1.12.12

In de put

Ik kwam er achter dat al heel erg lang mijn vrienden mij in een put wilden laten zakken. Daarna duurde het des te langer voor zij mij van hun zonderlinge wens wisten te overtuigen, maar goed, omwille van de vriendschap gaf ik uiteindelijk toch toe. Niet zonder mijn directe familie van de afspraak op de hoogte te hebben gebracht.

Zij namen mee naar een volgens hen uitermate geschikte put en toonden mij het touw, een gareel eigenlijk, waarin zij mij zouden opbinden om mij dan neer te laten. Het zag er inderdaad stevig en betrouwbaar uit.

"En ik hoef verder niets te doen? Niets rapporteren of zo, op regelmatige basis?"
"Neen hoor," lachten zij, "je gewoon door ons laten zakken volstaat!"

Zij hesen mij daarna in de put en lieten mij zoals afgesproken zakken. Meter voor meter, zonder schokken, zonder dat ik ook maar heen of weer wiegde. Het leek wel of zij geoefend hadden. Haast machinaal, vermoedde ik even.

Al vlug kon ik het daglicht niet meer ontwaren en bevond ik mij in het pikkedonker. Hoe diep een put toch kan zijn.

En ik blijf maar zakken, zonder besef van tijd of ruimte. Ook heb ik het gevoel dat het einde nog lang niet in aantocht is. En nu ik er over hang na te denken, over ophijsen hebben mijn vrienden eigenlijk niets gezegd.


_____