5.2.17

Weerkundig verschijnsel

Op een dag gebeurde het dat een laaghangende wolk zomaar een man opslorpte. Dat ging niet in één hap, maar vergde wel een keer of vier pijnlijk slikken. De wolk zette daarna ’s mans bril op en besefte meteen dat er geen weg terug meer was: de dingen zouden voortaan anders zijn dan zij er uitzien. Er zat niets anders op dan de wereld in te trekken.
Aangezien de man zowel bij- als verziend geweest was waren de indrukken die de wolk van de wereld kreeg vèr van eenduidig en bìjzonder verwarrend, joviaal begroette zij de grootste ploerten en met ijselijke afstandelijkheid ontweek zij de weinige mensen van goede wil die haar pad kruisten.
Tegen de avond kon de wolk wel regenen van de pijn, het was de eerste keer dat zij te voet doorheen een provincie was getrokken. Zij besefte dat het leven als mens veel minder makkelijk is dan het er van uit de lucht uitziet en besloot, een ervaring rijker, weer ten hemel op te stijgen. Voorzichtig legde zij de bril neer bij een kapelletje en steeg op.
Veel heeft dit weerkundig fait divers niet betekent in de loop van de geschiedenis, behalve dat het sedertdien niet altijd meer precies regent waar het echt nodig is. Wat nog maar eens illustreert dat je nooit een bril mag dragen die jou niet voorgeschreven is.

Geen opmerkingen: