6.5.13

De gehele waarheid

Er was eens een koning die, omdat zijn voorgangers (en vooral zijn vader) alle andere dingen al hadden gedaan, er niets beter op vond dan zijn volk de waarheid te beloven. Maar dan ook de gehele waarheid en niet zo maar de waarheid in het algemeen.
Hij had de woorden nog niet helemaal uitgesproken, laat staan zelf begrepen (want hij was een man die haast sneller handelde dan nadacht), of hij hoefde geruime tijd niet meer met zijn voeten op de grond te staan: men droeg hem op handen terug naar zijn paleis.
Uiteraard beschikte hij over ervaren ministers (velen werden het van vader op zoon!) die zich haastten om het volk en de koning uit te leggen dat men toch voorzichtig moet zijn met de hele waarheid en dat het primordiaal was om vooraleer haar volkomen te "implementeren" er een degelijke studie moest worden gemaakt over wat "de totale implementatie van de waarheid impliceert".
Zo bouwde het land zich een wereldwijde reputatie op met colloquia, debatten, studiedagen en leerstoelen, ja zelfs met fictionele werken die de hele waarheid als kernthema behandelden.
Maar toch was het ook zo dat de belofte van de koning niet overal op even veel bijval kon rekenen. Er waren een aantal ridders, burggraven en baronnen, ook een aantal ambassadeurs van vreemde mogendheden, een paar kapiteins van een of andere industrie en ja zelfs enkele religieuze leiders die het idee van de totale waarheid niet helemaal zagen zitten en er elk op hun eigen manier tegen spartelden. Hun argument was "dat je een kind ook niet zo maar een revolver geeft!" Ze vertelden er niet bij dat zij hen die revolver wèl gaven wanneer de kinderen wat groter werden.
Steeds vaker lazen de burgers in hun kranten en tijdschriften over molenaarszoons, drakendoders, jaloerse koninginnen, enz. wie er alles aan gelegen was opdat de dochter van de koning (de prinses om precies te zijn) snel zou trouwen met iemand die van het koningschap geen verstand had en die het op een meer moderne wijze zou kunnen waarnemen. Want nà het huwelijk, zo voorzag de grondwet het, zou de koning troonsafstand moeten doen. Waarmee ook zijn belofte van geen tel meer zou zijn, al werd dat laatste niet al te veel benadrukt.
Spijtig echter was Stippelijne zo lelijk als de nacht en nymfomaan, zodat duur ingehuurde krachten het een voor een opgaven. Tot grote teleurstelling van het volk dat telkens weer in de zich elkaar opvolgende hoopgevende nieuwsbulletins geloofde.
Ondertussen ging de koning maar door met investeren in het onderzoek naar de hele waarheid, tot het er op een dag op leek dat er resultaten geboekt werden! Toen kwam er spoorslags een delegatie op staatsbezoek. Een delegatie van de Vereniging van Buurlanden die het Beste Voorhebben met hun Buurlanden, sterker nog die slechts dat als enige aspiratie in hun vaandel voeren!
Wat zij de koning vertelden is niet helemaal duidelijk want er bleek geen wet te zijn die hierover een waarheidsgetrouwe rapportage vergde. Maar het kwam er op neer dat zij allen, samen met de koning, op een heel hoog balkon verschenen en dat de koning, die door de sterkste vertegenwoordigers over de ballustrade werd gehouden, een verklaring voorlas waarin stond:


1) Dat alles uitstekend ging met zijn dochter


en dat


2) De hele waarheid heel moeilijk te omschrijven is omdat iedereen ook eigen waarheden heeft en dat die ook moeten worden gerespecteerd.


Wat dat allemaal precies betekende begreep haast niemand, maar omdat men niet in opstand komt tegen wat men niet begrijpt, ging iedereen naar huis. Net op tijd om op tv te zien hoe de koning en de gezanten van de Vereniging van Buurlanden die het Beste Voorhebben met hun Buurlanden aan een rijk gevilde tafel een toast uitbrachten op de gehele waarheid.

Geen opmerkingen: