24.2.14

De ene engel



Nu heb ik ineens vleugels, kijk!
Eigenlijk hoor ik ze uit te strekken en er mee te klappen toch? Meteen maar tonen dat ik een engel ben. Dat zou u zeker gerust stellen. Zo heb ik mij dat toch altijd voorgesteld toen het nog onmogelijk leek. Maar nu doe ik dat dus niet.

En dan heb ik het nog niet over de mogelijkheid om boven de stad te vliegen en jullie toe te schreeuwen wat ik zie:

De wolken en de spoorweg naar de einder, de dieren, en zeker alle gesproken woorden die hier samenkomen. Ook wie de zon zoent en wie het voor de wind gaat, als ook wie als een dief schichtig wegloopt achter de fabriek. Maar in de eerste plaats natuurlijk - want daar zitten jullie op te wachten! - wie van ons echt rechtop loopt en wie niet!

Waarom maak ik daar geen werk van, waarom zeg ik nu niet ineens waar het op staat? Waarom omhels ik dat hele engelenwerk dan niet? Want zeker is het nu, ik heb vleugels nu en zou dus kunnen vliegen. Of is de ene engel dan toch de andere niet?



______________________________________

Geen opmerkingen: