2.6.15

Visioenen



Hij vond van zichzelf dat hij een schilderachtig leven lijdde. Vol avontuur en romantiek. Hij verzamelde ook hobbelpaarden en maakte grote schulden.
“Met het oog op de toekomst…” zei hij dan, tegen eender wie daarover uitleg vroeg.
Wij kenden hem van kindsbeen af en beschouwden hem als een van de onzen. Aan ons moest men dus niets vragen. Zeker niet over zijn visioenen.



Geen opmerkingen: