, dàn moet een mens echt beginnen uitkijken.

30.1.17

Werkboek voor mannen op zoek naar de ideale vrouw - Uitbesteden(13)

Vraag iemand anders om uit te kijken voor jou! Leg hem of haar uit wat je het meest aanspreekt of nodig lijkt en bekijk dan of je dat terugvindt bij de vrouwen of meisjes die zij jou aanraden.

29.1.17

Waarschijnlijk

Het aantal mensen dat er belang bij heeft dat je gelukkig bent is waarschijnlijk groter dan algemeen voor mogelijk wordt gehouden.

28.1.17

27.1.17

Revolver

Met een leergierigheid die wij hier op aarde niet kennen lieten de buitenaardsen zich onderwijzen in wat de mens zoals fascineert:

“Kijk Glorb, dìt is nu een hebbedingetje waar heel wat mensen veel plezier mee hebben.”
“Het ziet er raar uit, wat is het?”
“Een re-vol-ver.”
“Een RE-VOL-VERR.”
“Uitstekend Glorb, een revolver.”

26.1.17

De eerlijke mannen

Doordat zij zich aandienden als eerlijke mannen ontstonden er misverstanden die waarschijnlijk nooit hadden bestaan indien zij dat niet hadden gedaan, en had men hen even goed leren kennen.

25.1.17

Gepetto

Even magisch als het verhaal van Pinokkio is het wedervaren van de man Gepetto met de pop Marionetta, en al wat er toe leidde dat hij veranderde in een houten pop.

24.1.17

¡ en de Hypothetische Trompetsmid (12)

“Zie je daar diep in de vallei dat bos, 
daar waar net een vrouwenbeen verdwijnt?"
Voor vruchten die pas zeer onlangs uit hun boom waren gevallen bleken de rijpemanvruchten, alle omstandigheden in acht genomen, gezwinde wandelaars te zijn, en het kostte ¡, die zijn hele volwassen leven een bibliotheekritme gewoon was geworden, heel wat inspanning om hen bij te houden. Meer dan eens zag hij zich genoodzaakt het op een holletje te zetten om hen bij te houden. Zeker vanaf het ogenblik dat zij, om de vaart er in te houden, het rijpemanvruchtenlied aanhieven, een van de vele liederen die rijpemanvruchten blijkbaar al van in de boom meekrijgen:



Wij zijn de rijpemannen
Wij willen bier in kannen
Wij stappen zij aan zij
Rijpemannen, ja hoor,
dat zijn wij!
(x2)

¡ veronderstelde dat dit een overlevingslied was om predatoren op afstand te houden. Qua melodie en toonvastheid van de rijpemanvruchten wees alles in die richting. Daarenboven kwamen zij gedurende de hele tocht ook niets of niemand tegen. Op hoge hoogte vloog hen nog geen mus voorbij.

Ineens, boven op de top van een helling met zicht op een groene vallei hielden de rijpemanvruchten abrupt de pas in en op met zingen:

“Tot hier en niet verder!”
“Precies, tot hier en zeker niet verder! Als rijpemanvruchten is het voor ons het veiligst ons territorium niet al te vroeg uit te breiden, maar geleidelijk aan, op basis van toegenomen levenswijsheid. Niet alles is erfelijk!”

Opnieuw zag ¡ in dat de rijpemanvruchten tot de allerwijste vruchten op aarde behoorden en blijk gaven van ontzettend veel wijsheid. Ook het vooruitzicht om in eigen tempo verder te kunnen gaan lokte hem wel aan.

“Geen probleem jongens, dat begrijp ik wel, maar de schilderachtige vrouwen dan? Waar of hoe vind ik die?”
“Zie je daar diep in de vallei dat bos, daar waar net een vrouwenbeen verdwijnt? Het schilderachtigevrouwendorp bevind zich middenin dat bos. Je kan het niet missen hoor, er is maar één, weliswaar heel erg kronkelende, weg heen en ook maar één, weliswaar heel erg kronkelende, weg terug. Wel moeten wij je waarschuwen dat je het pad onder geen enkel voorwendsel verlaat!”

“O nee! Waarom dan?” wilde ¡ uiteraard weten omdat hij in één rechte lijn door de velden naar het bos had willen lopen.

“Omdat de kortste weg nooit de interessantste is.”

Alhoewel ¡ het niet helemaal eens was met die zienswijze zag hij er wel de poëtische logica van in en besloot hij de raad ter harte te nemen.

“Jongens, hartelijk dank voor jullie hulp en gezelschap. Ik weet zeker dat wij elkaar in de toekomst nog terugzien in voor- of tegenspoed, maar voor ondertussen wens ik jullie een vredevol en vruchtbaar leven. Ik beloof ook dat ik jullie weldra een volgende strofe voor jullie rijpemanvruchtenstaplied stuur, een strofe waarmee jullie misschien wel het meest geliefde fruit op heel de wereld worden!”(*)

“Bij voorbaat al dank,” antwoordden de rijpemanvruchten dankbaar, “en wij hopen van ganser harte dat je snel de hypothetische trompetsmid vindt en alle geluk dat je je daarnaast nog toewenst en nooit meer buikpijn na het eten van onrijp fruit.”

Met deze laatste echt gemeende wensen drukten zij elkaar vele malen de hand. De rijpemanvruchten gingen hun weg en ¡ volgde het kronkelende pad dat hem naar de vallei voerde, en naar het dorp waar hij de schilderachtge vrouwen hoopte te vinden.

Wordt vervolgd… 

  (*) Dat ¡ hier niet zo maar een loze belofte deed moge blijken uit een manuscript dat een ontdekkingsreiziger ooit terugvond op een eiland waar volgens tot dan toe apocriefe teksten de rijpemanvruchten zich met hun gezin hadden teruggetrokken om zich van alle weelde te ontdoen en zich op hun essentie, het in alle opzichten ideaal rijp worden, te richten. Het was een manuscript ondertekend door ¡ en behelsde onderstaande tekst:

Al zijn wij rijpemannen
en wij stappen zij aan zij
Wij houden van ons leven
daarom zijn wij ook zo blij!
(x4)










22.1.17

De verbogen man

Hij zag er niet uit. Alles aan hem was verbogen. In die mate zelfs dat alles wat normaal al van nature verbogen is aan een man nu recht was. Van angst verborgen mijn kinderen zich onder de keukentafel.

De ogen van de verbogen man blikten simultaan alle richtingen op: naar boven naar de lamp, maar ook opzij in de koelkast, de fruitschaal op het aanrecht, naar buiten in de nacht maar vooral, zo leek het toch, naar mijn vrouw. En dat laatste baarde mij zorgen. .

Hij sprak geen woord. En ook wij zwegen als vermoorde ongelovigen. Of als mensen met een onuitgesproken spreekverbod.

Met een grijns, het leek haast een gimlach, op zijn smoel nam hij de omgeving in zich op. En hoewel deze laatste zich op alle mogelijke manieren hem eigen daartegen verzette waren dit ijdele inspanningen. Opgenomen werd hij, met alles eropenderaan.

Maar het was duidelijk een verbogen man die met omgevingsopname alleen geen genoegen nam, dat was duidelijk, hij wilde meer!

En er was méér. O.a. mijn beeldschone vrouw. Nu had zij zich heldhaftig kunnen verzetten, of door zelfdoding haar lot kunnen veranderen, maar zo liep het niet. Integendeel, haar woorden, maar alles was nu verbogen of sterk onder invloed van het verbogene, klonken eerder als: “Je kunt beter vertrekken, dat is beter voor ons allemaal”. En als bij toverslag stond er een reiskoffertje op de gang. Mijn lievelingsreiskoffertje bovendien.

Om geen onnodige slachtoffers te maken, ik sta niet altijd in voor de gevolgen van mijn daden, besloot ik haar woorden te interpreteren zoals ik ze begreep en er naar te handelen. Ik greep mijn koffertje en maakte dat ik buiten kwam. .

Van zodra ik buiten stond veranderde meteen weer alle pespectief. Ik was duidelijk in de greep van het verbogene! Mijn huis leek meteen geen thuis meer, maar het huis van gelukkige vreemden. Niet begrijpende wat mij eigenlijk overkwam of of ik het jaren eerder had moeten zien aankomen nam ik de bus naar het havenkwartier waar ik nu woon.

21.1.17

Het bevallige jongetje

Zich bewust van zijn plicht wees de notabele het bevallige jongetje op de gevaren van het al te zeer uitpakken met zijn bevalligheid.

20.1.17

Bladzijde 5

"Facebook, Facebook, ... in plaats van aan te nemen wat een ernstig verslaggever die alles dubbel checkt te zeggen heeft over de jurk van onze prinses!"
"Ja vader, bovendien staat het artikel er ook nog eens twee keer in, kijk op bladzijde 5!"

19.1.17

Captain Dubio beseft

Nog voor hij ze goed en wel zelf begreep zag Captain Dubio zijn laatste gedachte verdwijnen en besefte hij dat hij zich op een wel heel vreemde planeet bevond.

18.1.17

Toenemende schoonheid

Als buitenstaander hadden wij er zo geen zicht op, maar de mensen aldaar hadden het over de toenemende schoonheid in hun leven.

17.1.17

16.1.17

Volwaardig betaalmiddel

Dat hun munteenheid volgens analisten een kort leven beschoren is weerhoudt tal van nationale key figures er niet van hem als een volwaardig betaalmiddel te gebruiken.

15.1.17

Niet gepubliceerde hermetische poëzie

Hij hoopte het beestje naar zich toe te lokken door zijn niet gepubliceerde hermetische poëzie te declameren en er op die manier alsnog de waarde van te bewijzen.

14.1.17

Héél lang geleden

Uiteindelijk besloot een deel van de mensheid de planeet Gwongo, waar zij altijd kleiner dan ratten zouden blijven, te verlaten en heil te zoeken op aarde.

13.1.17

De overlevende

Nog voor hij er helemaal zeker van kon zijn dat hij de scheepsramp echt zou overleven vroeg Charles v. K., de overlevende, of deze ervaring zijn kijk op het leven écht veranderen zou. Zoiets had hij ooit ergens gelezen.

12.1.17

Alsmaar beter

Niettegenstaande het feit dat het alsmaar beter gaat met de wereld besefte vader maar al te goed dat dit met zijn zoon niet het geval was.

11.1.17

Werkboek voor mannen op zoek naar de ideale vrouw (11) - Andere dingen

Profiteer van bewezen meditatietechnieken en richt je aandacht ook op andere dingen dan het zoeken naar een ideale vrouw, zoals:

• Het strikt naleven van de verkeersregels (ook als voetganger)
• Het bekijken van micro-organismen onder een professionele microscoop om te zien hoe en waarheen zij zich voortbewegen
• Het jezelf alle dagen voldoende blootstellen aan daglicht
• Het bouwen van een bruikbaar muziekinstrument
• Het reizen om af te leren
• Het opstellen van een gedrags- en actieplan voor wanneer je alleen of met anderen voor langere tijd klem raakt in een lift
• Het aankweken van een nieuw gewoonte
• Enz.

10.1.17

Respect

CEO's zijn er vaak van overtuigd dat goed gekleed gaan hun respect uitdrukt voor hun medewerkers en zakenpartners.

8.1.17

¡ en de Hypothetische Trompetsmid (11)

De schilderachtige vrouwen waren vast
niet zo schilderachtig als de weduwe
van schuin tegenover...
Nu was het zicht van ¡ er omwille van het ingespannen werk in de stadsbibliotheek in de loop der jaren wat op achteruit gegaan en voor hem zagen zij er precies eender uit. Even bruin of even bleek. Hij begreep ook niet waarom ze daarover twistten. Zij waren nog niet eens uit de boom gevallen. Wisten zij veel!?
"En als ik eens even op jullie zou wachten, tot jullie allebei uit de boom zijn gevallen, dan kunnen wij samen eten van de inheemse producten die de weduwe van schuin tegenover in mijn lunchbox heeft gestopt. Wat denken jullie daarvan?”
“Mmmm…. Inheemse producten! Daar zijn wij dol op,” antwoordden zij opnieuw alweer haast helemaal tegelijk.
¡’s woorden waar nog niet verstild of daar vielen de rijpemanvruchten neer in het gras, al rolde de ene, de bariton dacht hij, iets verder van het picknicklaken dan de tenor.
Njam-njam… lekker,” zei de bariton, “zulke inheemse producten heb ik nog nooit gegeten!” Alhoewel hij nog geen 20 minuten eerder in de rijpemanvruchtenboom had gehangen sprak hij met het aplomb van iemand die de kwaliteit van restaurants recenseert.
“Ik ook niet,” stemde de tenor in.
“Dat zal ik zeker aan de weduwe van schuin tegenover vertellen,” antwoordde ¡. Hij wist zeker dat het haar erg veel plezier zou doen.
“Zeg, de reden waarom ik hier ben is dat ik op zoek ben naar de Hypothetische Trompetsmid. Weten jullie misschien welke richting ik daarvoor uit moet?”
“Ach wat sneu voor jou, wij zijn nog maar pas uit onze boom gerold en zelfs nog niet uit zijn schaduw geraakt. Ik vrees dat wij je niet veel kunnen helpen.”
“Neen, wij kunnen je niet veel helpen, sneu voor jou.”
Maar... misschien kan je daarvoor wel terecht bij de schilderachtige vrouwen,” dat is helemaal niet zo ver van hier," voegde de bariton er meteen aan toe, “Ik zag ze van waar ik in de boom hing, ik hing namelijk het hoogst!”
Volgens ¡ hadden ze allebei even hoog gehangen toen hij hen had gevonden, maar dat was natuurlijk geen reden om deze kans te laten schieten!
“Precies, volgens ons zijn het uitzonderlijk kunstzinnige types en erg los in de omgang en blijf je er beter uit de buurt, zeker als rijpeman, maar met jou erbij kunnen wij dan ook onze horizon verruimen, terwijl we jou gezelschap houden,” voegde de tenor er nog aan toe.
“O!, jullie willen dus met me mee?”
“Zeker, het leven moet toch ergens een aanvang nemen?”
Voor ¡ was dat de juiste reden om hun aanbod met beide handen aan te nemen.
De schilderachtige vrouwen waren vast niet zo schilderachtig als de weduwe van schuin tegenover, zo bedacht ¡ bij zichzelf, als het ware om geen al te grote verwachtingen te koesteren.

Wordt vervolgd...






7.1.17

Het klappen van de zweep

Héél auditief ingesteld als zij was herkende Mireille ook het klappen van deze zweep!

6.1.17

Het schip

“Wil je mijn schip zien?” vroeg Burza, de vrouw uit de ruimte.
Ik begreep niet goed wat zij bedoelde:

“Uw schip?"
“Ja, mijn ruimteschip. Het staat midden in de Kempen.”

Ja, daar was ik wel eens voorbij gefietst. Ik dacht dat het een futuristische woon-unit uit de jaren ’60 was. Maar het was dus een ruimteschip.

“Ik dacht dat het een woon-unit was,” zei ik terwijl Burza water in een keteltje deed.
“Neen hoor, het is een ruimteschip, het schip waarmee ik hier terecht ben gekomen. Neem maar een kijkje, daar achter de deur zit het dashboard en de atoomaandrijving zit onderin. Dat zal jou wel interesseren, denk ik.”

Terwijl het water al begon te pruttelen keek ik rond en vond inderdaad het dashboard en de atoomaandrijving.

“Machtig,” zei ik want veel meer wist ik er niet over te zeggen.
“Eigenlijk wel,’ antwoordde zij en ze keek eens om zich heen alsof ook zij alles voor het eerst zag. En toen zei ze, alsof ze dacht dat ik daar aan dacht: “Maar ik vlieg niet meteen terug hoor. Het lijkt mij hier wel leuk op aarde.”
“Ja, dat is het ook,” beaamde ik, enigszins verrast hoe vlot zo’n ontmoeting toch ging.

5.1.17

Een aforisme van oom Floris



De gedachte dat er mensen gelukkiger zijn dan wij raakt ons blijkbaar veel minder dan dat er mensen zijn die rijker zijn dan wij. Vreemd.

4.1.17

Werkboek voor mannen op zoek naar de ideale vrouw (10) - Andere samenlevingsvormen

In mijn studentenjaren waren mijn vrienden en ik erg bekommerd om met het vinden van “de juiste geliefde” (wat iets anders is dan de "ideale"). Onder mijn vrienden bevond zich toen ook ene P. van de P. We waren waarschijnlijk nooit bevriend geraakt als hij zich niet zelf was komen voorstellen. Achteraf bekeken maakte deze daad op zich alles al duidelijk.

“Hallo,” zei hij met een welluidend stemgeluid, “Ik ben P. van de P. Ik studeer handelswetenschappen.”

(Ik had het pas jaren later door, maar) P. was zo met zichzelf ingenomen dat ik hem zichzelf wel vijftig keer op dezelfde manier bij andere groepjes mensen zag voorstellen.

We zijn een paar jaar samen opgetrokken, maar uiteindelijk zijn we uit elkaar gegroeid. Dat lag aan mij. Omgaan met hem was uiteindelijk zo vermoeiend dat ik het niet meer volhield. Wat ik mij van hem vooral herinner is dat hij zich is blijven voorstellen aan iedereen en altijd de eerste de beste gelegenheid te baat nam om uit te pakken met zijn allerlaatste aankomen, bepaalde verwezenlijkingen, hoe goed hij toch was voor anderen, enz. Kortom, met aandacht op te eisen. Aandacht en bewondering.

Van een gemeenschappelijke vriendin vernam ik dat hij ondertussen drie keer gescheiden is, zwaar depressief is geworden en zich eigenlijk helemaal uit het sociale leven heeft teruggetrokken, maar dat volgens haar de oorzaak van zijn “miserie” volledig bij hem zelf ligt: de constante aandacht voor zijn persoontje die hij opeist van iedereen met wie hij omgaat.

Er zijn uiteraard altijd wel gebeurtenissen die je persoonlijk raken en waarmee je als mens worstelt, maar wanneer je op zoek bent naar de ideale vrouw, stel je dan altijd de vraag: “Ben ik als mens en de manier waarop ik in het leven sta wel interessant voor anderen? Of zoek ik eigenlijk gewoon naar zelfbevestiging? Moet al wat ik doe uiteindelijk alleen maar bedoeld zijn om op mezelf af te stralen?”.

Elk antwoord is valabel, maar als het je uiteindelijk slechts om zelfbevestiging gaat, dan ben je waarschijnlijk nog niet klaar om de ideale vrouw te vinden, laat staan haar te herkennen.

Heb je werkelijk constant nood aan steun en bevestiging en is dat belangrijk voor jou in een relatie, probeer dan om daar een ruime dimensie aan te geven en manieren te bedenken waarbij je niet uit het oog verliest je ideale partner een gelijkwaardige aandacht en ruimte te laten dan wat je voor jezelf opeist. Heb je daar geen duidelijk zicht op, of besef je dat het in de kern toch alleen om jezelf gaat. Ga dan niet op zoek naar een ideale vrouw of partner, maar overweeg andere samenlevingsvormen. Zelf denk ik tegenwoordig aan een dergelijk alternatief.

3.1.17

¡ en de Hypothetische Trompetsmid (10)

“Wij zijn rijpemanvruchten en wij
trachten uit te maken wie van ons het rijpst is,..."
Na een welhaast oneindig durende tocht neerwaarts, zo leek het toch, bevond ¡ zich ineens midden in een groot ondergronds park of bos alwaar tal van voorwerpen en wezens, ongetwijfeld stuk voor stuk verdwenen uit troosteloze levens, elkaar rendez-vous leken te geven en zich dingen lieten welgevallen die zij in het dagelijks leven nooit meemaakten, laat staan zouden aandurven of toelaten! Hij was er getuige van troostende fluisteringen, voorzichtige omarmingen en heel wat meer verregaande zaken.
Het geurde er ook naar geuren die hem volslagen onbekend waren en er weerklonken gezangen waarvan hij niet kon uitmaken waar ze vandaan kwamen en of het eigenlijk wel gezangen waren. Misschien was het wel hypothetische trompetmuziek! Maar bovendien en bovenal: de grond trilde er alsof er aanstonds iets onherroepelijk te gebeuren stond. Nu hoeft de grond niet te trillen opdat er onherroepelijke dingen gebeuren, wist hij uit ervaring, maar het maakte het misschien toch waarschijnlijker, veronderstelde hij, want er zijn inderdaad situaties waarin dat het geval is. ¡ hoopte van ganser harte dat het dan maar iets positiefs zouden worden en niet iets akeligs zoals het versneld gaan groeien van zijn haar gepaard met de onweerstaanbare zin om zich boertig te gedragen. Of ook nog het het verlies van belangrijke ledematen! In zijn dromen waren dat enkele dingen die hem al waren overkomen.
“Hoi!” klonk er ineens een welluidende stem, een tenor, achter hem.
“Dag ¡ !” klonk haast tegelijk nòg een welluidende stem, een bariton, uit dezelfde richting, “hier ben je dan!”
Het koste hem niet de minste moeite uit te maken wie het waren die hem aanspraken, want op nog geen dertig meter van hem vandaan, in het lover van een keurig in omgekeerde kegelvorm getrimde boom trokken twee naakte mannen door hun naaktheid zijn aandacht.
“Hallo!” groette hij hen quasi informeel, "wie zijn jullie?”
“Wij zijn rijpemanvruchten en wij trachten uit te maken wie van ons het rijpst is, want die mag het eerst uit de boom vallen en zijn levenstaak gaan vervullen,” antwoordde de tenor.
“En ik weet zeker dat ik het rijpst ben omdat ik wat bruiner ben."


Wordt vervolgd...



2.1.17

Terugblik

2016? Al wat ik gevreesd heb is uitgekomen! Al die iconische gebeurtenissen en sterfgevallen!