1.7.06

Zonder bril

Zij was zo hulpeloos als een klein kind zonder haar bril. Die had zij laten liggen bij de receptie de dag ervoor. Drie keer moest ik haar dan maar een memootje voorlezen en bij het derde moest ik ook beloven erover te zwijgen omdat het eigenlijk vertrouwelijk was.
Daarna vroeg zij niets meer.

Hoe zou zij naar huis zijn gereden?
Als zij er morgen niet is dan weet ik hoe laat het is, maar over dat memootje blijf ik zwijgen als een graf. Al zou niemand er wakker van liggen.

Beloofd is beloofd!

Geen opmerkingen: