23.7.20

De onnoembare

Uiteraard was ik niet altijd de onnoembare. Er was een tijd dat ik gewoon Jan was. In die tijd ademde ik een stuk vrijer en stak ik wel eens mijn armen uit. Er was wel even veel regen en onbeschaamdheid en thee en even weinig zwemgerief of kans dat ik zou veranderen, weet ik nu achteraf.

Maar de zaken namen hun beloop, dat zat er altijd in, dat wist ik wèl. Ik strekte nog wel mijn armen en ademde nog wel vrijer als waren het gewoonten die ik mij eindelijk had eigen gemaakt.

Toen werd ik de onnoembare.


Geen opmerkingen: