5.3.14

Beweegredenen



Op zekere nacht hing de maan héél laag boven de horizon en ik besloot er eens heen te wandelen om te zien of ik er onder door zou kunnen lopen zonder mijn hoofd te buigen. Maar toen ik dichterbij kwam zag ik daar twee blote vrouwen beladen met rozenblaadjes.
„Het leek ons een uitgelezen kans om de maan te versieren,” verklaarden zij, toen zij mij opmerkten.
Zo minzaam mogelijk glimlachte ik om deze verklaring want ik weet drommels goed dat wat vrouwen allemaal zeggen in dat soort omstandigheden recht uit het hart komt, waarna ik op mijn beurt ook mijn beweegreden opbiechte.



________________________________________

Geen opmerkingen: