7.5.21

Inversie

 ‘Hé, wat doe jij hier op dit uur?’
Het was beslist zo niet bedoeld, maar ik geef het toe: opeens had ik mijn sigaret in zijn rechteroog geduwd.
Aauww… jij kl____zak!’(1)
De grondman werd opeens zeven keer groter dan ik en wilde mij vastgrijpen. Gelukkig ben ik leniger en sneller en wist ik hem te ontglippen. Ik ontsnapte door de tuin van de bakker, doorheen het bos, langs de spoorweg, om de vijver, binnen en buiten de kerk, vermeed het parlement… kortom, ik rende voor mijn leven. Een grote vrachtwagen (Rungis-Rotterdam) toeterde net nadat ik de snelweg was overgestoken. Uiteindelijk was ik zo snel dat ik in feite àchter mijn achtervolger aanliep. Dat heet inversie in het wereldje van de achtervolgers. Ik greep hem bij de panden van zijn jas en liet mij nog kilometers ver meevoeren. Tot hij moe werd en onder een boom in slaap viel. Op mijn tenen liep ik van hem weg en kwam thuis. Wat een avontuur, dacht ik, hoewel het nog niet helemaal voorbij was, want er werd nog aangebeld. Het was de grondman. Hij verontschuldigde zich voor de manier waarop hij mij had aangesproken. Enigzins morrend aanvaardde ik zijn verontschuldigingen, excuseerde mij omdat het een drukke nacht was geweest, en ging weer naar binnen. Daar dacht ik nog even aan alle plekjes waar ik vorige nacht was geweest en wat ik daarvan kon leren... tot ik op de tafel een dampende mok granenthee zag staan. Een mens moet alles proberen in het leven. 

 

 

(1) kleizak
 

Geen opmerkingen: