16.4.13

De nederdaling van de Modigliani



De onverwachte nederdaling van een Modigliani, zonder aankondiging of aanwezigheid van voorkennis, zou onze knusse, kleine samenleving op zijn grondvesten doen daveren. Wij zijn namelijk, en toen zèker, geen kunstkenners, maar slechts de bewoners van het Manneneiland. Dit had dus eigenlijk moeten gebeuren in een kunstacademie, waar de horizonten ruimer zijn en de zeden in verhouding losser. Maar zo simpel van structuur en ordening is het leven natuurlijk niet.

Kort na de neerdaling kwam er een Duider aangeroeid. "Wat een toeval," dachten wij in onze argeloosheid, maar uiteraard vergisten wij ons deerlijk. Hij zwaaide al van ver, wat zijn roeien niet ten goede kwam, en hij had penselen mee! En penselen zijn instrumenten van de duivel waarmee heel wat genot kan worden beleefd en verschaft. Dat wisten wij instinctief al héél lang. Dat kon ook niet anders bij ons op het Manneneiland.

Tenzij…

(Deze 'tenzij' leidt ons geheel en al naar het pad der herinneringen, om niet te zeggen van de overleveringen, en zij confronteert ons met een gebeurtenis die verklaart waarom ons eiland het Manneneiland is geworden. Dat is er als volgt van gekomen: vroeger heette ons eiland het Mannen en Vrouweneiland, omdat wij toen nog vrouwen onder ons hadden. Niet alleen hadden wij ze onder ons, zij stelden vanuit hun standpunt bekeken ook geen onredelijke eisen, die vaak het gebruik van een penseel vergden. In die tijd had men (en dat niet alleen op ons eiland) niet zo veel alaam, maar penselen bestonden al wel en waren geschikt voor van alles en nog wat! In verloren momenten wanneer er niet gewerkt kon of mocht worden (en God zij dank leven wij in een op dat vlak benevolent klimaat en waren er dan ook veel van die momenten) eisten de vrouwen - soms meer dan één keer per dag - om kundig vermaakt te worden met diverse penselen. Als er in die tijd ook sprake was geweest van enige reciprociteit dan was ons eiland waarschijnlijk nooit van naam veranderd, maar om redenen die alleen vanuit een diepgewortelde traditie en via ons "Mensch"-zijn te begrijpen vallen, was dat dus niet het geval.

Nu voerde in die dagen een van onze mannen een uitgebreide correspondentie met een bioloog die waarschuwde dat zulk een klakkeloos overgeleverde gewoonte misschien wel wees op een analogie met bepaalde sprinkhanen en insecten, waar het mannetjesdier na de paring of op een ander significant moment door het wijfje wordt opgegeten. Dat was op ons eiland weliswaar nog nooit voorgekomen, maar dat de vrouwen nà een penseelmoment steevast hongerig waren was toch ook weer niet geruststellend en lag beslist mee aan de basis van het feit dat op een dag, toen de wind vastelandwaarts stond, alle vrouwen in een bootje werden gezet en weggestuurd. Zij kregen ook al onze penselen mee, vermits er geen kunstschilders onder de mannen waren die meerdere penselen nodig hadden. Sedertdien heet ons eiland dus het Manneneiland!)

"Een Modigliani, en dàn een Duider met penselen! Kan iemand mij vertellen wat dit kan betekenen?" vroeg de dorpsoverste zich luidop af in wat hij dacht een retorische vraag te zijn. Hij was dan ook totaal niet ingewijd in de voor- en nadelen die sociaal netwerken met zich meebrengen. Want wat bleek? Dat er tòch vrouwen op het Manneneiland woonden en werkten. Twéé zelfs, zusters nog wel, met een Amerikaans accent. Het waren missionarissen die ons, als klerken verbonden aan de bibliotheek, met een overigens goed bijgehouden zakelijke administratie religieus dachten te kunnen inspireren. Tevens bleek dat zij in feite geen echte missionarissen waren, maar naar ons eiland waren gekomen met de bedoeling fijnmazig antropologisch wetenschappelijk werk te doen voor een onderzoek naar hoe wij na eeuwen van ontzegging zouden reageren op penselen.

Hoef ik nog te zeggen dat wij hen onmiddellijk op de eerste boot landwaarts hebben gezet? Dubbel gesterkt in onze eeuwenlange traditionele zekerheid dat missionarissen altijd iets dubbelzinnigs in hun houding hebben!

Na ook nog enkele rituele penselen symbolisch te hebben verbrand en de as in zee te hebben gegooid gunden wij ons een blik op de Modigliani die zo ineens, maar in elk geval rechtmatig, in ons bezit was gekomen, waardoor wij alweer met een verrassing werden geconfronteerd: het was helemaal geen Modigliani maar een Picabia. Eentje die heel wat kundig penseelwerk deed veronderstellen grapte onze dorpsoverste, die al bij al een precaire faze in zijn carrière had overleefd.


_____

Geen opmerkingen: