6.6.13

De hemel

Hij was ook zo'n jongen die op zoek was. En op zekere dag verliet hij zijn dorp en vrienden omdat hij meende te weten waar hij het zou vinden.
Hij trok over hoge bergen en ging door diepe dalen, passeerde wijze mannen en verwijlde bij woeste vrouwen.
Op die manier kwam hij daar waarvan men zei dat het de hemel was. Daar is hij een hele tijd gebleven om te ondervinden hoe het aan den lijve was.
Uiteindelijk is hij toch terug gekomen. Langs de woeste vrouwen, verwijlend bij wijze mannen, door diepe dalen en over hoge bergen, terug naar waar hij meende thuis te komen.
"En, hoe was het in de hemel?" vroegen zijn vrienden.
"Ach, ook niet alles," antwoordde hij.
"Ja, het zal overal wel iets zijn." Wisten zij die waren thuisgebleven met zekerheid te zeggen.
En verder werd er nooit meer over gesproken, want overal was de jongen natuurlijk nooit geweest. Alleen maar naar waarvan men zei dat het de hemel was.


_____

Geen opmerkingen: