10.3.15

Bij volmondigheid



"’Ja’ was toch een woord met blanke armen?"
“Zeker. Dat was zo."
“Dat je kon omhelzen?"
“Inderdaad. Waarom?"
“Ik begon er aan te twijfelen."
“Nee, echt wel. Maar alleen bij volmondigheid."



Geen opmerkingen: