22.6.13

De roofvogel



Er was eens een man die men "de roofvogel" noemde. Dat kwam eenvoudig omdat hij zich eens in zijn jonge en onbezonnen jaren in een roofvogel had veranderd. Compleet met een grote kromme snavel, klauwen met een achteruitslaande teen, een superscherp gezichtsvermogen èn de gave om urenlang, gebruik makende van de thermiek, heel hoog, hij was nog nauwelijks een stipje, boven en tussen de bergen te zweven, op zoek naar een prooi. Die had hij dan boven op het dak van het schuurtje opgevreten. Het ging om een haas of een konijn. Zelfs geen beschermd dier.
Hij heeft deze metamorfose maar één keer uitgevoerd omdat hij niet wilde dat men in het dorp zou gaan denken dat hij zich boven hen verheven voelde of zich anders voordeed dan hij was. Verder viel hij niet op met zijn gemiddelde verstand en zijn doorsnee lichaamsbouw. Maar de bijnaam "roofvogel" is op een of andere manier blijven plakken. Vandaar.


_____

Geen opmerkingen: