woensdag 31 oktober 2007

Klein vraagje



Bent u ook zo'n mens die het verschil tussen goed en kwaad niet ziet omdat hem dat goed uitkomt?

Alles vergeten

Ik ben er al jaren mee bezig. Met goed gevolg! Want u zegt nu wel dat u mij kent, maar omgekeerd is dat niet (meer) het geval. Een blijvende indruk hebt u dus niet gemaakt, dunkt mij. U kunt daar best eens over nadenken. Over de indruk die u al dan niet nalaat.

U moet mij daarbij echter niet als maatstaf nemen, want zoals ik al zei: ik leg mij toe op vergeten. De meeste mensen hebben zich in het omgekeerde gespecialiseerd. In het herinneren. Ook niet altijd gemakkelijk!

dinsdag 30 oktober 2007

Bedreiging



Ooit kreeg ik een eigenaardig telefoontje.

Nieuwsgierig nam ik op en zei mijn voornaam en naam.
Zonder zich voor te stellen klonk er een barse stem:
"U weet toch dat ik bloeddorstig ben?"
Meer werd er niet gezegd.

Dit kon eigenlijk wel eens een bedreiging zijn.

zondag 28 oktober 2007

De redding van de aarde (6)

Hoofdstuk 5: Waarin Alma Zichtopzee een oorzaak van blindheid ontdekt en een charmante monarch achter een fontein verdwijnt

Toch zou Alma zich niet laten kisten. Per slot van rekening had zij nog tijd genoeg. En was In the Year 2525 ook niet op vijf minuten tijd gecomponeerd? Misschien moest zij maar eens het Hotel Amigo verlaten en een kijkje gaan nemen in de buitenwereld. Culturele verrijking was misschien nog niet zo'n slecht idee.

Zo kwam het dat zij, via het filmmuseum van Brussel waar zij leerde dat iemand blind was geworden door te lang in de zon te kijken, in het Warandepark terecht kwam. Alwaar, wat een gelukkige samenloop van omstandigheden, de Koning van België toevallig en incognito rondwandelde. Alma Zichtopzee kende de Koning uiteraard niet, maar dat zou op initiatief van de brave Vorst, gedreven door goede smaak en weinig schroomvalligheid, spoedig veranderen.

"Wel Mevrouwe, Wij hebben niet de eer u te kennen, Wij die alle vrouwen van het land die Wij willen kennen toch meenden te kennen! Met wie hebben Wij de eer?"

"Ik? Ik ben Alma Zichtopzee. Ik ben hier op aarde met een bijzondere opdracht." antwoordde onze aangesprokene, verbaasd door de consequente Wij -vorm van deze charmante grijsaard, waardoor zij even aan dementie dacht.

"Een bijzondere opdracht? Mevrouw Zichtopzee, u verbaast ons werkelijk. Het protocol heeft ons daarvan niet op de hoogte gebracht, de rol van de laatste persoon die Wij een bijzondere opdracht toevertrouwden is onlangs uitgespeeld, wat ons betreft."

"Ach meneer, in de verre uitgestrektheid van het heelal speelt het protocol toch geen rol?"

Het was de tweede keer in zijn leven dat de zachtaardige monarch geconfronteerd werd met deze uitspraak.

Jaja, er verandert stilaan toch iets in de wereld, dacht hij bij zichzelve, en luidop vervolgde hij

"En mogen wij vragen uit wat uw bijzondere opdracht bestaat? Wij kunnen u misschien van dienst zijn. Een handje toesteken zelfs, mogelijkerwijs?"

Opnieuw werd Alma diep getroffen door de hulpvaardigheid die haar uit alle poriën van de mensheid toevloeide en aangezien zij op telepathische wijze geen kwade bedoelingen kon zien in het gemoed en in het geweten van de grijsaard verklaarde zij hem wie zij werkelijk was en met welk doel zij hier op aarde, en momenteel in België, aanwezig was.

"Dat is werkelijk héél curieus," sprak de Koning na lang nadenken, "maar misschien kunnen Wij u toch helpen. Alles draait namelijk rond solidariteit. Ook Wij hebben, elk jaar nog wel, met Kerstmis een opdracht te vervullen, een boodschap te brengen. Wij spreken dus zelfs uit ervaring. Werkelijk, Mevrouwe Zichtopzee, Wij dringen erop aan u te mogen helpen."

Het was duidelijk dat deze goede man, weliswaar gezegend met een wankele gezondheid, het goed meende, en niettegenstaande zijn reputatie door zijn onderdanen niet onverdeeld op dezelfde positieve manier werd ingeschat (ja hoor, Alma volgde de actualiteit), besloot zij de uitnodiging aan te nemen.

"Goed dan, aangezien u zo aandringt, neem ik uw uitnodiging graag aan," antwoordde zij met een fonkelende glimlach die hem aan die van zijn vrouw Paola, maar dan vijfenveertig jaar geleden, deed denken.

"Werkelijk?" antwoordde de vorst, blij verrast omdat het op zijn leeftijd nog zo vlot ging, "dan verwachten Wij u om acht uur vanavond op het kasteel. De Koningin en mijn raadgevers zullen er ook zijn. Vergeet uw tandenborstel niet."

Zich afvragend wat dat laatste betekende zag Alma Zichtopzee de gebogen gestalte van de charmante monarch achter de fontein verdwijnen.

Zij voelde dat de zaken een positieve wending aannamen.

vrijdag 26 oktober 2007

Haast en spoed



Ik denk dat het beter zal beginnen te gaan als, om te beginnen, de duiven een broekje zouden dragen. De zedigheid gebiedt mij dat te zeggen. Vooral omdat duiven vliegen en omdat je dus alles kan zien. Open en bloot.

Eens de duiven opgevoed zijn kunnen wij ons richten op andere diersoorten. Geen overhaasting.

Ja, dit lijkt mij wel wat.

donderdag 25 oktober 2007

Alweer

"Hebt u mijn geliefde gezien?"
Geliefde? Wat een mooi woord. Maar ik had niemand gezien. Zeker geen geliefde. Die vind je hier niet.
Ik ging naar huis. Zij bleef achter. Misschien is haar geliefde nooit teruggekomen.

Weer een eenzame erbij.

woensdag 24 oktober 2007

An en Jan



"Maar dat is vriendelijk Jan! Is Ingrid weer op zakenreis?"

Meelopers


Zijn meelopers slechte mensen?
Dat is een vraag die mij al jaren bezig houdt.
Ik ben geneigd om "nee" te antwoorden.
Maar meer schiet u daar waarschijnlijk niet mee op.

maandag 22 oktober 2007

Folder



Het liefst nog was ik iets in de reclamewereld.

Een folder op 3 miljoen exemplaren bijvoorbeeld.

Op die manier kwam ik misschien nog wel in goede handen terecht.

zondag 21 oktober 2007

Mooie herinnering




"Wil je seks?"

vroeg zij.

Ik deed of ik niet begreep wat zij bedoelde.
Ik wilde niet te gretig lijken!

Het was wat men noemt

DE EERSTE KEER!

"Seks?" vroeg ik.
"Ja, goeie seks. Boven in de slaapkamer."

Slaapkamer.

Dat kende ik.
Daar staat een bed.

"Daar waar je bed staat?"
"Ja. Het is een heel knus bed."

Ik ging met haar op het bed liggen.
Ja hoor, het was een knus bed.
Knusser dan het mijne.

"Wat een knus bed,"

beaamde ik,

"Hier slaap jij dus."

"Ja."

Zij keek me aan,

"Maar ik heb nu geen zin om te slapen."
"Neen, we zijn nog geen middag,
bovendien had jij het over goeie seks."

Ik was het ècht niet vergeten!

Toen zei zij niets meer, zodat er eigenlijk niets meer te melden valt over deze mooie herinnering.

zaterdag 20 oktober 2007

Plokken



Vroeger, toen onze zeden ruwer waren, ging men zich in onze contreien en elders wel eens te buiten aan het "plokken", een oud gezelschapsspel dat niet veel uitrusting of verstand vergde.

Het werd gespeeld met een goed in de hand passend hard voorwerp (een kei, een revolver, een pan, een lat, ...) en dat zowel in de binnen- als in de buitenlucht.

Het doel was eenvoudig, maar niet simpel: de tegenstrever hard op zijn kruin treffen en hierbij een mooi droog geluid veroorzaken.

De "plok", d.w.z. een treffer pal op de fontanel, veroorzaakte doorgaans het beste resultaat: een subiete knock-out die een overwinning op punten overbodig maakte.

Naast de plok waren er ook nog de pok en de tok, die beiden akoestisch van magere waarde waren, maar die het spelplezier (vooral voor de toeschouwers) beduidend konden opdrijven.

Werd er geen plok geplaatst, dan was degene die het eerst meer dan 19 punten scoorde de winnaar.

Vandaar de rudimentaire puntentelling:

Een plok leverde 5 punten op
(en vaak, mits knock-out, ook de onmiddellijke overwinning).

Een pok 2,

en een tok 1.

Plokken kende veel regionale varianten, met meer ingewikkelde puntentellingen.

De interessantste daarvan is wel de "Pajotsen troemel" of de "plokketok" (zoals hij in Drenthe en omgeving werd genoemd). Een speler die erin slaagde om binnen de seconde nà het incasseren van een plok een tok of een pok te retourneren, kon daarmee vier punten terugwinnen.

Het spel wordt voor zover wij weten tegenwoordig niet meer gespeeld, maar mocht u lezer, weet hebben van een tornooi, laat het ons dan weten. Wij zullen dan zeker, als toeschouwer, aanwezig zijn.

vrijdag 19 oktober 2007

Mars

Ooit werd ik uitgenodigd op Mars. Het was nog in de tijd dat wij dachten dat Mars bewoond was natuurlijk.

Mars heeft altijd naar ons opgekeken en toen ik er was bleek dat zij aan de vooravond stonden van hun tweede Grote Oorlog. Het leek een grote uitdaging te zijn.

"Gebruik toch jullie verstand," bezwoer ik hen,
"Begin er niet aan. Jullie moesten eens weten hoe het ons op aarde daarmee is vergaan."

Ik moet heel overtuigend geklonken hebben want zij zagen er in laatste instantie toch van af.

Heeft iemand daarna nog iets van de Marsianen vernomen?

woensdag 17 oktober 2007

Tussen u en mij

Ik sta op perfectie en al wie tot de perfectie van mijn bestaan bijdraagt kan op mijn warme vriendschap rekenen. Tenminste, voor zover de norm van het perfecte benaderd wordt natuurlijk.

Zo kan ik bijvoorbeeld enorm genieten van perfect symmetrisch gestapelde dossiers, of van het egaal gonzen van een ventilator, maar u begrijpt dat zulks nog niet helemaal de perfectie is die ik bovenmatig apprecieer en waar ik dan ook op sta.

Neen, de absolute perfectie, daar gaat het mij om. Hou daar a.u.b. rekening mee, anders heeft een en ander tussen u en mij uiteraard geen zin.

dinsdag 16 oktober 2007

Quid pro quo



Stel dat ik uit de lucht kom vallen,
wat ik wel eens doe,
gaat u dan opzij?

Ik raad het u ten stelligste aan.

En nu ik toch uw aandacht heb,
kunt u mij afdekken als ik op de stoep lig?
Want het zal uiteraard geen zicht zijn voor de kinderen.

Mijn hoed mag u natuurlijk houden.
Ik zie niet in waarom ik hem nog nodig heb.

maandag 15 oktober 2007

De Lachende Sultan



Op weg naar het kasteel van de Lachende Sultan
werd Misschientje van alle kanten aangesproken en moed ingepraat.

Vraag het hem!
Ja, doe het, vraag het hem!


Later,
lang nadat zij door de Lachende Sultan was ter dood gebracht,
sprak men hierover in de geschiedenisboeken
als van het "incident van de verdwenen gezant."

Laten wij dat maar nooit vergeten!

zondag 14 oktober 2007

De 22ste



- Kijk jongen, de 22ste meld ik mij bij de gevangenis. Dan ben jij de man in huis. Zorg goed voor je moeder en zus. En bega niet de fouten die ik heb begaan.
- Ja vader.

De filosofe



Zij stelde zich vragen over het leven en het uitzicht was ook al niet bijzonder.

zaterdag 13 oktober 2007

De redding van de aarde (5)

Hoofdstuk 4: Waarin Alma geen meter opschiet en een labrador kwispelt

Het had allemaal zo eenvoudig, zo aards geleken.

En toch, het moet geschreven, eigenlijk had Alma Zichtopzee zich door haar enthousiasme laten meeslepen.

Ja, zij zou daar eventjes een strofe toevoegen aan In the Year 2525...

En zij zou daar (als zij dan toch bezig was) ineens maar een interstellair madrigaal van maken!

En hopsakee, dat zou niet zomaar tegen Drie Koningen gepiept zijn, neen hoor, vóór Kerstmis zou de klus worden geklaard.

Geen wonder dat de krabbende gezant zo blij en totaal verzwonden was.

Op een of andere manier echter, Alma kon maar niet bevatten waarom, oefende de aarde ook op haar Zsjfnfureodeaans gestel haar, ons aardlingen o zo bekende, eroderende en negatieve invloeden uit die ons niet alleen onze werklust, maar bij sommigen van ons ook onze levenslust benemen. Nu ja, dat is de analyse van een vreemdeling en ik laat in het midden wat er van aan is (vele aardlingen steken die dingen op het aanhoudende grijze weer), feit blijft dat Alma's opdracht voor geen meter opschoot.

Het was alsof er een vochtige kaasdoek over haar hersenen was gelegd. Een zompig gewicht dat haar belette zuiver na te denken en creatief werkzaam te zijn. De maanden mei, juni, juli, en augustus gleden voorbij zonder dat zij ook maar één acceptabel vers kon verzinnen.

Daar kwam nog bij dat haar vermomming, het lichaam van een volmaakte vrouw, ook heel wat tijd opslorpte om het volledig te leren kennen. Dat beviel haar bovendien zo goed dat zij er misschien meer dan nodig veel tijd en zorg aan besteedde.

Toch was het nu ook weer niet zo dat zij helemaal niets deed voor haar opdracht. Integendeel, heel regelmatig oefende zij op het diatonisch accordeon dat zij op de kop had weten te tikken de mogelijke melodielijnen en akkoorden die haar verder op weg moesten helpen, maar, of de duivel er mee speelde, nauwelijks wist zij het instrument te omgespen of zij werd steevast gestoord door Igor Poetin, het sujet aan de balie met verzonnen en onverzonnen klachten van andere hotelklanten die zich zogenaamd in hun activiteiten gestoord vonden. Al situeerden de motieven van Igor zich ook op een ander vlak: nu hij zich van het lijk van zijn vader had ontdaan en zich veilig waande kreeg hij alsmaar meer aandacht voor de uitwendigheden van Alma.

Elk excuus was hem goed om haar te storen. In feite was er bij hem een chronische hunkering ontstaan naar de telepathische zindering die hij voelde, telkens wanneer hij haar zag. Wat voor Alma niet meer dan een vorm van communicatie met lagere wezens was werd voor Igor gaandeweg een seksuele prikkel, zij het een die stilaan begon af te botten. Te veel zinderen is namelijk niet goed voor de hersenen van een Kaukasische man.

"U stoort alweer de andere gasten, ik moet u vragen daar onmiddellijk mee op te houden."
"Excuseert u mij, het gaat om de redding van de aarde, kan u het echt niet nog een maand of twee tolereren? Dan is de basis van mijn werk gelegd?" vroeg Alma hem voor de zoveelste keer op telepathisch zinderende wijze.

"Nijet, mijn geduld is op!" schreeuwde Poetin, "U denkt toch niet dat de gasten uw verhaaltjes geloven? De aarde redden! Neen hoor, ik begin mij trouwens vragen te stellen bij uw aanwezigheid hier. U ligt ofwel godganse dagen in bed of bad, ofwel haalt u ons het bloed onder de nagels vandaan met dat accordeon. Het is niet menselijk. U past zich aan of u krast op."

Dat was letterlijk krasse taal. Alma begreep dat haar telepathische manier van boodschappen door te seinen zijn beste tijd had gehad en dat zij zich aan Poetin's wil moest onderwerpen. Zijn aardse brein was gevoelloos geworden voor haar zinderingen en hij begon haar menselijkheid in vraag te stellen. Het was duidelijk dat zij haar werkterrein moest verleggen en hulp moest zoeken. Anders kon het er wel eens gevaarlijk gaan uitzien.

"Goed, ik zal u ter wille zijn," antwoordde zij eenvoudig.

Poetin interpreteerde dit antwoord totaal verkeerd. Er tekende zich een wilde grijns af op zijn gezicht en de manier waarop hij aanstalten maakte om zijn broek uit te trekken is in slechts weinig op het Amerikaanse puberpubliek mikkende B-films geëvenaard. Er bleef Alma dus maar één ding over: met de x-straal generator in haar linkeroog lobotomiseerde zij de man via zijn linkeroor waardoor hij, op laat ons zeggen drie seconden, op slag genezen was van zijn moordlustige en seksueel getinte driften.

Beschaamd raapte hij zijn broek op en bezwoer haar dat hij niet begreep hoe hij zich zo had kunnen misdragen, en dat hij onmiddellijk zijn ontslag zou aanbieden.

"Ach, goede man," glimlachte Alma, "laat dat laatste maar. Het is iets onder ons."

Voortaan was de relatie tussen Alma Zichtopzee en Igor Poetin zowat dezelfde als die die ook bestaat tussen een kwispelende labrador en zijn baasje.

Het lied van de zoutwatervis

Met haar bericht vis heeft sodade mij "uitgedaagd" om het lied van de zoutwatervis te illustreren. Nu ben ik een zeer zwak tekenaar, maar toevallig vond ik een oude Russische poster van een koor zoutwatervissen.



Het lied van de zoutwatervis klinkt heldhaftig, heeft een hoekig refrein en vergt veel adem. Daarom zwemt het koor boven het zeewater, daar is meer hapklare zanglucht.

Eigenschappen



- Hebt u eigenschappen?
- Ik? Eigenschappen?
- Ja.
- Ik dacht het niet.
- U hebt géén eigenschappen?
- Neen. Moet dat dan?
- Neen, natuurlijk niet.
- Gelukkig. Ik begon mij al zorgen te maken.
- Integendeel, U zou slechts opvallen.

vrijdag 12 oktober 2007

Verzekering

Er is mij niks gevraagd vandaag. Gewoonlijk wil men wel iets van mij weten, maar vandaag niks. Helemaal niks. Er is nochtans één ding dat men nog niet van mij weet en dat men nog kan vragen. Ik weet zeker dat men het zou willen weten. Maar ik zal er nooit over spreken. Nooit. Ik neem het mee in mijn graf. Er zal daar weinig gelachen worden in mijn graf, dàt kan ik u wel verzekeren.

donderdag 11 oktober 2007

In de nabije toekomst (nieuwe tv-formats)



Er werd gebeld. Voor de deur stond een jong wicht met een televisieploeg. Zij duwde mij een roze microfoon onder de neus.

“Hallo, dit is de Kleinst Geschapen Show, je vrouw heeft je ingeschreven en je kan € 25000 winnen als je van onze drie kandidaten vanavond het kleinst geschapen bent!”

Normaal doe ik niet aan dit soort volksvermaak mee, maar ik kom niet alle dagen op tv en € 25000 komt van pas als men bouwt. Dus liet ik mij door twee meisjes in badpak measuren, zoals het werd genoemd.

Wel, om kort te zijn, ik ben dus niet het kleinst geschapen en heb geen € 25000 gewonnen.

Mijn vrouw is er het hart van in, al mochten wij wel het meetlint houden.

woensdag 10 oktober 2007

Krijslaag

Zeg niet steeds lawaai. Gebruik af en toe eens een preciezere term.

Krijslaag: beschrijvende term voor alle geluid, gepraat, getier, gerinkel van glazen,… dat zich plots als één geheel kan manifesteren en als het ware een eigen leven gaat leiden in afgesloten ruimtes zoals gelagzalen, conferentiecentra, sporthallen, zwembaden, inkomsthallen van ziekenhuizen....

Voorbeeldzin:

Wiegend op de resonanties van de krijslaag die het vertrek vulde, droomde ik over betere tijden, vakantieherinneringen,…

Kraagsnor


Ja, wij zullen het nog mogen beleven! De tijd dat de Vlaamse mannen van de actie vrank en vrij de kraagsnor zullen dragen.

De snor die vanuit de kraaghals het gezicht zal accentueren, met onder de snor de mond (die alleen nog nuttige dingen zal te zeggen hebben)en boven de snor de pientere blik, steeds gericht daar waar actie nodig is.

Inspraak



Hoort u het ook?
Ze kwetteren er nogal op los, de vogeltjes.
Laat ze maar.
Dat heet inspraak.
God heeft dat zo voorzien.

dinsdag 9 oktober 2007

Een man met een stokje



Ineens merk ik een gloeiende lacune in deze weblog. Nog nooit wierp ik een stokje uit. Met welk recht noem ik mij eigenlijk blogger?

Aan dat euvel wil ik vandaag verhelpen door eenieder die zich geroepen voelt uit te nodigen drie (3) nieuwe woorden aan onze rijke Nederlandse taal toe te voegen. Nieuwe begrippen die onze taal ontbeert! Dus geen leenwoorden of "vernederlandsingen", maar echt volstrekt nieuwe termen.

Misschien probeer ik het zelf ook wel eens met "krijslaag", "waanbasis" en "kraagsnor".

(Over de betekenissen denk ik nog even na.)

maandag 8 oktober 2007

Old Shatterhand en Winnetou



- Wat is er aan de hand Winnetou? Je kijkt zo zorgelijk.
- Hun sporen gaan hier uiteen. Nog nooit heb ik zoiets gezien.
- Wat bedoel je, rode broeder?
- Kijk, hier in het rulle zand, de linkervoeten gaan naar links, de rechtervoeten naar rechts.
- Hemel! Je bedoelt dat ze... dat ze GESPLITST zijn.
- Ja Old Shatterhand. De grote Manitou moge ons bijstaan!

An en Jan: Puistje



- Is het hier dan? Dat puistje?
- Oeh! Ja Jan... Pits het uit, snel...

Serieuze dingen

Tot mijn grote ergernis merk ik dat anderen steevast de wildste affaires beleven. De meest tumultueuze liefdes.

Wat zij niet allemaal meemaken! Zij doen het op de meest onwaarschijnlijke plaatsen en op de lenigste manieren.

Zij praten daar achteraf dan nog luidop over ook. Alsof dat erbij hoort!

Ik maak nooit zoiets mee. Mij zul je echt niet horen opscheppen over die vleselijke tango met... Gewoon omdat dat er niet van komt.

Ja hoor, ik stel mij zo soms wel eens iets voor. Dat ik ook eens iets beleef. Iets pril. Iets puur.

Zich iets voorstellen is niet zo moeilijk natuurlijk.

