zondag 30 september 2007

Jan en Ingrid

- Hallo Jan?
- Ja Ingrid, wat leuk dat je mij eens belt op mijn werk.
- Ik ga weg.
- Maar Ingrid toch, je hoeft mij toch niet te bellen om dat te zeggen.
- Ik verlaat je, vandaag nog.
- M..m..maar Ingrid... dat valt op een erg slecht moment voor mij. Kunnen wij er niet over praten?
- Ja Jan, zoiets valt altijd op een slecht moment.
- Oef! Ik ben blij dat je mij begrijpt!

Stemmen

k hoor stemmen de laatste tijd.
Allerlei ongevraagde adviezen.
Men wil mij in een bepaalde richting duwen.
Dwingen zelfs.

Als ik erop inga zal ik weer vrede kennen, zeggen ze.

Vrede?

Zou het een geheim wapen zijn, die stemmen?
Iets van de Amerikanen?

Jezus-nog-aan-toe.

(Dit heb ik zomaar snel uit mijn duim gezogen omdat ik even wilde testen wat het gebruik van kapitalen zou betekenen op deze blog in visueel opzicht.)

De loftrompet



Een van de meest bespeelde instrumenten in onze contreien is de loftrompet. Dit instrument verspreidt een zoete klank waarmee vooral het basisgevoel van de eigenwaan wordt bespeeld. Het wordt gebruikt om een gevoel van samenhorigheid en betrouwbaarheid op te wekken en wordt geapprecieerd door vrijwel iedereen die het voorrecht geniet een concert bij te wonen.

Volgens buitenstaanders die niet vaak de kans krijgen om van het geluid van een loftrompet te genieten klinkt het instrument schril en eentonig, en vergt het totaal geen musicologische achtergrond. De fans echter, beschouwen deze specifieke sonoriteit nu net als een van de charmes. Er zijn ook kenners die beweren dat de loftrompet geen echt instrument is, wat volgens adepten alleen maar bewijst, hoe onwaarschijnlijk ook, dat zij het instrument nog nooit hebben gehoord.

De loftrompet is al zo oud als de mensheid zelf en al zijn de melodieën die erop gespeeld (of beter: gestoken) worden in de loop van de geschiedenis sterk geëvolueerd, op technisch vlak is er nauwelijks iets opzienbarends gebeurd in de ontwikkeling van het instrument. Wat bewijst dat het héél dicht bij de ware aard van de mens staat. Het is dus evident dat de loftrompet een bij uitstek sociaal instrument is.

De loftrompet wordt in vrijwel alle politieke, socio-economische, culturele, en educatieve middens gestoken. In politieke partijen en in vakbondsmiddens wordt hij bijvoorbeeld zowel in oppositie- als in regeringsensembles, vaak en met verve gestoken. Maar ook in kleinere bezettingen, kartelpartijen of kadervergaderingen bijvoorbeeld, treft mijn grote solisten aan. Dit laatste illustreert meteen het wezenskenmerk van het instrument, want niettegenstaande het feit dat het als ensemble-instrument een rol speelt in heel wat belangrijke concertaties, is het toch als solo-instrument dat het de meeste indruk maakt en dat spelers (zgn. stekers) er het meeste plezier aan beleven.

Het is een goed gedocumenteerd feit dat werkelijk iedereen haar kan steken, maar, zoals dat ook met andere instrumenten het geval is, is wat aanleg nooit weg en bovendien nodig om het er ver mee te brengen. Tal van carrières zijn gebaseerd op de kunde van het steken van de loftrompet. Niet te luid, niet te zacht, maar op het juiste moment. Timing, dat is het echte geheim van de loftrompet. Wie de steektechniek van de loftrompet goed beheerst kan de lengte en hoogte van zijn carrière zeer sterk laten uitbreiden. Dit geldt vooral voor solisten. Wie in een ensemble met resultaat de loftrompet wil steken laat dit beter door anderen, door galerijfiguren, doen en neemt zelf beter de dirigeerstok in de hand. Loftrompet steken in groepsverband klinkt maar al te vaak vals en buiten de maat.

Uiteraard is het verwerven van een overtuigende zeggingskracht op de loftrompet niet voor iedereen weggelegd, hoe gedemocratiseerd het instrument ook is. Voor zulke mensen is er gelukkig nog altijd de tweede viool. Maar daarover zullen wij het later nog wel hebben.

zaterdag 29 september 2007

De redding van de aarde (4)

Hoofdstuk 3: Over een nieuw madrigaal en Alma die verlichting aanbrengen wil

Verschrikkelijk lang hoefde Alma Zichtopzee niet in afwachtende houding te wachten. Haar instructies waren even voor de hand liggend als geniaal: componeer een nieuwe strofe bij de hymne In the Year 2525… op een dusdanige manier dat de akoestische golven de hersenen van de aardse mensheid in totale harmonie doen trillen als de nog warme puddinkjes op een keukentrolley onderweg naar een eetzaal. Een mooier geschenk in ruil voor de openbaring van de waarheden van Zager and Evans op de planeet Zsjfnfureod vdp, in het 6² kwadrant in de vierde dimensie van het heelal is er niet.

De opdracht was niet alleen geniaal (dat is uiteindelijk toch maar een wezenskenmerk van het Histirisch Thiiligisch Priticil), Alma kreeg er bovendien ook nog eens ampel de tijd voor. Tot het volgende aardse feest van Driekoningen! Terwijl de aarde nog maar pas de maand april met menige gril had verwerkt!

De gezant die met de instructies was komen aanzetten had zijn overtocht naar de aarde blijkbaar niet helemaal naar behoren doorsparteld. Zijn lichaam stond vol rode vlekjes die verschrikkelijk jeukten. Voor een aardbewoner (gelukkig waren er bij deze bijeenkomst geen aanwezig) zou het een afzichtelijk schouwspel zijn geweest: een zich constant overal krabbende man die tegelijkertijd een interstellair theologisch discours ontwikkelt (nog nooit op televisie vertoont!), maar voor Alma, gepokt en gemazeld door het efficiënte Zsjfnfureodeaanse hoger onderwijs, viel het allemaal nog wel mee.

"Gelukkig stinkt hij niet,” was haar enige bedenking.

“Wij van het “Histirisch Thiiligisch Priticil,” sprak de gezant met jeukende tong, “hebben ineens ook maar besloten dat iemand zoals u, Iizpitchiz Imli,” hij gebruikte haar Zsjfnfureodeaanse naam (waarom ook niet?), die over zoveel talenten beschikt, ook muzikale, dat u het maar op u moest nemen om onze hymne In the Year 2525…, uit te breiden en te herwerken tot een interstellair madrigaal. Neem hiervoor rustig de tijd, laat ons zeggen tot Driekoningen. Dat lijkt ons ruimschoots voldoende.”

"Wat een eer. Heel erg bedankt!” antwoordde Alma onzichtbaar ontroerd, "zoveel vertrouwen zal ik niet beschamen. Integendeel, Ik mag sterven als mij dat niet lukt tegen Kerstmis.”

Zoveel opofferingsgeest hoeft nu ook weer niet,” antwoordde de gezant, “Wij vertrouwen u volkomen. Maar let wel, tussen nu en Driekoningen kan er geen contact meer zijn. Zeker niet via de overkomst van een gezant. Dat is veel te gevaarlijk en energieverslindend.”

“Oh! U hebt jeuk! Zal ik een verlichtend zalfje aanbrengen?” onderbrak Alma hem. Door het woord “energieverslindend” had zij plots door dat zijn contorsies niets te maken hadden met interstellaire aanpassingsproblemen maar alles met een mislukte rematerialisatie na zijn lange (in afstand) reis.

“Neen, dank u wel. Ik keer zo dadelijk toch terug.”

Het waren profetische woorden, want 10 seconden later bleek hij totaal verzwonden.

donderdag 27 september 2007

Barbie©



Ik keek van op afstand naar het roze huis en vroeg mij af hoe het kon aflopen.

Zou zij mij neerschieten als ik te vrijpostig werd?
Of de politie bellen?
Zou zij mijn verhaal geloven?
Hoe zou zij over mij denken als de waarheid uitkwam?

Plots stond zij in het deurgat en riep met precies die stem die ik altijd al heb gedroomd die zij zou hebben:

"Ben jij de nieuwe butler?"

"Ja."

"Kom dan binnen. Het is veel te warm buiten. Straks begin je nog te zweten."

Dat viel mee. Ik was dus binnen voor ik het wist.

Barbie© bekeek mij van kop tot teen.

"Je hoeft niet verlegen te zijn hoor. Ik weet wel wat je denkt. Jullie denken allemaal altijd hetzelfde. Wees eerlijk. Wat verwacht je?"

"Seks," zei ik naar waarheid.

Wat moet een seksverslaafde anders zeggen?

"Dat gaat niet," antwoordde Barbie©, "ik heb alles, weze het allemaal roze, en ik ben beeldschoon, maar voor seks ben ik niet ontworpen."

Zij lachte vreugdeloos.

Dat had ik niet verwacht. Zou het helpen als ik alsnog toegaf dat het eigenlijk een grap was?

Dat ik helemaal niet seksverslaafd ben?

Het maakte niet uit.

Zij bleef hol doorlachen.

woensdag 26 september 2007

Het lot



Zei die dame die naast me zat ineens:
"Wilt u mij even krabben?"
"Of ik u even wil krabben?"
"Ja, zou u dat kunnen?"
"Of ik dat zou kunnen?"
"Ja, asjeblieft, want het is niet te harden?"
"En waar moet ik u dan krabben?"
"Hier precies tussen mijn schouderbladen."
"Nu ja, waarom niet."
"Maar krabt u niet te hard als het kan. Soms zit ik dan met van die rode strepen en dan stelt mijn man vragen."
"Ja, dat begrijp ik. Is het zo zacht genoeg?"
"Ja hoor. U hebt er blijkbaar veel ervaring mee."
"Dat klopt. Ik heb ook vaak jeuk."
“Wat een geluk dat uitgerekend u dan hier naast mij zit.”
“Dat kan u wel zeggen. Het zal het lot wel zijn.”
“Ja, het lot… al geloof ik daar niet in.”

dinsdag 25 september 2007

Mooie mensen



Soms komt er een mooie man of een mooie vrouw aan ons loket.
En als we geluk hebben zegt die man of vrouw dan netjes

"Alstublieft"

en

"Dank u wel"

Zo iemand wordt door ons daarom net iets sneller en net iets beter bediend dan al die anderen.

En als die mooie, beleefde man of vrouw weer weg is hebben wij de rest van de dag weer iets om over te praten.

"Wat was dat een beleefde man!"
"Wat was dat een mooie vrouw!"

In uitzonderlijke gevallen praten wij er zelfs de dag erna nog over.

"Die heer gisteren, wat was die belééfd!"
"Weet je nog die dame om 11u47? Wat was die keurig!"

Jaja. Wij maken nog iets mee. Zo af en toe.

maandag 24 september 2007

Het gebeurt in het echt



Wij ontmoetten elkaar op een afgelegen plek in het bos.
Nu ja, ontmoeten is misschien nogal vaag, voor wat er zich echt afspeelde.

(In feite waren zij er ook eerder dan ik.)

Zij waren in gesprek.
Hij zei iets en zij lachte.
Hij zei nog iets en zij lachte nog harder.
Wat lachte zij helder.
Ook hij lachte.
Wat lachte hij blij en gelukkig.
De zon weerkaatste op haar brilmontuur.

Wie van hen beiden het initiatief nam doet er niet toe.
Al snel kwam van het een het ander.
Dat kon ik heel goed zien van waar ik mij verstopt had.
Natuurlijk wijd ik daarover niet al te veel uit.
Het blijft tussen hen en mij.

(U had maar mee moeten komen toen u de kans kreeg!)

Maar dat die dingen dus in het echt gebeuren, dat weet ik nu wel zeker.

Dat praat u mij niet meer uit mijn hoofd.

zondag 23 september 2007

Voor het huis van God



Ik was door God uitgenodigd.

Met mijn uitnodiging op zak stond ik voor Zijn Huis. Het was er doodstil. Het voelde loodzwaar en leeg aan. Terwijl uit de huizen ernaast vrolijk gelach en het gerinkel van bestekken weerklonk.

Ik voelde de bui al hangen maar belde toch aan. Je bent uitgenodigd of je bent het niet.

Niets.

Het bleef stil en donker in het Huis van God.

Ik belde nog eens.

Niets.

Ik ben een kwartiertje blijven staan en herlas voor de zekerheid nog eens de uitnodiging. Neen, ik had mij niet vergist. Het wàs vandaag!

Alles bleef stil.

Ik besloot maar weer terug te gaan. Ik kreeg honger van de geur van lekker eten bij Zijn buren.

Toen, net wanneer ik mij omdraaide, zag ik Zijn gordijn eventjes bewegen. Heel eventjes maar, maar precies genoeg om door achterdochtige mensen zoals ik opgemerkt te worden.

Hij was dus toch thuis!

Wat erg dacht ik, Hij is bang van mij.

vrijdag 21 september 2007

Jan en Ingrid en de foto



"Jan, eerlijk, ben ik nu echt niet te dik op die foto?"
"Maar Ingrid toch, hoeveel keer nog? Dat komt door die meeuw! En je wil er toch ook niet uitzien als een Bimbo? Je bent hier gewoon zoals je bent: eerlijk... robuust!"

Hergé's racisme!



Iedereen zal intussen al wel weten dat er klachten lopen tegen Hergé's "Kuifje in Afrika" album. Als een ware kleine middenstander laat ik in het midden wat ik daar nu precies van denk, maar misschien moet u toch ook eens dit bekijken!

Het dateert als ik mij niet vergis uit dezelfde periode.

Blogbaas

Jan en Ingrid (maken een foto)



"Je let toch op dat ik er niet te dik op sta, hè Jan? En maak dat die meeuw er ook bij staat, dat geeft het iets natuurlijks."
"Ja Ingrid."

Wat ik nog zeggen wilde!

Die luie, lakse sfeer die hier heerst ben ik nu helemaal gewoon.
Zorgvuldigheid hoeft hier niet. Accuraatheid al evenmin. Om nog te zwijgen van stiptheid.

Het was wel wennen, want ik ben heel anders opgevoed, maar nu doe ik er zelfs mijn voordeel mee. Met die losheid.

Uiteraard weet ik wel dat het er elders anders aan toe gaat. Veel strikter en strenger. Men spreekt daar zelfs over stiptheid!

Maar dat hou ik maar voor mezelf. Ik zou wel gek zijn!

donderdag 20 september 2007

De bemiddelaar



"Ik gelastte iedereen naar de hem of haar toegewezen zaal te gaan. De verlegen vrouwen links en de verlegen mannen rechts. Daar hadden zij niet van terug. Zij hadden natuurlijk gedacht dat ik hen bij elkaar zou laten zitten."
"Dan kennen zij jou nog niet!"
"Precies! Bij mij geen sprake van mannen en vrouwen bij elkaar te laten als zij hun onderlinge relatie nog niet geregeld hebben. Ik ben niet gek. Al dat gebloos en steels geloer."
"Inderdaad, maar hoe heb je het daarna aangepakt?"
"Ach, dat was niet zo moeilijk. Door te vorsen naar hun gemeenschappelijke wensen en belangstelling kwam ik er al snel achter wie een oogje had op wie en hoefde ik alleen maar de juiste personen kwansuis aan elkaar voor te stellen en klaar was kees."
"Is dat met iedereen gelukt?"
"Neen, B. is weer overgebleven."
"B.? Alweer?"
"Ja, ik weet het. Het is hopeloos. En toch is hij smoorverliefd. Ik weet niet hoe hij het volhoudt."

woensdag 19 september 2007

Als Jezus roept...



... dan komen de schriftgeleerden!

Dank zij hen werd een schisma vermeden en konden wij overgaan tot de orde van de dag.

Wat hebben wij toch een wijze God die ons voor dolle fratsen behoedt.

dinsdag 18 september 2007

Waarom Janneke Maan nooit luistert



Men staat daar doorgaans niet zo bij stil, maar als men dat wel zou doen dan zou men beslist denken dat Janneke Maan de scherpste ogen van het zonnestelsel heeft.

En toch is dat niet zo.

Daardoor komt het dat hij zo af en toe neerdaalt.
Gewoon om de dingen van dichterbij te bekijken.

Eens zien waarom een licht nog brandt?
Of waarom een kind zo blij is!

Als hij dan van dichtbij gezien heeft wat hij wilde zien en begrepen wat er te begrijpen valt, wat een heel karwei is, dan stijgt hij gewoon weer op naar zijn plekje in het heelal. Blij en voldaan. Zonder overbodige commentaar, want ja, hij kent zijn plaats.

Wij zouden natuurlijk met zijn allen kunnen sparen voor een bril.
Een bril voor Janneke Maan.

Maar zie ik dat goed? Janneke Maan heeft geen oren!
Oh! Daarom dat hij nooit ...

maandag 17 september 2007

Flapuit



Na vele jaren ben ik eindelijk terug in mijn geboortedorp.
Alleen de ouden voor de kerk hebben mij herkend.
"Waar heb jij gezeten?" vroegen zij bedaagd.
"Ik heb mij gewroken," antwoordde ik naar waarheid.
"Nou nou, wie had dat gedacht!"
"Je had het moeten zien, hij schoot ze allen dood. Alle zeven. Een kogel door hun kop."

Dat laatste zei mijn paard.
Altijd flapuit gebleven.

De redding van de aarde (3)

Hoofdstuk 2: Alma Zichtopzee neemt intrek in Hotel Amigo en een afwachtende houding aan

Alma Zichtopzee maakte er helemaal geen geheim van dat zij een héél bijzondere vrouw was. (Naar aardse begrippen) schaamteloos, monsterde zij de taxichauffeur van kop tot teen en vroeg zij zich af wat deze brave ziel vond van de vierde strofe van de religieuze canon In the year 2525, de reden van haar komst naar de aarde.

(In the year 5555
Your arms are hanging limp at your sides
Your legs got nothing to do
Some machine, doing that for you )


Maar zij oordeelde het wijs om hem toch maar niet aan te spreken.
WAARNEMING is de sleutel van elk zinvol wetenschappelijk onderzoek, was het eerste dat zij ooit had geleerd en niet vergeten was.

De vorsende blikken van zijn passagier stelden de chauffeur ook niet gerust. Integendeel, hij reed zondermeer en zonder omwegen "linea recta" naar het Hotel Amigo. Anonieme controles kon hij missen als kiespijn, er scheelde al enige tijd iets met de kilometerteller van zijn voertuig voor professioneel gebruik en die vrouw mocht dan wel bloedmooi zijn, een wezen dat je twintig minuten lang in de nek kijkt zonder zelfs maar te knipperen met de ogen, daar is iets mis mee. Iets heel erg mis. Zoveel mensenkennis had hij als taxichauffeur onderhand wel.

Als, of neen, ik bedoel indien Alma nu een poging zou hebben gedaan om hem oraal te polsen over de religieuze aspecten van zijn beroep, dan had zij misschien vroegtijdig ingezien dat de hele Zsjfnfureodeaanse theologische praktijk op een misverstand berustte en was zij naar haar eigen planeet teruggekeerd, maar om de ons reeds bekende wetenschappelijke redenen deed zij dat dus niet.

"Doe zo voort brave jongen," bedankte zij hem bij het uitstappen, alvorens zich naar de receptie van het hotel te begeven.

De sobere eenvoud van Hotel Amigo beviel haar onmiddellijk. Ja, van hieruit zou zij snel en efficiënt kunnen werken: de nog niet zinvol geïnterpreteerde frasen van In the year 2525 moesten zo spoedig mogelijk verklaard worden door vooraanstaande aardse theologen en als dankbetoon zou zij de aardbewoners dan een Zsjfnfureodeaans geschenk aanbieden. Een kleine redding van de aarde bijvoorbeeld! Wat was het leven van een gezant toch eenvoudig.

Toch zou niet alles van een leien dakje lopen, dat spreekt vanzelf, anders kan ik de lezer even goed nu al het einde verklappen en dat is niet de bedoeling.

Neem nu de receptionist die haar incheckte. Overduidelijk een sujet wiens plaats niet op aarde was. Zelfs niet in dit zonnestelsel. Maar goed, toch een factor die gedoogd moest worden.

Hij gaf geen kik, maar keek haar zo geringschattend aan, dat zij niet wist hoe hem aan te spreken. (Haar interplanetaire wapens waren dus ook weer niet zó efficiënt). Dus moest het maar op de thelepatische manier.

Toch was Alma's achterdocht niet helemaal terecht, want hij schreef haar in zonder naar haar identiteitspapieren of financiële draagkracht te informeren. Dat kwam natuurlijk door dat enorm droevige en ontijdige sterfgeval in zijn gezin, waardoor hij er met zijn hoofd niet helemaal bij was. Waar het lijk heen moest was hem nog niet geheel duidelijk. Dat hij haar de mooiste suite gaf valt eigenlijk aan die bijzondere toestand van geestelijke verwarring toe te schrijven. En aan het aangenaam zinderen van de telepatische boodschap in zijn hersenen.

Alma waardeerde een en ander echter niet naar aardse waarde. Integendeel, zij deed nors en stug tegen hem. Mannen die het verdommen verliefd op je te worden zijn uitvaagsel. Op de planeet Zsjfnfureod vdp, in het 6² kwadrant in de vierde dimensie van het heelal had zij wel raad met hem geweten. Op alle hoeken van de straat staan daar immers incinerators voor Niet Ontvlambaren. Niet geheel op de hoogte over hoe dit soort recalcitranten op aarde écht wordt aangepakt besloot zij zich voorlopig gedeisd te houden. Met een (figuurlijk) giftige blik rukte zij de elektronische sleutelkaart uit de handen van de vadermoordenaar en begaf zich, opnieuw met de lift (wat hebben aardlingen toch met liften, begon zij zich af te vragen), maar ditmaal zonder muzak op de achtergrond, wat de verplaatsing minder leuk en heel wat langdradiger maakte, naar haar suite.

Daar besloot zij te wachten op de eerste instructies van het Histirisch Thiiligisch Priticil en nam zij dus een afwachtende houding aan.

zondag 16 september 2007

Niet alles hoeft voor mij



Mijn makkers, die veel koener en sterker zijn dan ik, legden het laatste eindje naar het einde van de wereld, een kleine tweehonderd meter, zwemmend af.

Zelf, toch ook een flukse zwemmer, maakte ik rechtsomkeer. Zij zullen mij wel vertellen hoe het was.

Een mens hoeft nu ook niet alles mee te maken.

vrijdag 14 september 2007

Zoenzucht



Ik heb het lang kunnen onderdrukken, maar de laatste tijd heb ik er toch weer veel last van: zoenzucht. Mijn oude kwaal. Het is een psychische aandoening, een stoornis in mijn impulsbeheersing. Ik kan gewoonweg geen weerstand bieden aan de drang om te zoenen. Het is obsessief. En omdat het obsessief is zoen ik helemaal niet uit liefde, uit vriendschap of zelfs maar uit beleefdheid. Helemaal niet. Ik kick op de spanning tijdens het zoenen en de opluchting als het lukt. Plezier beleef ik er niet aan.

Als zoenzuchtige zoen ik alles wat maar zoenbaar is en waar ik met mijn lippen bij kan. Baby's, bejaarde vrouwen, asielzoekers, paalzitters, atleten, postbodes, hondentemmers, bloggers, enz. Alles m/v natuurlijk. (Zelfs tijdens mijn compulsieve activiteiten discrimineer ik niet). Maar het blijft bij ziekelijk, geobsedeerde kussen: zonder warmte, en altijd ongelegen voor mijn slachtoffers.

Andere zoenzuchtigen - ja, ik zit in een zelfhulpgroep - ontwikkelen na verloop van tijd een voorkeur voor een bepaald type van kus. Dat kan ik van mezelf niet echt zeggen, maar een natte pakkerd op de wang is voor mij doorgaans een groot succes en kalmeert mijn drift voor enkele dagen. Een gelukte mondkus is uiteraard het summum, maar het overkomt mij heel zelden.

Het ergste is zoals ik al zei, dat er bij mijn zoenzucht geen sprake is van zelfs maar sympathie of meevoelen met mijn slachtoffers. Nadat ik bevredigd ben keer ik hen meteen de rug toe. Hen verbouwereerd achterlatend, zonder uitleg. Af en toe als ik wat meer bij zinnen ben, mompel ik wel eens een korte verontschuldiging.

"Sorry, het heeft niets met u te maken, het was mij te machtig..."

Maar misschien is die boodschap nog erger dan de kus?

Zo nu en dan, maar dan verkeer ik werkelijk in trance (wat wijst op hoge nood), ben ik mij niet eens bewust van het feit dat ik zoen... tot op een later tijdstip, wanneer ik een oorvijg krijg bijvoorbeeld, (het ene slachtoffer is al wat meer ad rem dan het andere). Het is gewoon reflexmatig.

Waar het vandaan komt weet ik niet. De meest voorkomende uitleg is dat overdreven aandacht van ongehuwde ooms of tantes tijdens mijn jeugd aan de basis zou liggen, maar wat er ook van zij, voor mijn vrouw is het niet makkelijk. Elke ochtend, voor ik naar mijn werk vertrek, zoenen wij ongeveer twintig minuten lang, om de drift zoveel mogelijk te kalmeren voor de rest van de dag. Op die manier weet ik het doorgaans wel te beheersen tot een uur of drie, vier 's middags.

Daarna is het vaak op de tanden bijten, want als tandarts bieden zich uiteraard altijd kansen aan. Mijn secretaresse, die van mijn aandoening op de hoogte is, houdt er echter rekening mee en boekt dan niet te veel patiënten meer. Dat geeft mij wat meer tijd voor technisch werk.

Neen, ik heb het niet makkelijk.

donderdag 13 september 2007

Vaart



Elk moment in zijn leven was even belangrijk en werd met zorg fotografisch vastgelegd. Sommigen beweren dat zulks de vaart eruit haalde.

Zou het?

woensdag 12 september 2007

Woord van de dag



Op straat werd ik onverwachts aangesproken vanuit een keldergat.

"Secreet," klonk een heldere vrouwenstem vanuit de koele diepte.

"Pardon, spreekt u tegen mij?" antwoordde ik.

"Ja, het is mijn woord van de dag."
"Fijn. Ik zal het opnemen in mijn dagelijks vocabulaire. Uw inspanning is dus niet voor niets."
"Hartelijk dank voor uw medewerking. Komt u hier morgen ook voorbij?"
"Dat hangt van de actualiteit af."

maandag 10 september 2007

Gewaarschuwd

Er is een kabouter langs gekomen. Op een heel klein fietsje. Hij las het nummer op mijn brievenbus en belde aan.

