13.2.07

De struisvogelranch van Nederokkerzeel

Niettegenstaande het performante GPS - systeem waarover Hugo beschikte bevonden we ons om een of andere onverklaarbare reden te midden van een struisvogelranch. De bedoeling was om van het Middelheim in Antwerpen naar de Leeuw van Waterloo te marcheren en volgens onze gegevens bevonden wij ons op het grondgebied van Nederokkerzeel. Op struisvogels waren wij echter in het geheel niet voorzien.

"Wat nu?" fluisterde Inge, de bangelijkste van ons gevieren.

"Hier," maande ik mijn kompanen aan, "wrijf je in met dit struisvogelvet. Ze mogen ons onder geen enkel beding opmerken."

Ik ben gelukkig altijd op allerlei potentieel gevaarlijke situaties voorbereid en heb dus steeds een king size tube struisvogelvet op zak.

"Zijn ze gevaarlijk?" vroeg Inge weer.

"Natuurlijk. Heb je die kwaaie koppen al eens goed bekeken? En ze lopen ook honderd per uur sneller dan een mens."

"Hoeveel van die beesten zitten hier eigenlijk?"

Voorzichtig ging ik op mijn rugzak staan om poolshoogte te nemen.

"Honderden." constateerde ik.

"Wat nu?" vroeg mijn vrouw, die de dingen meestal van de praktische kant bekijkt.

"Er zit niet veel anders op dan te wachten tot de zon opkomt, denk ik. Dan komen de ranchers de struisvogels voederen en kunnen zij ons ontzetten."

"Kunnen we geen vuurtje maken?" stelde Hugo voor, "om ze op een afstand te houden en ons te warmen."

"Dat risico mogen we niet nemen," besliste ik, "ik heb eens gelezen dat een bepaalde soort opgehitst raakt door vuur en dan bijzonder aggresief wordt. Het is niet duidelijk om welke soort het hier gaat, maar ik heb geen zin om mijn schedel te laten splijten door een van die bekken."

Eindelijk waren we allemaal ingesmeerd en kwam het er nog slechts op aan zo weinig mogelijk bruusk te bewegen.

Meer om mijn tochtgenoten bezig te houden dan dat het werkelijk nut had beval ik hen om een greppel te graven waarin we de nacht zouden doorbrengen. Ondertussen sloop ik de nacht in om een struisvogelei te roven dat we, met het bamboepijpje dat ik ook altijd op zak heb voor noodgevallen, om beurten leegzogen. Een gemiddeld struisvogelei kan al gauw acht volwassenen voeden. Lekker was het niet, maar we moesten het ermee doen.

Daarna stonden wij voor een lange slapeloze nacht, ontelbare malen gestoord door het geritsel van rondkuierende struisvogels die ons, gelukkig maar, niet konden ruiken.

1 opmerking:

Anoniem zei

Geen last gehad van lama's in Zemst?