8.4.15

Stront



“Hoe zie jij jezelf dan?"
“Als niet meer dan een stuk niet te vreten stront."
“Een stuk niet tevreden stront?"
"Ja. Als iets wat door de meesten wordt gemeden en ontweken."
“Daar zit inderdaad wel wat in."
“Ik ben een stuk stront."
“Maar waarom niet gewoon een twijfelaar?"
“Een twijfelaar? Hoezo?"
“Die worden toch ook best gemeden?"
“Maar die stralen toch niet hetzelfde uit?"
“Nee, dat denk ik ook niet."
“Dan kan ik mij toch beter als een stuk stront zien."
“Eigenlijk wel, als je het zo bekijkt ben jij eigenijk wel een stuk stront."
“Ik dacht het wel."



Geen opmerkingen: