28.8.20

De levensvijver

In gedachten zwom ik het warenhuis uit toen ik op de drie meisjes stuitte. Elk met een vis in de hand.
“Waar moet dat heen?” wilde ik quasi autoritair weten.
“Naar de levensvijver,” antwoordden zij gezamenlijk, “onze kans wagen.”
Verwonderd keek ik hen aan, “Er is hier mijlenver in de omtrek geen vijver te bekennen. Ik ben van de streek, ik weet het wel zeker.”
Nu keken zij mij argwanend aan.
“Geen vijver in de omtrek? Wat zegt u nu?”
Ik bleef in de buurt rondzwemmen want ik was toch wel benieuwd hoe zij hun teleurstelling zouden verwerken.
Helaas kwamen zij niet meer terug. Zouden zij dan toch met vis en al in de levensvijver zijn gesprongen? Een vijver die ik niet ken, al ben ik dan van de streek?


 


Geen opmerkingen: