Posts tonen met het label Het hoofd tussen de geraniums. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Het hoofd tussen de geraniums. Alle posts tonen

zondag 7 september 2008

Het hoofd tussen de geraniums

(Een avontuur van Alma Zichtopzee)

IV.

“Het is misschien vreemd dat ik het vraag meneer Reptiels, maar wat dééd u precies vanavond rond halfnegen?” vroeg Alma Zichtopzee kwansuis.

“Ik luisterde op de radio naar een life opvoering van Carmen, de opera van Bizet. Het was net afgelopen toen u aanbelde.”

Dit antwoord deed Alma Zichtopzee’s wenkbrauwen fronsen op de voor inspecteur Van Heel o zo vertrouwde manier! Het aloude signaal om naar zijn dienstwapen te grijpen!

“Die life uitzending van Carmen vanavond op de radio werd toch vervangen door een ander programma meneer Reptiels? Daartoe werd vanmiddag besloten wegens het schielijke overlijden van Antonio Castreras en Carlo Falsetti, de tenor die de rol van Don José zingt en zijn vervanger. Indien u thuis was dan had u geweten dat in de plaats een studio opname van The Desert Music voor koor en orkest op tekst van William Carlos Williams van Steve Reich werd uitgezonden. Werk van een heel ander kaliber! De programmawijziging werd vanmiddag in het nieuws van vier uur publiek bekend gemaakt,” sprak Alma Zichtopzee op docerende toon.

“En op basis daarvan meent u zomaar te kunnen stellen dat ik niet thuis was en sterker nog, dat ik Eleonore heb omgebracht. Maar wat is mijn motief dan? Welk motief zou ik in godsnaam moeten hebben?” antwoordde Reptiels scherp.

“Het meest mannelijke motief dat er bestaat: vanitas, meneer Reptiels. Uw grenzeloze ijdelheid die u influistert dat het normaal is, misschien zelfs wel enigszins opwindend, om naakt de politie te woord te staan. Diezelfde ijdelheid die u laat denken dat het wel eens niet goed zou kunnen zijn voor uw reputatie als uit de boekhouding van Eleonore Schlüsselbein zou blijken dat u haar compagnon bent en actief de meisjes inwijdt in het werk dat van hen verwacht wordt. Als dat uitlekt, kan u fluiten naar uw benoeming van voorzitter van de rechtbanken van koophandel. Uw ijdelheid fluisterde u in dat uw compagnon mogelijk voor problemen zou zorgen in de toekomst, en dàt wilde u in de kiem smoren."

Met een snelle beweging hief Reptiels de machete omhoog voor zijn keel.

“Jan, hou hem tegen,” riep Alma, maar inspecteur Van Heel had die aansporing niet nodig en, alert als hij was, had hij Reptiels al in de boeien nog voor die zichzelf de keel had kunnen doorsnijden.

“Neen meneer Reptiels,” vermaande Alma terwijl zij voorzichtig de gevallen machete, waarop beslist nog DNA sporen van Eleonore Schlüsselbein op te vinden waren, aan inspecteur Van Heel overhandigde, “een tsjak is een offerwapen, desnoods om een leven te offeren uit ijdelheid, maar het is geen zelfmoordwapen meneer Reptiels. U zult zich moeten verantwoorden voor een rechtbank. Aan de rechter om uit te maken op welke manier u moet boeten.”

***

“Zeg eens Alma,” vroeg Van Heel de volgende avond, toen hij in haar riante appartement was uitgenodigd om een glas te drinken op de zoveelste opgeloste misdaad, “hoe wist jij zo ineens van die programmawijziging? “

“Dat wist ik helemaal niet, er was zelfs geen programmawijziging, maar er waren duidelijke aanwijzingen die dreigden verloren te gaan in de komende uren. Het was dus primordiaal dat ik Reptiels uit zijn tent kon lokken. Ik gokte daarbij op zijn toch wel het onwelvoeglijke overschrijdende ijdelheid. Zo was er de glimmend schoongemaakte tsjak, of schedelkliever, van de Twa. Het is gewoon heiligschennis om die schoon te maken, laat staan op te blinken als een kappersmes, dat druist in tegen alle rechtvaardigheidsgevoel van de Twa. Ik vond het verbazingwekkend dat Reptiels, die gerenommeerd is om zijn grote respect voor de cultuur van dat pygmeeënvolk het wapen zo grondig schoon had gemaakt. Dat was waarschijnlijk ook de reden waarom hij het zo vaak streelde. Een vorm van schuldgevoel, alsof het hem niet lekker zat. En dan was er zijn naaktloperij. Het was duidelijk dat hij pas van onder de douche kwam, waarschijnlijk om bloedsporen af te spoelen. Het feit dat hij zo ijdel was om zijn naakte hebben en houden aan ons te tonen stelde mij echter in staat een klein theorietje van me te testen, namelijk het feit, al is het nu geen hypothese meer Jan, dat zijn rechterteelbal duidelijk lager hing dan zijn linker. Mijn observaties in andere zaken leerden mij dat bij moordenaars de rechterteelbal, na het plegen van een moord met voorbedachten rade ongeveer twaalf uur lang, làger komt te hangen dan de linkerteelbal. Het is geweten dat bij mannen normaal de linkerteelbal het laagst hangt. Al die elementen samen boden mij genoeg zekerheid om de gok te wagen.

Grijnzend keek Van Heel Alma aan. Wat was zij toch slim!


SLOT

zondag 31 augustus 2008

Het hoofd tussen de geraniums

(Een avontuur van Alma Zichtopzee)

III.

Nog geen kwartier later stuurde Alma Zichtopzee haar elegante VW Eos de oprijlaan van Pascal Reptiels op. Het was zo’n typisch Jugendstilgebouw waar Brussel er nog een paar van heeft.

Samen met inspecteur Van Heel belde ze aan. De galm van de bel leek wel voor eeuwig uit te deinen. Toch was er iemand thuis, want ze hadden licht gezien achter de gordijnen van een vertrek op de eerste verdieping. Net voor ze nog eens zouden bellen ging de deur open.

“Quoi tu veux?” klonk de stem van wat veel weg had van een mismaakte dwerg in livrei.
“Politie,” maakte Van Heel zich bekend, “wij willen de heer Reptiels spreken.”
“Je vais demander, entrez,” zei de dwerg en hij liet Alma Zichtopzee en de inspecteur binnen in een enorme hall.
Als een aap verdween hij via de trap naar boven.
“Een pygmee,” fluisterde Van Heel. Alma herinnerde hem toen aan de Afrika expeditie van Pascal Reptiels, enkele jaren geleden, die zoveel ophef had gemaakt omdat hij toen uit “humanitair medelijden” een aantal pygmeeën had meegebracht als huispersoneel omdat hun woongebied door Chinese exploitanten werd bedreigd.
Na even wachten kwam het kleine ventje hen opnieuw tegemoet gesneld en gebood dat ze boven werden verwacht.

Het was een imposant vertrek met de muren vol boekenrekken, en de trofeeën van Reptiels’ afrikareis lagen her en der op de vloer verspreid. Op de tafel lag een eigenaardig glimmende machete die van zuiver zilver leek te zijn gemaakt. Opvallender nog dan de voorwerpen in het vertrek echter was de verschijning van Pascal Reptiels zelf!

Een reus van een kerel stond op om hen te begroeten. Hij was minstens twee meter en zeven groot en poedelnaakt! Zijn huid was olijfbruin en glom alsof hij pas een bad had genomen. Zijn ogen waren kobaltblauw. Alleen het kleine beetje grijs aan zijn slapen verried dat hij geen twintiger meer was.

“Politie?” klonk zijn melodieuze bariton, “Wat kan ik voor u betekenen?” Bewonderend liet hij zijn blikken glijden over Alma’s volmaakte gestalte. Dat ontging inspecteur Van Heel niet.

Alma Zichtopzee schudde de toegestoken hand en kwam meteen ter zake.
“Wij onderzoeken een moord. Het slachtoffer heet Eleonore Schlüsselbein. Kent u iemand met die naam?”
De naakte Reptiels schudde ontkennend met zijn hoofd, maar Alma voelde aan de fractie van een seconde dat zijn handdruk even verslapte, dat dit antwoord misschien niet helemaal correct was.
“Mevrouw Schlüsselbein was filateliste, maar zij beheerde ook een netwerk van prostituees.”
“Nounou, dat is een zeldzame professionele combinatie,” antwoordde Reptiels, “maar ik begrijp niet hoe u daarvoor bij mij terecht k…”
Van Heel schoof hem zonder veel omhaal het briefje onder de neus dat ze in het kantoor van Mevr. Schlüsselbein hadden uitgeprint.
“Het maakt niet uit of u zegt dat u haar kent of niet, volgens dit briefje kende zij ù. En zij achtte u blijkbaar zelfs tot moord in staat. Denkt u even na, misschien kende u haar toch! E-L-E-O-N-O-R-E S-C-H-L-Ü-S-S-E-L-B-E-I-N.” Terwijl hij de naam spelde kon Van Heel het niet laten naar Reptiels’ enorme lid te kijken. Het hing heel ontspannen.

