zondag 18 december 2005

Mijn leven door de ViewMaster

't Mag allemaal wel een ietsie-pietsie minder zijn van dit, en wat méér van dat.
Tot die conclusie kom ik als ik even stilsta bij het overlijden van de gebuur van P.


Wat is rouwen eigenlijk? Wat was her vroeger en wat is er van over gebleven? Eigenlijk mag je al niet te close zijn met je ooms, laat staan je geburen, of je moet toestemming hebben van je baas om naar de uitvaart te kunnen. Alsof met die halve of hele dag je menselijke plicht vervuld kan worden, of je verdriet enigzins wegslijt.



Wie heeft deze regels zo gemaakt? Waarom ben ik niet met P. meegegaan? Ik geef toe, ik stond er eergisteren zélf niet zo bij stil, maar hebben mensen als P. in die omstandigheden niet evenveel recht op een vorm van troost, het bijzijn van vrienden, dan de rechtstreekse familie van de afgestorvenen? Troost moet toch kunnen in 1001 vormen?


Ik geloof dat onze maatschappij ziek is, héél ziek, en, in zekere zin, al bedoel ik het positief, wens ik die hele generatie van Freya's, Berten, Inge's, Filipen, Bruno's, ... Kortom de zonen en dochters van puntje, puntje, puntje, ... in ons politiek, maatschappelijk en economisch leven, een heleboel persoonlijk leed en miserie toe. Gedurende lange tijd. Miserie die ze dan alleen kunnen te boven komen door steun te ondervinden van mensen waarvoor zij nu totaal geen oog hebben. Van wien's leven zij zich in de verste verte nog geen idee kunnen vormen.

Geen opmerkingen: