15.6.10

De zonnebaadsters



Onversaagd vleiden zij zich in de meest concave duinpan van onze kust met de gedachte: „Wij gaan nooit meer terug.” En omdat de wind hun voetsporen in het zand al sterk had doen vervagen concludeerden zij dat de natuur hun in hun onderneming goed gezind was. Wij dorpelingen dachten er het onze van, wij hadden er al zo veel zien gaan en die waren allen altijd diezelfde avond al teruggekomen.
Maar niet zoals gewoonlijk was het deze dames ernst. Zij bleken taai en vindingrijk, geheel gericht op overleven. Zij aten hoofdzakelijk helmgras, maar als het lot hen gunstig was soms ook eens duinkonijn!
Onbetrouwbare getuigen meenden dat zij ook alcohol stookten, want op maanverlichte nachten hadden zij hen rake melodieën horen kreunen, maar meer betrouwbare verslaggevers hadden hiervoor een meer aannemelijke uitleg.
Wat zo begon als een onmogelijke bevlieging evolueerde tot een bezienswaardigheid bekend tot in Amerika en een heuse bron van inkomsten voor onze gemeente. Dat op zijn beurt maakte ons dan weer interessant voor politiek en georganiseerde misdaad.

Geen opmerkingen: