4.12.05

Jezus komt mij redden (2)



Ik weet niet wat ik ervan moet denken. Zo gelovig ben ik niet, maar gisteren is Hij weer voor mij verschenen en wat hij me probeerde te flikken is ronduit schofterig. Pure morele chantage.

Ik stond in de krantenwinkel voor mijn krant en een pakje sigaretten toen Hij plots naast mij stond. En Hij was niet alleen. Achter Hem stond L.H., die achttien jaar geleden is verongelukt.

"Hoi,"

sprak Hij dit keer met een Hollands accent (vorige keer sprak Hij Gents als ik mij goed herinner):

"Je kent L. nog wel, niet?"

Ik stond aan de grond genageld. Vanzelfsprekend kende ik L. nog. Ik ben heel mijn studententijd smoorverliefd op haar geweest. Tot wij elkaar uit het oog verloren en ik daarna vernam dat zij getrouwd. Ik deed dan ook geen enkele poging meer om haar nog te zien. Weer enige tijd later zag ik haar doodsbericht in de krant. Van een echtgenoot was daarin geen sprake.

"Zullen we ergens rustiger gaan praten?" stelde zij voor.

Ik knikte en wij wandelden gedrieën naar het park. Zonder een woord te zeggen.

"En, heb je nagedacht?"

polste Jezus.

"Ja, maar je vergist je..."

"Hou toch op!"

viel L. in de rede,

"je maakt ons niets wijs."

Zij klonk helemaal niet boos. Alhoewel ik haar toch pijn moet hebben gedaan toen zij nog leefde. Hoeveel keer bood zij mij niet de kans om te zeggen wat ik voor haar voelde? En keer op keer deed ik alsof ik het niet begreep.

Ik schaamde me.

"Wij kunnen je niet helpen.
Geen toevallige ontmoeting organiseren of zo, maar wees nu toch één keer oprecht met jezelf."

Oprecht met mezelf? Ik heb altijd gedacht dat ik dat was.
Niet dapper, laf en meestal ontwijkend, maar toch oprecht met mezelf.

Waarom was Hij teruggekomen?
Wat kon het Hem schelen?
En waarom betrok hij uitgerekend L. er bij?
Een pijn die ik eindelijk vergeten was.

"Je zou Julia heel gelukkig kunnen maken en je verraadt er je vrouw of je gezin heus niet mee,"

probeerde L. mij overtuigen,

"Gewoon het feit dat een man, jij, haar apprecieert als vrouw zou veel voor haar betekenen. Jij denkt uiteraard aan andere dingen, seks, maar het gaat haar om vriendschap. Zij is eenzamer dan ze voor zichzelf wil toegeven, en vooral bang om weer bedrogen te worden. En die kans is reëel.
Zij zal ook niet de eerste stap zetten.
Het is aan jou en als je eerlijk blijft kan je niks verliezen."

"En als zij mij afwijst?"

"Dat doet zij niet."

"Denk je?"

"Ja."

"Waarom gaan jullie háár niet overtuigen?
Even miraculeus verschijnen en hopsakee.
Vrouwen willen toch geëmancipeerd zijn!"

"Dat zou al te gemakkelijk zijn voor jou. Bovendien, wie zegt dat zij jou dan zou aanspreken? Wat heb je te bieden? Je zegt zelf dat je je vrouw en kinderen voorrang geeft. Jij bent hypocriet. Op dat punt staat zij steviger in het leven dan jij. Wij willen JOU de kans geven om haar blij te maken. Zolang je dat niet snapt zal je emotioneel altijd een sukkel blijven."

riposteerde Jezus scherp

"Ach, laat mij met rust!"

schreeuwde terug,

"dit gaat jullie niks aan. Ik regel mijn leven zelf wel."

"Oké, oké ! Maak je niet druk We laten het vallen, ... : Voorlopig."

Hand in hand wandelden zij weg. Over het water, maar daar stond ik op dat moment niet zo bij stil.

Geen opmerkingen: