8.5.06

De armen


Het was ongeveer 20u35 toen zij aanbelden.
Ze waren met zijn tweeën, mooi in het pak en ze spraken zeer beschaafd Nederlands.
Of ik hen niet financieel uit de brand kon helpen. Zij waren werkloos, hun vrouw was ziek en hun dochtertje gehandicapt. Zo erg dat zij een zware operatie moest ondergaan om uitzicht te behouden op een min of meer normaal leven.

Daar sta je dan om ongeveer 20u35 in het gat van je eigen voordeur. En wat antwoord je?

"Zo arm zien jullie er niet uit in jullie Massimo Dutti pakken."
"Neen, dat klopt. Bedelen vraagt veel investeringen. Maar als je als bedelaar in een vies pak, riekend naar urine aanbelt bij mensen van de gegoede burgerij, dan wordt ofwel niet open gedaan, ofwel wordt je onmiddellijk weggejaagd."

Inderdaad, dat fenomeen herkende ik.

"En we dragen elk een pak van een andere kleur, dan denken de mensen niet zo gauw dat we Mormonen zijn."

Ook daar zat iets in.

"Toch spijt het mij dat ik niet veel voor jullie kan doen, vooral zo'n operatie, dat is niet niks!"

"Neen, maar er is veel kans dat de geëigende instanties hiervoor wel een oplossing zullen vinden. Wij zijn al drie keer met hen gaan dineren, indien u ons met een euro of twee uit de brand zou kunnen helpen, dan halen wij het weekend wel. Twee euro, om brood te kopen."

Dat vond ik nog niet zo overdreven. Ik gaf er vijf.

"Hier, koop ook wat boterkoeken voor je dochter."

Geen opmerkingen: