16.11.23

Ter zake (7)

 (Hoofdstuk 2)





Ik geef toe dat ik tegenwoordig niet meer zoveel zelfvertrouwen heb op de fiets. Ik ben heel voorzichtig als ik bochten neem. Ik herinner me dat ik toen ik jong was heel wat waaghalzerijen heb uitgehaald en vaak blindelings kruispunten overstak. Achteraf denk ik dat ik voorzichtiger ben geworden toen ik mijn kinderen heb leren fietsen. Hen zien vallen deed me waarschijnlijk meer pijn dan wat ze zelf voelden. Ja, ik ben altijd al heel gevoelig geweest. Dat laat ik zelden merken, maar het tekent mijn doen en laten. In die mate dat ik nu weet dat ik mezelf niet eens kan vertrouwen. Ik laat me te veel door mijn gevoelens leiden. Dat kan goed zijn, maar het draait soms helemaal verkeerd uit. Het gaat zover dat ik me soms ‘als mens’ uitschakel en op automatische piloot handel. Al zou ik niet iemand anders willen zijn. Ik leer wel van mijn fouten, in die zin wordt ik misschien beetje bij beetje een beter mens. Maar het blijft een gevecht. Het blijft krasselen. Dolle pret durf ik mijn bestaan niet noemen. Ik heb, denk ik, zeker hulp nodig, om belangrijke beslissingen te nemen. Er zijn dingen, beslissingen die ik hoor te nemen, maar op mijn eentje uiteindelijk  nooit neem. Dat zit diep. Het gaat over dingen waarover ik slechts met één iemand spreken kan. En die is er niet (meer). Verwacht dus niet dat ik hierover veel zal uitweiden. Ik weet dat u niet die iemand bent.



Geen opmerkingen: