donderdag 21 oktober 2010

De sfeer



Ik heb heel wat gebreken en zelfs ronduit zondige trekken. Vooral van kijken naar etende vrouwen krijg ik maar niet genoeg. Ik heb vrouwen dan ook al heel wat zien eten: boterhammen met kaas, achtkoeken, carbonaden, gerookte zalm, mezze, oesters, bloemkoolsoep, salami zonder look. Onlangs evenwel, zou ik iets te zien krijgen van een totaal andere orde. Ik was zeer benieuwd.

De uitbater van het etablissement, inderdaad met enkele stevige eetsters, bracht mij hoogstpersoonlijk naar de eetkamer van de dame die ik had uitgekozen en die een voor mij totaal nieuw gerecht zou verorberen. Iets oosters, zo leek het op het eerste gezicht. Met zoete aardappel, venkel, rauwe kip, garnaal, gezoete paling en een gigantisch grote hand. Aap, zo leerde ik.

Ik keek ademloos toe. Met elke hap bracht zij mij dieper in vervoering. Elke beweging van haar strottenhoofd, bij het slikken, joeg een rilling door mijn lijf. Tot uiteindelijk alleen die apenhand overbleef.

Ik drong aan dat zij die ook hoorde op te eten, ik was ontzettend benieuwd hoe zij dat zou doen. Maar zij weigerde.

„Ik eet al wat je wil, maar geen apenhanden,” antwoordde zij resoluut. Ik drong aan, ik smeekte, ik argumenteerde dat ik toch mijn rechten had als betalende klant, maar er was geen overtuigen aan. Zij bleef weigeren. Die hand diende alleen voor de sfeer was haar verklaring.

Totaal in de war en zelfs teleurgesteld met de afloop van het eetfestijn liet ik haar achter. Er zit mij nu niks anders op dan een vrouw te zoeken die bereid is een apenhand te eten.


woensdag 20 oktober 2010

Mineur



Een man die naar de haven was gegaan om er een slavin te kopen keerde onverrichterzake (het maatschappelijk draagvlak voor deze handel bleek verdwenen) terug naar huis waar zijn vrouw en kinderen in spanning op hem wachtten. Het werd alweer een avond in mineur.


dinsdag 19 oktober 2010

Huiselijke haiku

in de duisternis
van de lege brievenbus
ploft pardoes een brief

met dank aan Masaoka Shiki

De klacht



Er was een klacht gekomen dat het vaak zo stil was in appartement 16a en dat dit wel eens op frauduleuze praktijken zou kunnen wijzen. Die klacht werd aanvankelijk door de autoriteiten weggelachen, maar toen zij via andere wegen nogmaals geformuleerd werd, gebood het reglement dat er een inspecteur moest worden op af gestuurd.
J., een stille, maar ernstige en met diplomatieke gaven begunstigde man kreeg de opdracht.
Hij belde aan en nog voor hij in zijn linkerzak had kunnen voelen of hij zijn identificatiepasje wel bij had werd er opengedaan door een spiernaakte vrouw van een jaar of dertig.
J. stelde zich voor, waarop zij hem voorging naar de zitkamer waar nog zes in min of meerdere mate naakte vrouwen, in de leeftijdsklasse van tweeëntwintig tot vijfenveertig jaar, het samen blijkbaar heel gezellig hadden.
De een las een boek, de ander deed de strijk, nog ander was op een laptop aan het tikken en ondertussen hadden zij het onder elkaar afwisselend over koetjes en kalfjes.
Toen de vrouw die hem had binnen gelaten had uitgelegd wie hij was als man in functie werd er even zenuwachtig gegiecheld, maar al snel zetten zij hun gesprek voort.
„Neen hoor, wij hebben niets te verbergen, wij houden gewoon van rust. Maar wil u niet een kopje koffie? U ziet er afgetobd uit.”
Zulke vrouwen hebben oog voor detail begreep J.,
„Graag,” en hij schoof mee aan tafel.
Naarmate zij hem uithoorden over zijn werk, zijn gezin en zijn groot persoonlijk verdriet werd J. spraakzamer dan hij ooit was geweest en dra voelde hij zich helemaal aanvaard in hun midden.
Na zijn derde kopje koffie trok hij zowaar zijn jasje uit.


maandag 18 oktober 2010

Kakofonie



Waarschijnlijk omdat hij niet al zijn lichaamsholten onder controle had ontsnapte plots een lied aan het linkeroor van de forens.
Hierdoor verrast - of was het gewoon aanstekelijk - ontsteeg een schril geneurie aan de navel van zijn overbuurman.
En zo verging het ook nog andere medereizigers: langs neusgaten, een penis en ja, uiteraard, een aars!
Aangezien het hier klaar en duidelijk geen in samenzang geoefend fenomeen betrof ben ik zelf evenwel, uit afgrijzen, vroegtijdig uitgestapt.

En ik ben zowaar mijn saxofoon vergeten.


zondag 17 oktober 2010

Een aforisme van oom Floris



Wie er zich van wil verzekeren dat hij altijd en overal op zijn schreden kan terugkeren gaat best alleen naar plaatsen waar de ingang ook de uitgang is.