6.6.10

Een geheime kamer voor mama!



Dat vader het niet makkelijk had met mama, dat hadden wij, de jongens, hoe jong we ook waren, al snel door. Nooit kon hij iets goed doen en wij , mijn broer en ik, hadden dan ook erg met hem te doen telkens wij, vanuit ons bed, het gekijf moesten horen wanneer hij, god mag weten wat, in haar ogen weer iets verkeerd had gedaan.
Het was voor ons onbegrijpelijk hoe hij het volhield en waarom hij telkens wanneer het er weer tegen had gezeten met een geschenkje kwam aanzetten. Een kleinigheid voor ons en iets exclusiefs, dat bleek wel uit de verpakking, voor mama. Parfum, een juweel, een polshorloge...
„Zie je nu wel dat ik van je hou!” zei hij dan altijd. Alsof wij daar aan twijfelden!?
Veel helpen deed het echter allemaal niet. Mama bleef kijven en om een of andere reden weende zij ook steeds meer. Wij begrepen er niets van. Een vader met zo veel geduld als de onze hadden onze vriendjes niet.
Uiteindelijk was het echt niet meer om uit te houden, hun ruzies werden erger en erger. Op een keer gooide mama zelfs het flesje parfum dat hij die keer had meegebracht pats tegen zijn hoofd zodat hij er een dikke bloedneus aan over hield. Maar hij zei niets en ging gewoon naar de kelder, waar hij de laatste tijd aan iets werkte.
Diezelfde nacht kwam hij stilletjes onze kamer ingeslopen, maakte ons wakker, legde zijn wijsvinger over zijn lippen en fluisterde:
„Jongens, jullie zien het ook wel, mama is héél ongelukkig en ik heb eindelijk de oplossing gevonden: ik heb een geheime kamer gemaakt voor haar. Een kamer helemaal voor haar alleen, waar zij alleen kan zijn met haar gedachten en alleen nog maar hoeft te doen wat zij graag doet! Wat denken jullie daarvan?”
„En zullen jullie dan nooit meer ruzie meer maken,” vroeg mijn broer, op wie dat gekijf meer woog dan op mij.
„Nooit meer, dat beloof ik. Maar jullie moeten mij wel even helpen, want het moet absoluut een verrassing voor haar zijn. Ik wil haar blinddoeken en dan brengen wij haar samen naar haar geheime kamer.”
„JOEPIE!” schreeuwden wij. Ergens hadden wij altijd wel geweten dat vader alles wel zou weten op te lossen.
„Wacht hier op de overloop,” gebood hij ons, „dan ga ik mama halen.”
Het bleef een tijdje stil in de slaapkamer van papa en mama, tot er iets als een worsteling en een klap weerklonk. Toen kwam papa met mama tevoorschijn. Hij droeg haar in zijn armen want zij had een bloedneus en leek bewusteloos.
Sshhh,” zei hij hijgend, „ze slaapt nog, maar dat is niet erg, dat maakt de verrassing nog groter. Lopen jullie voorop naar de kelder en hou de deuren goed open.
Daar in de kelder zagen wij de kamer die papa had gemaakt. Er stond een bed, een bureautje en een kast met alle juwelen en andere geschenken in die hij voor haar had gekocht. Voorzichtig legde hij haar op bed.
„Kom mannen, nog even helpen,” vroeg hij en hij toonde ons een stapel bakstenen en een emmer cement. Met een troffel metste hij het deurgat waarlangs wij mama haar geheime kamer hadden ingedragen dicht.
„Zo, dank je wel. Onthou goed: voortaan is mama gelukkig. Zij heeft alles wat zij nodig heeft. Ik stel voor dat jullie de eerste weken niet in de kelder komen, zo kan zij goed uitrusten. Maar vooral, aan NIEMAND zeggen dat mama een geheime kamer heeft gekregen en dat zij nu gelukkig is. Heel wat mensen gunnen het haar niet. Wij moeten beletten dat iemand haar weer ongelukkig maakt. Dat zou wel het allerergste zijn.”
Dat begrepen wij ook wel, hij is niet voor niets onze vader.
De volgende dagen hoorden wij zo nu en dan een vaag gebons achter de kelderdeur, maar vader wist zeker dat mama aan het dansen was van geluk.

Twee weken later werden wij van school gehaald en naar opa en oma gebracht, bij wie wij nu al een tijd logeren. Zij zijn heel lief voor ons, al wenen zij wel vaak, maar zo dat zij denken dat wij het niet zien. Af en toe komt er een meneer die allerlei vragen stelt en onze tekeningen bekijkt, maar ook telkens weer over mama wil praten. Maar wij zijn natuurlijk niet gek, nooit of nooit verraden wij haar en haar geheime kamer. Nooit.

3 opmerkingen:

The Dutchess zei

;))

Vlindera zei

Ik verkies toch a room with a view.

Wel weer enorm vindingrijk!

't vliegend eiland zei

voor Vlindera:
Vader dacht aan veel, maar niet aan een raam!