3.3.10

Niks



Ik bevond mij eens bij blinde reuzen met rare voornamen die dank zij hun reukzin onfeilbare oordelen kunnen vellen.
„Zwarga, vergis ik mij? Maar ik meen iets te ruiken?”
„Neen Volsop,” antwoordde Zwarga snuivend, „ik ruik niks.”
Zo leerde ik eindelijk wat ik ben (en dat de waarheid niet noodzakelijk uit een kindermond komt.)

2 opmerkingen:

Vlindera zei

Waren die reuzen dronken dan?

't vliegend eiland zei

voor Vlindera:
Moeilijk te zeggen. In elk geval niet teut.