Ineens was het of Reptiels op subtiele wijze uit een ander vaatje wilde tappen.
“Het spijt me inspecteur, ja, eigenlijk ken ik die vrouw wel. Ik leerde haar kennen in filatelistische kringen, omdat zij enkele Afrikaanse postzegels bezat die ik wilde kopen, maar toen zij aan haar tweede carrière als pooier begon heb ik alle contacten met haar verbroken. Toen Madame hier haar naam liet vallen dacht ik in de eerste plaats aan mensen met wie ik op dit ogenblik contacten onderhoud en daar is Eleonore Schlüsselbein zeker niet bij. Ik hoop dat u mij deze lapsus niet ten euvel duidt.”
Van Heel knikte droogjes.

“Waar was u vanavond meneer Reptiels, rond halfnegen?” ging hij verder.
Reptiels rechterhand gleed strelend over het handvat van de zilveren machete op de tafel.
“Hier, thuis,” antwoordde de naakte avonturier terwijl hij Alma strak in de ogen keek, “u denkt toch niet dat ik iets te maken heb met de dood van Eleonore Schlüsselbein?”
“Kunt u bewijzen dat u thuis was?”
“Ik denk van wel. Samuel, mijn huismeester kan het getuigen. Zal ik hem roepen?”
“Ja, doet u dat maar.”
Reptiels liep naar zijn bureau en drukte er op een knopje.
“U zult wel opgekeken hebben toen Samuel opendeed. Sommige bezoekers schrikken zo dat ze het op een lopen zetten.”
“Ik geef toe dat het geen alledaags zicht is,” zei Van Heel.
“Samuel is een pygmee van het Twa volk, niet?” merkte Alma Zichtopzee op.
Reptiels keek haar verrast aan. Deze vrouw begon hem steeds meer te interesseren. Op dat ogenblik verscheen Samuel in het deurgat.

“Samuel, kan je mij zeggen waar meneer Reptiels was vanavond, zo rond halfnegen?”
Samuel antwoordde zonder enige aarzeling.
“Thuis inspecteur.”
“Heel de avond?”
Samuel knikte hevig van ja, maar hij vermeed de ogen van Van Heel.
“Samuel, je weet toch dat je de waarheid moet spreken tegen een politieman?”
Het was alsof een wesp hem stak.
“Ikke waarheid zeggen. Meneer steeds thuis,” riep hij luid en met gebalde vuisten.”
Inspecteur Van Heel knikte en Samuel verdween weer in de duisternis van het huis.
“Wel meneer Reptiels, dit was het. Ik denk dat wij op een verkeerd spoor zitten. Aanvaard onze verontschuldigingen.”
“U hoeft zich echt niet te verontschuldigen,” straalde Reptiels, “het zou fijn zijn om u eens in andere omstandigheden te leren kennen,” richtte hij zich expliciet tot Alma Zichtopzee.
“Ach, u weet maar nooit,” antwoordde Alma peinzend, “maar ik had u graag nog één ding gevraagd. Die zilveren machete, is dat een origineel offerwapen van de Twa? Een zogenaamde tsjak of schedelkliever?”
“U bent werkelijk een kenner!” antwoordde Reptiels enthousiast en weer nam hij haast liefkozend het wapen ter hand, “Ja, dat is het inderdaad. Uw naam…”
“Alma Zichtopzee.”
“Dè Alma Zichtopzee? Het is mij een waar genoegen om…”
“Kom, we moeten gaan,” onderbrak inspecteur Van Heel die het zeemzoete toontje van de blote Reptiels niet echt kon velen en al helemaal niets op had met antropologische ontboezemingen. Bovendien bungelde dat lid iets te enthousiast naar zijn zin.

Samen liepen ze zwijgend de trap af waar Samuel klaar stond om hen uitgeleide te doen. De bilwangen van Reptiels, die voorop liep, leken geen greintje vet te bevatten.
Inspecteur Van Heel hoopte maar dat het forensisch onderzoek iets op zou leveren.

woensdag 27 augustus 2008

Het hoofd tussen de geraniums

(Een avontuur van Alma Zichtopzee)

II.

“Juist! Eleonore Schlüsselbein,” klonk een krakende stem van op de gang. Het was de stem van Frans Deca, de conciërge van het gebouw. Het was Deca die het lijk had gevonden en in alle staten de politie, in casu de dienst van inspecteur Van Heel had gewaarschuwd.

“Wel,” zei Van Heel, terwijl hij het afgehakte hoofd van iets naderbij bekeek, “je hebt dus alweer gelijk Alma.”
Alma antwoordde niet. Zij had altijd gelijk

“Wat weet je nog meer van haar,” vroeg Van Heel verder, “In welke zaakjes zij was betrokken? Je zou haar niet kennen als ze nergens bij betrokken was!”

Alma Zichtopzee genoot van dit politionele compliment uit de tedere mond van Jan Van Heel.

“Eleonore Schlüsselbein was een professionele filateliste. Ik heb haar leren kennen in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Toen was filatelie nog een lucratieve business. Eleonore Schlüsselbein was getrouwd met Joachim Schlüsselbein, die herinner je je zeker nog wel, de zoon van de oude bankier Luzifer Schlüsselbein. De dood van vader en zoon Schlüsselbein, op het meer van Genval, hebben Eleonore's psyche totaal verstoord. Zij vond haar leven, zelfs met al wat zij erfde, niet avontuurlijk genoeg meer en ze is zich uit verdriet en verveling met meer riskante zaken gaan inlaten. Professionele pooierij. Maar bij mijn weten deden er zich binnen haar netwerk, noch met haar meisjes, noch met klanten, tenzij tussen de lakens, opzienbarende gebeurtenissen voor. Dus de laatste jaren was ze toch wel uit mijn blikveld verdwenen.”

Van Heel krabde zijn achterste. Alma stond met haar rug naar hem en hij dacht dat zij het daarom niet kon zien. Hij kende haar bovennatuurlijk gaven weliswaar wel, maar was er zich niet altijd van bewust.

“Pooierij? Deca,” wendde hij zich naar de conciërge, “hoe laat was het weer toen jij die luide bons hoorde?
“Halfnegen inspecteur,” de stem van Frans Deca klonk op een of andere manier schuldig.

Volgens Alma Zichtopzee’s biologische klok was het nu tien nà negen! Voor een keer was de politie er dus snel bij.
“En waar was je toen je dat hoorde?”
“In mijn eigen kamer, hiernaast mevrouw.”
“Zijn er nog andere kantoren of bewoonde flats op deze verdieping?”
Deca schudde van neen.
“Hoe lang duurde het nà de bons dat je hier een kijkje kwam nemen,” informeerde Alma nog eens.
Ook Deca krabde aan zijn achterste, alsof dat zijn geheugen stimuleerde.
“Nog geen minuut mevrouw. Beslist niet langer.”
“En toen je op de gang kwam hoorde je de deuren van de lift dichtglijden.”
“Ja,” antwoordde Deca verwonderd hoe Alma dit had geraden.
“Naar beneden?”
“Pardon?”
“De lift ging naar beneden?”
“Natuurlijk, naar beneden. Wij zijn hier op de hoogste verdieping.”
“Heb je iemand gezien?”
“Neen.”
“En toen kwam je het kantoor van Mevrouw Schlüsselbein binnen en vond je… dit?” Theatraal gebaarde zij naar het stilleven met hoofd tussen de geraniums.
“Ja, ik besefte eerst niet dat het de dame was, maar toen zag ik ineens haar hoofd.”
“Hij kan ons nog veel op de mouw spelden,” mompelde Van Heel kregelig.
“Neen Jan, alles klopt,” zei Alma.
“O ja? Wel Deca, dan mag je gaan. We nemen later nog wel contact met je op.”

“Laten we dan nu op zoek gaan naar sporen,” besloot Alma zodra Deca zijn hielen had gelicht.
Inspecteur Van Heel keek haar met zijn typische schelvisogen aan.
“Wat valt er hier te zoeken? Alles is schoon, er zijn geen zichtbare sporen. Dat is werk voor het forens…”
“De computer.”
“Zonder een hacker krijgen we die niet aan de praat.”
Alma schakelde het toestel aan.
“Ik meen te weten,” zei ze, terwijl de ventilator van de PC gezellig begon te gonzen, “dat het met de beveiliging van de IBM PS2 al wel eens verkeerd kan lopen." In een usergroep op Yahoo las ik over enkele curieuze methoden.” Ondertussen tikte zij enkele toetsencombinaties in op het keyboard. “Dit soort ouwe knarren hoort eigenlijk niet meer in gebruik te zijn. Onverantwoord is het… et voilà!”

Op het scherm verscheen een DOS directory met enkele namen van bestanden.
“Zie je wat ik bedoel Jan?”
Van Heel slaakte een zucht en kwam naast Alma staan.
“Hier, slechts twee bestanden, boekhoud.doc, Schlüsselbein's boekhouding waarschijnlijk, die kan de politie eventueel uitpluizen, en... politie.doc. Wat mag dat zijn?”
Met nog wat vingerbewegingen waarvan Van Heel dacht dat ze tot de prehistorie van het computertijdperk behoorden opende Alma het document in het aloude Wordperfect 3.0.

Er verscheen een korte maar duidelijke tekst op het blauwe scherm:

Voor de politie,

In het geval dat ik vroegtijdig en op niet natuurlijke manier aan mijn einde kom, dan verzoek ik u beleefd na te gaan of de heer Pascal Reptiels er iets mee te maken heeft.

Eleonore Schlüsselbein



“Pascal Reptiels,” vroeg Van Heel zich luidop af, “toch niet …”
“Ja, de veroordeelde zwendelaar. Ook kenner en importeur van Afrikaans antiek. Staat op het punt om te worden benoemd tot voorzitter van de rechtbanken van koophandel. Steenrijk, maar niet verzadigd.”

“Dit gaat te vlot. Ik veronderstel dat jij ook weet waar Reptiels woont, want jij weet toch alles!”
“Maar Jan," antwoordde Alma met de zucht van een licht vermoeide onderwijzeres, "hoe dikwijls moet ik je nog uitleggen dat er een verschil is tussen alles weten en niets vergeten? Maar je hebt gelijk, ik weet inderdaad waar Pascal Reptiels woont. Ringlaan 5 in Ukkel, naast het K.M.I. Ik denk dat we daar onmiddellijk een kijkje moeten gaan nemen.”

zondag 24 augustus 2008

Het hoofd tussen de geraniums

(Een avontuur van Alma Zichtopzee)

I.

Met pientere, priemende blikken bestudeerde Alma Zichtopzee het lijk op de roze canapé. Het hoofd was feilloos afgehakt en stond wat verder tussen de geraniums op de vensterbank. De egale, maar niet meer al te jonge, trekken op het gelaat vormden het nog weinig door wetenschappers bestudeerde dodenmasker van vrouwen die hun moordenaar op zich zien afkomen.
Alma nam alle griezelige details van romp en hoofd nauwgezet, haast fotografisch, in zich op en verifieerde ook hoe het bloed uit de romp tot diep in de kussens was ingesijpeld. Na absoluut zeker te zijn van de manier waarop het slachtoffer was leeggebloed liet zij haar blikken dwalen over de rest van de voorwerpen in het vertrek.

Inspecteur Jan Van Heel en Alma Zichtopzee bevonden zich in een kleine kantoorruimte ergens in het centrum van Brussel, niet ver van De kathedraal van Sint-Michiels en Sint-Goedele, en van het Centraal Station. Een ouderwets eikenhouten bureau met bijhorende bureaustoel en een oude IBM PS2 personal computer met bijhorende printer waren, behalve de reeds genoemde, de enige voorwerpen in het vertrek. Op het bureau lag niets van schrijfgerief, laat staan van een schuldbekentenis van de moordenaar of moordenares. Verder stonden er alleen maar twee politiemannen bij de deur, maar die kon je bezwaarlijk bij de voorwerpen rekenen. Het beloofde een moeilijke zaak te worden.
Alma stuurde haar blikken opnieuw naar het hoofd tussen de geraniums.

“En, mevrouw Zichtopzee,” verbrak de zachte, haast idolate stem van Van Heel de bijna solemnele stilte, “enig idee wie hier ligt te rotten?”
Van Heel, maar dat zou je beslist niet denken op basis van zijn trefzekere woordenschat, had een mateloze, en beslist niet alleen professionele, bewondering voor Alma Zichtopzee. Haar unieke talenten waren, naar hij vermoedde, buitenaards en zij had de Brusselse politie al van meer dan één blamage gevrijwaard. Haar fenomenale kennis van trivialiteiten en haar absoluut geheugen waren spreekwoordelijk. Zo kende zij bijvoorbeeld de namen van alle bewegende voorwerpen in de melkweg in alfabetische volgorde èn in de wijzerzin van een uurwerk! Van Heel zelf kende alleen Andromeda, Aquila, Ara, Auriga, Canis Major, Carina, Cassiopeia, Centaurus, Cepheus & Lacerta, Circinus, Crux, Cygnus, Monoceros, Musca, Norma, Ophiuchus, Orion & Gemini, Perseus, Puppis, Sagitta, Scorpius, Scutum, Taurus, Triangulum Australe, Vela en Vulpecula. In deze volgorde. Bovendien bewees Alma Zichtopzee ook keer op keer dat zij perfect op de hoogte was van de « Wie is wie… » in het Brusselse misdaadmilieu en van de geringste veranderingen daarin!

“Zij heet Eleonore Schlüsselbein,” antwoordde Alma zakelijk.

wordt vervolgd