"Gij zijt zo serieus!"

wordt mij dan gezegd.

Alsof het hier dan niet om serieuze dingen gaat!

zaterdag 6 oktober 2007

Verwijderbaar

Doelbewust stelde hij de vraag.

"Bent u verwijderbaar?"
"Uiteraard ben ik verwijderbaar,"
stamelde ik verbouwereerd.
"Dank je."

Wat was ik van streek.
Maar toen ik er later over nadacht begreep ik dat ik het goede antwoord had gegeven. Uiteraard ben ik verwijderbaar.

Ik ben bij uitstek verwijderbaar.

vrijdag 5 oktober 2007

De tijdreiziger



Het was een zij en zij zag er moe uit.

"Goedendag," sprak zij met een tongval die ik niet herkende, "Ik kom u feliciteren."
"Mij feliciteren? Wat leuk. Waarom?"
"Voor uw toekomstige prestaties. De mensen zullen nog veel plezier aan u beleven. Wij hadden graag een handtekening van u voor uw mausoleum."
"M.mijn mausoleum?"
"Ja, maak u geen zorgen, u verdient het volkomen. ... Dank u wel. Dan ga ik nu even naar uw biograaf en uw achterkleinzoon voor uw dagboeken."

Mijn dagboeken?

Ineens werd het mij allemaal duidelijk.

Ik heb een tijdreizigster leren kennen!

donderdag 4 oktober 2007

Oersterk



Er werd gebeld.
Het was een oud wijf.

"Ik ben een oersterk oud wijf, ik woon wat verderop in het bejaardentehuis en wil wel eens kennis maken met de buren."
"Oersterk zegt u? En hoe komt u dan zo sterk?"
"Van de gezonde bejaardenvoeding die wij alle dagen krijgen."
"O ja? Laat mij niet lachen. Dat is toch prak voor tandelozen?"

Die uitspraak beklaag ik mij nu. Nog nooit kreeg ik zulk een ferm pak slaag.
Zij was inderdaad oersterk. Zij heeft mij zelfs gebeten.

Ik ga mij morgen verontschuldigen.
Als ik mijn kaken kan bewegen tenminste.

Bliksemsnel



Er waren weer eenzamen gesignaleerd in de stad.
Ik wist niet hoe snel ik moest wegkomen.

dinsdag 2 oktober 2007

In de kast


Het is een ouwe grap, maar ik borduur er graag op voort, telkens als men bij mij aanklopt.

Toktoktok!

"Ben je daar?"
"Neen!"
"Grapjas, mag ik binnen?"
"Neen, ik ben er niet."

De duur van deze korte conversatie geeft mij dan de tijd - ik heb daarop geoefend - om in de kast te kruipen, terwijl mijn bezoeker/bezoekster binnenkomt.

Ik kan hun gezicht van daarbinnen niet zien, maar het duurt altijd wel even voor zij de kast openmaken. Dat blijkt, ook in die situatie telkens toch weer niet zo evident.

Slechts één keer ben ik op eigen terrein geklopt: door de poetsvrouw die de kast op slot deed!

Later kon ik daar mee lachen.

maandag 1 oktober 2007

Galm?



"Vind je ook niet dat het hier zo galmt?"
"Oh, je merkt het dus ook op? Ja het galmt hier verschrikkelijk."
"Irritant niet?"
"Ik dacht eerst... euh... wel, ik dacht eerst dat het alleen maar aan mij lag. Dat het iets in mijn hoofd was. Maar je hoort het dus ook?!"
"Ja hoor. Een heel zware, nazinderende galm."
"Precies, een nagalm in feite."
"Inderdaad. Het galmt eigenlijk meer nà, dan dat het galmt."
"Ja, alsof je een stemvork tegen je schedel laat trillen."
"Zoiets ja, maar dat galmt alleen in je eigen hoofd en vermits wij het allebei horen moet het toch wel om een echte galm gaan."
"Een galmende nagalm."
"Precies. Raar hè?"