1.6.13

De geruststelling

Er was eens een man die zo diep in zichzelf groef dat hij er langs achter weer uitkwam. Na die ervaring keek hij dwars door zichzelf heen naar de wereld. De mensen die zo door hem bekeken werden waanden hem een god, wat hij uiteraard niet was en toen men hem voor alle zekerheid ophing stierf hij gewoon binnen de te verwachten tijdspanne. Dat was een hele geruststelling, want per slot had hij toch heel wat van hen gezien.

_____

Geen opmerkingen: