I.
Met pientere, priemende blikken bestudeerde Alma Zichtopzee het lijk op de roze canapé. Het hoofd was feilloos afgehakt en stond wat verder tussen de geraniums op de vensterbank. De egale, maar niet meer al te jonge, trekken op het gelaat vormden het nog weinig door wetenschappers bestudeerde dodenmasker van vrouwen die hun moordenaar op zich zien afkomen.
Alma nam alle griezelige details van romp en hoofd nauwgezet, haast fotografisch, in zich op en verifieerde ook hoe het bloed uit de romp tot diep in de kussens was ingesijpeld. Na absoluut zeker te zijn van de manier waarop het slachtoffer was leeggebloed liet zij haar blikken dwalen over de rest van de voorwerpen in het vertrek.
Inspecteur Jan Van Heel en Alma Zichtopzee bevonden zich in een kleine kantoorruimte ergens in het centrum van Brussel, niet ver van De kathedraal van Sint-Michiels en Sint-Goedele, en van het Centraal Station. Een ouderwets eikenhouten bureau met bijhorende bureaustoel en een oude IBM PS2 personal computer met bijhorende printer waren, behalve de reeds genoemde, de enige voorwerpen in het vertrek. Op het bureau lag niets van schrijfgerief, laat staan van een schuldbekentenis van de moordenaar of moordenares. Verder stonden er alleen maar twee politiemannen bij de deur, maar die kon je bezwaarlijk bij de voorwerpen rekenen. Het beloofde een moeilijke zaak te worden.
Alma stuurde haar blikken opnieuw naar het hoofd tussen de geraniums.
“En, mevrouw Zichtopzee,” verbrak de zachte, haast idolate stem van Van Heel de bijna solemnele stilte, “enig idee wie hier ligt te rotten?”
Van Heel, maar dat zou je beslist niet denken op basis van zijn trefzekere woordenschat, had een mateloze, en beslist niet alleen professionele, bewondering voor Alma Zichtopzee. Haar unieke talenten waren, naar hij vermoedde, buitenaards en zij had de Brusselse politie al van meer dan één blamage gevrijwaard. Haar fenomenale kennis van trivialiteiten en haar absoluut geheugen waren spreekwoordelijk. Zo kende zij bijvoorbeeld de namen van alle bewegende voorwerpen in de melkweg in alfabetische volgorde èn in de wijzerzin van een uurwerk! Van Heel zelf kende alleen Andromeda, Aquila, Ara, Auriga, Canis Major, Carina, Cassiopeia, Centaurus, Cepheus & Lacerta, Circinus, Crux, Cygnus, Monoceros, Musca, Norma, Ophiuchus, Orion & Gemini, Perseus, Puppis, Sagitta, Scorpius, Scutum, Taurus, Triangulum Australe, Vela en Vulpecula. In deze volgorde. Bovendien bewees Alma Zichtopzee ook keer op keer dat zij perfect op de hoogte was van de « Wie is wie… » in het Brusselse misdaadmilieu en van de geringste veranderingen daarin!
“Zij heet Eleonore Schlüsselbein,” antwoordde Alma zakelijk.
wordt vervolgd
2 opmerkingen:
Als onvoorwaardelijke fan van Alma moet ik toegeven dat dit op zijn minst een wending in haar verhaal is. Uw laatste commentaar aangaande haar avonturen luidde: "geduld, dit is nog maar het begin", of iets dergelijks.
Niet verbaasd over de onnavolgbaarheid waarmee Anna tot de identificatie van het hoofd? of het lichaam ( ik veronderstel dat die twee bij elkaar horen?) komt, wacht ik in spanning - doch met geduld - op 'wordt vervolgd'.
(Oh ja, en die Van Heel natuurlijk, daar ben ik ook nieuwsgierig naar.)
voor sodade:
Ja, ik ben zelf ook geschrokken. Plots zit ik met een totaal ander verhaal en omdat ik daar nu ook een slot voor heb zullen de afleveringen sneller volgen.
Inspecteur Van Heel zorgt, hoop ik, voor de menselijke toets in het verhaal.
Een reactie posten