31.10.16

¡ en de Hypothetische Trompetsmid



¡ was als personage nog helemaal niet zo bekend toen hij gepolst werd om de Hypothetische Trompetsmid te gaan zoeken. Zijn grootste talenten op dat moment waren (indien iemand het hem gevraagd zou hebben), dat hij altijd elke dag stipt de krant las én dat hij onbewust de aanwezigheid aanvoelde van warmbloedige dieren die wij niet in onze onmiddellijke omgeving verwachten aan te treffen.







“Het is dit jaar bijna 1234 jaar geleden dat de Hypothetische Trompet voor het laatst weerklonk op aarde. Ware het niet prachtig als wij er na die tijdspanne zouden in slagen die gebeurtenis te herdenken met het laten vervaardigen van een geheel nieuwe Hypothetische Trompet waarop de voorganger van onze groepering een geheel nieuw tijdperk van 1234 jaar kan inschallen?” lichtte de gezant hem het verzoek toe.

¡ wist in feite of eigenlijk bijzonder weinig af van de groepering die als de Orde van de Hypothetische Trompettisten bekend stond, behalve dat zij (in vergelijking met de andere wereldgodsdiensten) een onooglijk clubje was, met als enige collectieve activiteit het wekelijks tweemaal ontroerd luisteren naar hypothetisch trompetgeschal. Instinctief echter begreep hij dat het hem voorgelegde verzoek wel eens heel belangrijk kon worden voor zijn eigen persoonlijke ontwikkeling en indirect daarmee verbonden: voor de geestelijke welvaart van tal van andere mensen!

Lang talmde hij dus niet met zijn antwoord. De gezant had zijn jas nog niet aan of ¡ weerhield hem en sprak:
“Afgesproken!”
“Dank je, iets anders hadden wij ook niet verwacht. Afspraak over 123,4 dagen!”



Wordt vervolgd...



30.10.16

Argeloze gedachten

Verwar een achteloze gedachte nooit met een argeloze!
(Let in deze context altijd op de handen.)

29.10.16

Achteloze gedachte

"O schat! Verdween daar niet net een achteloze gedachte?"
"Neen hoor, zo achteloos was ze niet," antwoordde de schat, die zulke gedachten kon vormen als blies hij op een trompet.

28.10.16

Vlinders

Dat achteloze gedachten als vlinders verschijnen is niet altijd duidelijk. Sommigen spreken van straathonden, mussen, ademstoten op een trompet of zulks valt hen niet eens op.

26.10.16

Een aforisme van oom Floris

Of men nu een hoofdletter is of een onooglijk leesteken: elkeen heeft zijn plaats in de zin van het leven!

24.10.16

Dààr en hier

“Jij hebt hier mogen voelen, mag ik nu eens daar?”
“Waar?”
“Dààr!”
“Ja, graag.”
“Nu?”
“Ja, kom, snel.”
“Zo goed?”
“Jà-à-à---“
“En zò?”
“Nee, zoals daarnet!!”
“Kom jij nu weer even hier?”
“Allebei tegelijk?”
“Ja, fijn!”
“GODALLEMACHTIG!!”

22.10.16

Telefonie en tot wat het leiden kan

Toen hij werd opgebeld met het nieuws dat zijn naam de geschiedenis zou ingaan ging telefonist Otto Lilienthal er van uit dat men hem in het ootje wilde nemen. Als geen ander begreep hij tot wat telefonie kon leiden.

21.10.16

20.10.16

Ons muzikaal niveau

In de tijd dat er nog de engel was die, weliswaar vermomd, tot bij ons kwam om in beperkt publiek hemelse melodieën ten beste te geven - voor hem was het oefening, voor ons, ons enige vertier – werd er uiteraard gebruik gemaakt van de gelegenheid om gewetensvragen te stellen. Bijvoorbeeld over hoe wij om horen te gaan met de mismaakten of de vreemdgekleurden. De engel probeerde ons dan wel te helpen maar waarschuwde ons wel telkens dat hij niet echt bevoegd was. Wij namen daar genoegen mee op basis van het gedacht: iets is beter dan niets. Dank zij de bezoekjes van de engel indertijd hebben wij op muzikaal vlak een nergens geëvenaard niveau bereikt.

19.10.16

De pijnweger

je draagt al je pijn
tot bij de pijnweger

en je draagt hem
mee terug

ja, zo strek je toch
je benen

18.10.16

17.10.16

Toen ik jong was

“Ja jongens, ik geef het toe, toen ik nog jong was wilde ik wel arm worden en rechtvaardig zijn, maar wat koop je daar voor?”

16.10.16

De waterdrinkster

Al van het allereerste moment hield ik van de waterproefster en nu, zoveel later, ben ik dat nog steeds. Natuurlijk willen jullie weten wat er tussen ons is gebeurd, maar daar wil ik niet van spreken. Weet wel dat het mij nooit verbazingwekkend heeft geleken. Ik was in zekere zin helemaal gewoon, als een rivier.

15.10.16

De komst van het geluk

Het was pas in latere jaren dat wij zijn gaan nadenken over de komst van het geluk en hoe wij het kunnen aanpakken.

14.10.16

Machtigen der aarde

Op een dag gingen we ook eens uit eten op een plek waar naar verluidt wel eens machtigen der aarde kwamen.

