31.1.10

Jan kent het daar



"Je bent zeker dat niemand ons ziet?"
"'tuurlijk Ingrid, ik ken het hier."

29.1.10

De Rinaldis (intellectuele acrobaten)



Plots opkomende en niet op welvoeglijke manier te onderdrukken jeuk in de schaamstreek noopte Tino Rinaldi de driedubbele Salto mortale met boek van een Nobelprijswinnaar af te blazen en de verdere acrobatieën voortijdig te staken.

“Is dat alles papa?” vroeg een jongetje in het publiek aan zijn vader, die de vertoning ook nogal pover vond.

Geen van beiden kon uiteraard weet hebben van de discussie die zich die avond in de woonwagen van de Rinaldis zou ontspinnen over de keuze van het nieuwe waspoeder.

28.1.10

Cruciaal!



Alsof het met opzet was liet oma, net op het cruciaal moment dat onze jongste iets belangrijks wilde zeggen, een ferme wind.

27.1.10

Al mijn antwoorden!



Na lang van op afstand fladderen en loeren kwam de dapperste van alle vogels naar mij toe gevlogen en stelde kwetterend een hoop vragen die hij hoogstwaarschijnlijk niet alleen bedacht had.

Over de waarde van het leven.
Over het gewicht van de liefde.
Over de ware aard van geld
(boos of eerder zachtaardig?)
Over de dansbaarheid van pijn
en de geluiden van de dood.
Kortom, over hoe zich men in het leven best gedraagt.

Ik was diep onder de indruk van zijn moed en hoedde mij er voor het schuwe dier te onderbreken, maar dan, nog voor ik hem naar waarheid en volledig zou beginnen antwoorden vloog hij ineens weer heen, alsof het eigenlijk niet echt belangrijk was, en daar stond ik mooi met al mijn antwoorden!

26.1.10

Deze muziek



Omdat niemand deze muziek mooi vindt is geopperd dat zij wel van groot belang moet zijn, zwanger van diepere betekenissen. Maar zelfs aan haar uitvoerders lijkt zij weinig rust of inzicht te verschaffen, laat staan speelplezier. Wij zagen alleen maar pijn en angst op hun gezichten. Wat? Ja ook wat eenzaamheid natuurlijk.

25.1.10

Jan en Ingrid (Jan roeit!)



"Mag ik ook eens aan het roer zitten Ingrid?"
"Maar Jan toch, wat een vraag! Wie zal er dan roeien?"

24.1.10

Bewustwording



Het viel niet mee om de jongen die er zich van bewust werd dat zijn leven met de minuut inkortte er van te overtuigen dat het op die manier toch ook met de minuut langer werd!

De bevallige Angèle



Om niet voor de hand liggende redenen brachten de heren van het aanwervingscomité een diploma van nucleaire astrofysica, met specialisatie nucleosynthese, niet onmiddellijk in verband met de hen bekende foto van de bevallige Angèle, en dat terwijl zij toch ook op andere terreinen nog duidelijk een streepje op hen voor had.

Jan en Ingrid (Ingrid stuurt)



"O Jan, wat een heerlijk dagje, en zie je wel dat ik goed kan sturen!"
"Daar heb ik geen moment aan getwijfeld Ingrid, geen moment."

22.1.10

Proeve van integratie van de moderne mythologie in mijn algemene hedendaagsheid



We hebben (eindelijk) een nieuwe collega: Darth Vader. Weinig in zijn uiterlijk doet denken aan de tijd dat hij nog in dienst van senator Palpatine, alias de Sith Darth Sidious, om de macht streed in het Galactisch Keizerrijk, maar er zijn te veel opvallende kenmerken om zijn reïncarnatie niet te doorzien. Hij kleedt zich bijvoorbeeld altijd in het zwart, soms Armani, meestal iets van goedkoper allooi. Zijn stem is zwaar en heeft iets metaalachtig. En dan is er natuurlijk zijn wandelstok. Een sober, vrij lang voorwerp dat hij altijd aan zijn zijde heeft, terwijl hij eigenlijk niet echt mankt.

Niemand van onze dienst maakte fundamentele bezwaren tegen Vader’s aanwerving. Er is groot begrip voor het trauma dat zijn verleden bij hem moet hebben veroorzaakt en ook zijn historische rol in de filmgeschiedenis wordt hem ten gunste aangerekend. De tweestrijd die hij leverde om zich uiteindelijk toch weer te onttrekken aan de Duistere Kant, om zijn toenmalige zoon Luke Skywalker te redden, staat nog in ons geheugen gegrift. En last but not least... zijn we natuurlijk ook allemaal een beetje bang voor hem. Hij is nogal wispelturig.

Ook is het zo dat de Duistere Kant tegenwoordig niet zoveel invloed meer uitoefent op ons denken en een nieuwe Darth Sidious is misschien al wel geboren, maar ons nog niet bekend. Er zijn wel een aantal sujetten die zich de allures van wereldleider of topgangster aanmeten, die wetten en regels willen en durven stellen waar een normaal denkend mens enkele jaren geleden nog niet eens van zou hebben gedroomd, maar vergeleken met de ambities en de voormalige macht van de Duistere Kant is dat toch maar klein bier, semiprofessionalisme op zijn best. Mensen die iets of wat weten van de filmgeschiedenis en van de Star Wars sage in het bijzonder lachen met het gekuip van de Poetins, de Il Sungs, de Ahmadinejads (of wie u ook maar wil) van deze wereld!

Neen, in die zin koesteren wij zelfs grote bewondering voor Darth, zoals wij hem nu kortweg mogen noemen. Bevrijd van dat lompe harnas kan hij zich bij ons wijden aan nuttig werk. Er zijn hier, wij werken op een schadeafhandelingsafdeling van een groot verzekeringsbedrijf, namelijk heel wat dossiers uit te klaren en te klasseren. Vaak neemt Darth zelfs een dossier mee naar huis, om het in zijn vrije tijd af te werken!

“De duistere aspecten van de ziel van het soort mensen dat zijn verzekeraar probeert op te lichten, interesseren mij zeer!” Zo nam hij mij in vertrouwen.

(Met dank aan F. Kafka)

21.1.10

De nieuwste agrarische technieken



“Ja hallo?”

“Maar dat is toch absurd Joseph, de mobilofoon wordt pas over achtenzeventig jaar uitgevonden? Kom, hou je hoofd erbij, ik heb het over de nieuwste agrarische technieken!”

Voor ons



Er is gedierte dat in stilte van ons houdt
en zelfs geduldig op ons wacht,
terwijl wij gekleed gaan
en op zoek zijn
naar de dingen
die ons gelukkig zullen maken.

Er is gedierte dat er altijd voor ons is.

20.1.10

Misschientje en de geur en de gaten



“Ja Misschientje, ik mocht mij niet zo laten gaan, maar zij geurde toch zo zacht naar verse kaas!”
“Ach muizeman, er komt nog wel een ander, maar onthoud: ware kaas herkent men niet alleen aan zijn geur, maar ook aan zijn gaten!”

Het afscheid van onze schaduwen (2)



In een ver, maar zonnig (!), land zag men het met lede ogen aan: de komst van de schaduwen.
“Hoeveel zijn het er intussen?” vroeg de lokale despoot.
“Wat?” probeerde zijn majordomus het debat nog even uit te stellen tot hij over de laatste cijfers kon beschikken.
“De schaduwen, hoeveel zijn het er intussen. Hou mij niet aan het lijntje.”
“Duizenden, Heer. Het moeten er duizenden zijn. En allemaal met zo’n raar hoedje.”
De despoot verzonk in diep gepeins. Het was duidelijk dat ze iets in hun schild voerden, maar wat? En hoe vocht je er tegen? Hoe vecht je tegen duizenden schaduwen?
Voor het eerst in zijn leven leek hij te twijfelen.
“Voorlopig doen wij niets,” sprak hij ten langen leste, “en houden wij zoveel mogelijk de zon in de rug.”

19.1.10

Het afscheid van onze schaduwen



Het afscheid van onze schaduwen ging gepaard met veel geween en tandengeknars, bij ons die achterbleven. Maar zij waren niet te vermurwen.

“Wij aarden niet in een land zonder zonlicht,” lichtten zij hun beslissing toe.

“Jullie zijn altijd weer welkom als het ginder niet gaat,” snikten wij bij het afscheid en de besten kregen nog een zonnehoed mee!

18.1.10

Een glimlach



“Op een glimlach moet je altijd ingaan.”
“Ja natuurlijk, maar waarom altijd zo gehaast?”

17.1.10

Ondertussen in het koekoeksnest



“Pappi, Pappi, Jozef zegt dat hij later een koekoek wordt en ons eruit zal duwen!”
“Zwijg en eet je wormpjes. En jij Jozef, hou op met je broertjes zo bang te maken.”
“Koekoek!”

16.1.10

Een aforisme van oom Floris



Vreemd hoeveel mensen vinden dat een puzzel volledig en compleet moet zijn, terwijl in hun leven toch ook niet alles past?

Een minder bekende vliegensoort



Over het leven van - pets - de nog-niet-eens-afgemaakte-zin-vlieg bestaat, om voor de hand liggende redenen, nog maar weinig wetenschappelijke literatuur.

15.1.10

Achteraf



“Hoe kan zij het voor zichzelf verantwoorden?”
“Ja, hoe zij dat doet...”
“En toch bedoelt zij het goed.”
“Ja, misschien wel tè.”
“Zij loopt gewoon over van de goede bedoelingen.”
“Dat kan je wel zeggen.”
“Maar leg dat maar eens uit, aan je man bijvoorbeeld.”
“Ja, die weet nog van niks.”

