14.9.07

Zoenzucht



Ik heb het lang kunnen onderdrukken, maar de laatste tijd heb ik er toch weer veel last van: zoenzucht. Mijn oude kwaal. Het is een psychische aandoening, een stoornis in mijn impulsbeheersing. Ik kan gewoonweg geen weerstand bieden aan de drang om te zoenen. Het is obsessief. En omdat het obsessief is zoen ik helemaal niet uit liefde, uit vriendschap of zelfs maar uit beleefdheid. Helemaal niet. Ik kick op de spanning tijdens het zoenen en de opluchting als het lukt. Plezier beleef ik er niet aan.

Als zoenzuchtige zoen ik alles wat maar zoenbaar is en waar ik met mijn lippen bij kan. Baby's, bejaarde vrouwen, asielzoekers, paalzitters, atleten, postbodes, hondentemmers, bloggers, enz. Alles m/v natuurlijk. (Zelfs tijdens mijn compulsieve activiteiten discrimineer ik niet). Maar het blijft bij ziekelijk, geobsedeerde kussen: zonder warmte, en altijd ongelegen voor mijn slachtoffers.

Andere zoenzuchtigen - ja, ik zit in een zelfhulpgroep - ontwikkelen na verloop van tijd een voorkeur voor een bepaald type van kus. Dat kan ik van mezelf niet echt zeggen, maar een natte pakkerd op de wang is voor mij doorgaans een groot succes en kalmeert mijn drift voor enkele dagen. Een gelukte mondkus is uiteraard het summum, maar het overkomt mij heel zelden.

Het ergste is zoals ik al zei, dat er bij mijn zoenzucht geen sprake is van zelfs maar sympathie of meevoelen met mijn slachtoffers. Nadat ik bevredigd ben keer ik hen meteen de rug toe. Hen verbouwereerd achterlatend, zonder uitleg. Af en toe als ik wat meer bij zinnen ben, mompel ik wel eens een korte verontschuldiging.

"Sorry, het heeft niets met u te maken, het was mij te machtig..."

Maar misschien is die boodschap nog erger dan de kus?

Zo nu en dan, maar dan verkeer ik werkelijk in trance (wat wijst op hoge nood), ben ik mij niet eens bewust van het feit dat ik zoen... tot op een later tijdstip, wanneer ik een oorvijg krijg bijvoorbeeld, (het ene slachtoffer is al wat meer ad rem dan het andere). Het is gewoon reflexmatig.

Waar het vandaan komt weet ik niet. De meest voorkomende uitleg is dat overdreven aandacht van ongehuwde ooms of tantes tijdens mijn jeugd aan de basis zou liggen, maar wat er ook van zij, voor mijn vrouw is het niet makkelijk. Elke ochtend, voor ik naar mijn werk vertrek, zoenen wij ongeveer twintig minuten lang, om de drift zoveel mogelijk te kalmeren voor de rest van de dag. Op die manier weet ik het doorgaans wel te beheersen tot een uur of drie, vier 's middags.

Daarna is het vaak op de tanden bijten, want als tandarts bieden zich uiteraard altijd kansen aan. Mijn secretaresse, die van mijn aandoening op de hoogte is, houdt er echter rekening mee en boekt dan niet te veel patiënten meer. Dat geeft mij wat meer tijd voor technisch werk.

Neen, ik heb het niet makkelijk.

1 opmerking:

Anoniem zei

bij zoveel zoenzucht
krijg ik een plotse aanval van
comment-zucht?

Diepe zucht.

Mag ik nog eens?