Hoofdstuk 2: Alma Zichtopzee neemt intrek in Hotel Amigo en een afwachtende houding aan
Alma Zichtopzee maakte er helemaal geen geheim van dat zij een héél bijzondere vrouw was. (Naar aardse begrippen) schaamteloos, monsterde zij de taxichauffeur van kop tot teen en vroeg zij zich af wat deze brave ziel vond van de vierde strofe van de religieuze canon In the year 2525, de reden van haar komst naar de aarde.
(In the year 5555
Your arms are hanging limp at your sides
Your legs got nothing to do
Some machine, doing that for you )
Maar zij oordeelde het wijs om hem toch maar niet aan te spreken.
WAARNEMING is de sleutel van elk zinvol wetenschappelijk onderzoek, was het eerste dat zij ooit had geleerd en niet vergeten was.
De vorsende blikken van zijn passagier stelden de chauffeur ook niet gerust. Integendeel, hij reed zondermeer en zonder omwegen "linea recta" naar het Hotel Amigo. Anonieme controles kon hij missen als kiespijn, er scheelde al enige tijd iets met de kilometerteller van zijn voertuig voor professioneel gebruik en die vrouw mocht dan wel bloedmooi zijn, een wezen dat je twintig minuten lang in de nek kijkt zonder zelfs maar te knipperen met de ogen, daar is iets mis mee. Iets heel erg mis. Zoveel mensenkennis had hij als taxichauffeur onderhand wel.
Als, of neen, ik bedoel indien Alma nu een poging zou hebben gedaan om hem oraal te polsen over de religieuze aspecten van zijn beroep, dan had zij misschien vroegtijdig ingezien dat de hele Zsjfnfureodeaanse theologische praktijk op een misverstand berustte en was zij naar haar eigen planeet teruggekeerd, maar om de ons reeds bekende wetenschappelijke redenen deed zij dat dus niet.
"Doe zo voort brave jongen," bedankte zij hem bij het uitstappen, alvorens zich naar de receptie van het hotel te begeven.
De sobere eenvoud van Hotel Amigo beviel haar onmiddellijk. Ja, van hieruit zou zij snel en efficiënt kunnen werken: de nog niet zinvol geïnterpreteerde frasen van In the year 2525 moesten zo spoedig mogelijk verklaard worden door vooraanstaande aardse theologen en als dankbetoon zou zij de aardbewoners dan een Zsjfnfureodeaans geschenk aanbieden. Een kleine redding van de aarde bijvoorbeeld! Wat was het leven van een gezant toch eenvoudig.
Toch zou niet alles van een leien dakje lopen, dat spreekt vanzelf, anders kan ik de lezer even goed nu al het einde verklappen en dat is niet de bedoeling.
Neem nu de receptionist die haar incheckte. Overduidelijk een sujet wiens plaats niet op aarde was. Zelfs niet in dit zonnestelsel. Maar goed, toch een factor die gedoogd moest worden.
Hij gaf geen kik, maar keek haar zo geringschattend aan, dat zij niet wist hoe hem aan te spreken. (Haar interplanetaire wapens waren dus ook weer niet zó efficiënt). Dus moest het maar op de thelepatische manier.
Toch was Alma's achterdocht niet helemaal terecht, want hij schreef haar in zonder naar haar identiteitspapieren of financiële draagkracht te informeren. Dat kwam natuurlijk door dat enorm droevige en ontijdige sterfgeval in zijn gezin, waardoor hij er met zijn hoofd niet helemaal bij was. Waar het lijk heen moest was hem nog niet geheel duidelijk. Dat hij haar de mooiste suite gaf valt eigenlijk aan die bijzondere toestand van geestelijke verwarring toe te schrijven. En aan het aangenaam zinderen van de telepatische boodschap in zijn hersenen.
Alma waardeerde een en ander echter niet naar aardse waarde. Integendeel, zij deed nors en stug tegen hem. Mannen die het verdommen verliefd op je te worden zijn uitvaagsel. Op de planeet Zsjfnfureod vdp, in het 6² kwadrant in de vierde dimensie van het heelal had zij wel raad met hem geweten. Op alle hoeken van de straat staan daar immers incinerators voor Niet Ontvlambaren. Niet geheel op de hoogte over hoe dit soort recalcitranten op aarde écht wordt aangepakt besloot zij zich voorlopig gedeisd te houden. Met een (figuurlijk) giftige blik rukte zij de elektronische sleutelkaart uit de handen van de vadermoordenaar en begaf zich, opnieuw met de lift (wat hebben aardlingen toch met liften, begon zij zich af te vragen), maar ditmaal zonder muzak op de achtergrond, wat de verplaatsing minder leuk en heel wat langdradiger maakte, naar haar suite.
Daar besloot zij te wachten op de eerste instructies van het Histirisch Thiiligisch Priticil en nam zij dus een afwachtende houding aan.
2 opmerkingen:
Bij deze goddelijke vrouw stel ik me vooral voor 'hoe' ze een afwachtende houding aanneemt.
En hoelang ze die houding dan aanhoudt uiteraard.
Of ze een on/off modus heeft.
Of ze flamingogewijs een van haar uiterst elegante benen omhoog trekt.
Of ze haar ogen sluit of roerloos, traanloos openspert.
Of ze in vereniging en poging tot assimilatie van religies der aarde als een frêle boeddha gaat zitten.
Oh, wat een spanning...
°l°
nog in opbouw
Aan Sodade:
U haalt hier inderdaad enkele dingen aan die mij, ter voorbereiding van het volgende hoofdstuk, ten zeerste bezighouden en in zekere zin evenveel benieuwen als u:
- Zal ik Alma's afwachtende houding bespreken of beschrijven, of zou ik niet beter onder vorm van een parenthese illustreren welke krachten en middelen zij al dan niet beschikt?
- Een on off modus heeft Alma niet. Ik zie haar echt als een levend wezen. Buitenaards, maar toch levend. Geen robot.
In elk geval moet haar opdracht op een of andere manier concreter worden voorgesteld, of anderszins ingeleid.
Ik worstel verder nog met de idee om er al dan niet een sleutelroman van te maken.
Maar wordt alles dan niet te expliciet en gedetermineerd? Wat m.i. indruist tegen de geest van 't Vliegend Eiland. Het nonsensicale.
Anderzijds, ik heb mezelf verplicht een vervolgverhaal te schrijven, waarom de lat dan niet nóg wat hoger leggen voor mezelf?
Nu ja, het zal zichzelf wel uitwijzen zeker?
Een reactie posten