13.10.16

De ingetrouwde

Als ingetrouwde maakte ik steeds fouten die mij nooit werden vergeven, zo is achteraf gebleken.

12.10.16

Als verwoede lezer

Als verwoede lezer wist J. ook wel dat het leven niet altijd ondraaglijk is.

11.10.16

Op de vlucht

De verdwijning van Michael Milkman onder een brandend hoedje ging onopgemerkt voorbij. De brandlucht was al snel vervlogen.

Niemand is een kijkje komen nemen. Niemand informeerde bij de buren.

“Denk aan jezelf, vlucht!” heeft hij zijn kanarie toegeroepen.

Waar het beestje nu zit weten wij dus niet.

9.10.16

Jan en Ingrid (Windwijzer)

“O Jan, wat origineel! Zo’n windwijzer als symbool voor onze relatie. Wij, te midden van de elementen!”
“Ja Ingrid, ineens besefte ik, het kan toch nog àlle kanten op!”

8.10.16

Aardkunde

De vondst van een grote voorraad maatstaven te A. In de autonome regio V. Zet onze kennis over de teloorgang van deze beschaving geheel op zijn kop en noopt ons wellicht om de idee dat het hier om een volk van nobele krijgers ging grondig te herzien.

De teruggevonden maatstaven blijken van veel mindere kwaliteit te zijn dan oorspronkelijk door wetenschappelijk onderzoek werd verondersteld en in ons onderwijs onderwezen. Zij kunnen nooit de draagkracht hebben gehad die een behoorlijk functioneren op lange termijn waarborgde. Daar waar zij uitwendig een robuuste en stabiele indruk wekken, wijzen scans uit dat zij vanbinnen voor 90% bros zijn en voor de rest hol. Technische specificaties die wij de dag van vandaag niet eens meer accepteren voor poppenkasten.

Verder onderzoek moet nu uitwijzen of het gebrek aan degelijke maatstaven de belangrijkste reden is waarom er over de regio V. geen historisch relevante informatie meer voor handen is. Ook het antwoord op de vraag hoe het mogelijk is dat een volk bepaalde maatschappelijke waarden meende te kunnen onderschrijven zonder over de adequate kennis inzake de bijhorende maatstaven te beschikken kan ons misschien iets leren over de evolutie van de mens op de planeet aarde.

7.10.16

Meer dan één keer

Uiteraard ben ik mij gaan afvragen wat er nodig was voor meer dan één keer, behalve stom geluk dan.

6.10.16

Het keelgat van God

Na enige omzwervingen van onder tot boven en van zuid naar zee, met tal van avonturen op het vlak, kreeg de mensheid opnieuw een vermoeden van waar zij zich bevond.
“Zeg, waar zijn we nu eigenlijk?”
“Hoogstwaarschijnlijk in het Keelgat van God.”
“Lieve Hemel, wat nu?”
“Tja… als we de logische weg volgen, dat is een lang en onfris pad, dan is er maar één uitweg.”
“Wat doen we?”

5.10.16

De zeemeermin

Ik was er toevallig bij toen er net weer een zeemeermin opdook uit de branding. Zoals het haar voorgangsters ook verging werd zij na een kort medisch onderzoek ten huwelijk aangeboden aan de toeristen.
In dit verband spreekt men vaak over de grote kunstzinnigheid van zeemeerminnen en hun instinct om precies te weten wat mannen zoal willen. Om nog maar te zwijgen over hun inschikkelijkheid, en het feit dat zij abnormaal lang verder kunnen zonder adem!
Het kostte mij heel wat moeite om mijn gedachten op iets anders te zetten. Wat mij uiteindelijk pas lukte toen ik een eindje blootsvoets over scherpe kiezels ben gaan wandelen. Anders was ik nu getrouwd!

4.10.16

Samenhoriger

Aangezien we allemaal wel eens iets te berde brengen horen wij ons wat samenhoriger te gedragen, ja toch? Uiteraard, wie nooit iets ten berde heeft gebracht en dat ook niet van plan is te doen, heeft vrije keus. Zo gaat dat hier.

3.10.16

De weldoenster

De weldoenster heeft mij bijzonder wel gedaan. Het leken aanvankelijk eerder kleine attenties, maar dat was omdat ik het niet allemaal onmiddellijk naar waarde wist te schatten. Zij lag eerst op haar sofa, maar al gauw deed zij wel vanuit bed. Toen ik het een en ander nogal vanzelfsprekend begon te vinden en dat ook liet blijken, besloot zij ineens dat zij genoeg wel had gedaan. En het was ook eigenlijk toen pas dat ik besefte hoe bijzonder wel zij mij heeft gedaan.

2.10.16

Je rolt er in!

“Vrij spontaan ben ik met open mond gaan leven. Op die manier heb ik een flink aantal hoofdsteden mogen bezoeken.”
“Met open mond?!”
“Ja, Dublin. Parijs. Oslo. Madrid. Haarlem. Berlijn. Aalst. Het was overweldigend. Zeker in het begin. Na een tijdje ging ik wel denken van nu ja weer een hoofdstad.”
“Het ging niet meer echt met open mond bedoel je?”
“Toch wel, maar een mens meet zich snel een bepaald niveau aan, toch? Je gaat de dingen anders beleven als je ze te vaak meemaakt.”
“Ja, op een bepaalde manier rol je overal zomaar in hé, achteraf beschouwd.”
“Als je er voor open staat.”
“Of toch je mond.”