14.1.10

Te mijden mensen



“Aan zo’n waarzegger heb je wel wat.”
“Een waarzegger?“
”Ja, ik ga bij een waarzegger, wist je dat niet?“
”Neen. Meen je dat echt?“
”Ja, hij heeft mij al vaak gewaarschuwd voor bepaalde mensen.“
”Wat voor bepaalde mensen?“
”Mensen waar ik beter niet mee omga.“
”Waarom?“
”Omdat zij een slechte invloed op mij kunnen uitoefenen.“
”O! In die zin. En?“
”Het helpt echt.“
”Hoe dan?“
”Ik mijd ze.“
”Je mijdt ze?“
”Ja, en er is mij nog nooit iets overkomen.“
”O, in die zin. Dat is wel goed bekeken.“
”Goed bekeken?“
”Ja, dat soort waarzeggerij.“

13.1.10

Wat wij nooit zullen zeggen



Eén ding zou nooit gezegd worden. Daar praatten wij dan ook altijd zorgvuldig om heen! Tot wij allebei héél goed wisten wat het was. Dat wat wij nooit zullen zeggen.

12.1.10

Waar een wil is, is een weg



Vijftien jaar na de ontdekking van de Weg hebben Vlaamse proverbiologen nu ook de Wil gevonden. Beiden zullen door gespecialiseerde teams worden gerestaureerd en weer samengevoegd. De woordvoerder van het onderzoeksteam sprak ook nog de hoop uit dat, nu de twee relicten weer bij elkaar worden gebracht, er een einde zal komen aan de discussie over wat nu precies een spreekwoord, en wat nu precies een gezegde is.

11.1.10

Jan en Ingrid (op hun manier)



“Gelukkig houden wij nog van elkaar, hé Jan?”
“Zeker Ingrid, zo op onze manier.”

9.1.10

Een weg door het leven



"Ja, met gestage, standvastige tred baan ik mij een weg door het leven, mag ik wel zeggen."
"..."
"Al zet ik het soms ook wel op een lopen."

8.1.10

De voorbereidende faze



"De voorbereidende faze, hou je daar rekening mee?"
"Wat?"
"De voorbereidende faze, of je daar rekening mee houdt?"
"'Tuurlijk. Altijd!"
"En't blijft niks?"
"Inderdaad. Niks en nog eens niks."
"Dat vreesde ik al."
"Hoezo? Dat vreesde jij al?"
"Je mag dat allemaal niet zo voorbereiden!"

7.1.10

Over bibliothecarissen en vishandelaars



"Rekening houdende met de schat aan kennis en cultuur die hen dagelijks omringt, moeten bibliothecarissen uitzonderlijk erudiete mensen zijn."
"En vishandelaars uitstekende zwemmers?"

6.1.10

Jan en Ingrid (Neuze neuze)



“Toe Ingrid, en neuze-neuze dan?”

Twee penissen!



“Wàt? Heeft hij twee penissen, zeg je? Kind, staar je daar toch niet blind op! Dat betekent dat hij je dubbel zo veel verdriet zal doen, geloof mij, ik kan het weten.”

5.1.10

Dit kan iets worden!



Met een toestel waarmee hij tot ongeveer 4000 jaar terug in het verleden, onder andere, het gefluister van verliefde vrouwen kon horen kwam de Poolse professor Witold Olszowski aan de weet hoe Marcus Antonius door Cleopatra tot steeds machtiger seksuele prestaties werd opgezweept. Op onze vraag wat zij dan precies zei, bleef de verlegen professor echter vaag. Hij verwees ontwijkend naar enkele symposia waarvoor wij zullen uitgenodigd worden, maar om de pil toch enigszins te verzachten mochten wij eventjes luisteren naar Beethoven, die de eerste maten van zijn 9de symfonie neuriede en zachtjes bij zichzelf constateerde: “Ja, dit kan iets worden!”

4.1.10

Een aforisme van oom Floris




De waarheid is een paardenmiddel: soms heel voorzichtig toe te dienen!

Goede raad en mededogen



Kijk. Hier hebben al vele goden gestaan. Op dit klein verhoog. Met hun goede raad en hun onmetelijk mededogen. Want daar komen wij toch om? Om goede raad en mededogen? Daar krijgen wij toch nooit genoeg van?

3.1.10

Facit

(Waarom zou ik het altijd zelf verzinnen, als anderen het beter doen?):



2.1.10

Poging tot grapje voor "De druivelaar"



"En?"
"Het gaat al veel beter met Erna en mij. We leven niet meer als broer en zus naast elkaar."
"Hoe dan wel?"
"Heu... eerder als stiefbroer en zus."
"Dat klinkt veelbelovend!"

Jan en Ingrid (Jan vraagt vergiffenis.)



"Vergiffenis Jan? En dan?"
"Er nooit meer over spreken Ingrid, dat lijkt mij het beste!"
"Vind je dat niet wat eenvoudig?"