"Ik kom jou eens goed waarschuwen," zei hij met zo'n typisch kabouterstemmetje.
"Hoezo, waarschuwen?" wilde ik weten.
"Een officiële waarschuwing," vervolgde hij plechtig, "sommigen zijn het nu grondig beu."
"Wat officiële waarschuwing?" antwoordde ik opnieuw, mij echt van geen kwaad bewust.
"Dat besef jij heel goed," deed hij mysterieus, terwijl hij steels van links naar rechts spiedde.
"Neen, dat besef ik niet," sprak ik vanuit de hoogte (dat was het makkelijkst in mijn positie, dacht ik).
"Een zeer ernstige en besliste waarschuwing!"
"Jaja, dat zal wel," zei ik ongeduldig en maakte aanstalten om de deur te sluiten. Ik heb een tochtig huis.

Pinnemuts slaagde er echter in zijn piepklein voetje tussen de deur te steken (ja, in een laarske met een piepklein belletje op de tip genaaid) en het alsnog te zeggen:

"Je moet klein blijven! Knoop dat goed in je horen: KLEIN!!!"

Natuurlijk. Duidelijker kan niet.

vrijdag 7 september 2007

Geslachtsdrift



Wij keken elkaar aan, maar zwegen, zoals wildvreemde mannen en vrouwen dat doen wanneer zij samen op een treinperron staan. Tot ons stilzwijgen zo belachelijk sprekend werd dat zij mij een vraag stelde.

'Hebt u wel eens last van geslachtsdrift?"
"Last?"
"Ja. Een vorm van... dadendrang?"
"Mmmm... Het woord last zou ik niet gebruiken, maar een zekere drang, eerder een stuwing, ja, dat heb ik soms wel. Zo af en toe toch.

Toen vroeg zij verder niks meer. Helemaal niks. Zij deed zelfs wat ontwijkend.

Zij zal toch niet gedacht hebben...?

donderdag 6 september 2007

Mijn kwaliteiten!



Hier ziet u een schematische (en niet algeheel waarheidsgetrouwe) afbeelding van uw blogbaas. Aan de lezer om al mijn kwaliteiten te benoemen:

1:
2:
3:
4:
5:
6:
7:
8:
9:
10:
11:
12:
13:
14:
15:
16:
17:

Hartelijk dank.

Dicht

- Ik ben vergeten de deur op slot te doen.
- Welke deur?
- De achterdeur.
- Die moet wel dicht.
- Ik ben het glad vergeten.
- Zo laat je dieven binnen.
- Ja. Zal ik ze dicht doen?
- Natuurlijk. Haast je. Het is koud buiten.
...
- Ze was toch dicht. Blijkbaar had ik ze toch al op slot gedaan.
- Nu zijn we zeker.
- Ja, nu zijn we zeker.
- En de voordeur?

woensdag 5 september 2007

Het Bos zonder Naam



We spraken de lokale talen niet en ook het letterschrift was ons niet echt eigen, maar de wegwijzer naar het Bos zonder Naam was al bij al vrij duidelijk.

dinsdag 4 september 2007

Lachen

Lachen is volgens Wikipedia een biologische reactie van mensen op humor. Daar ben ik het niet volmondig mee eens omdat het begrip humor in mijn ogen niet zo heel duidelijk is. Ik ben het er wel mee eens dat men zich met lachen aangenaam bezig kan houden. Actief (zelf lachen) èn passief (ernaar luisteren).

Door aandachtig te luisteren ben ik er achter gekomen dat er verschillende soorten van lachen zijn:

vals lachen,
schamper lachen,
lachen van opluchting,
schuddenbuikend lachen,
slap lachen,
...

Lachen zou iets typisch menselijk zijn. Dat geloof ik gaarne, al moet eraan toe gevoegd worden dat sommige manieren van lachen niets menselijks hebben:

Broehoehoewahahahahahoeuwaaaaahiiiihihihihihihhii...sgr-sgr-k

Dat laatste is een soort varkensachtig knorren - en de volledige onomatopee beschrijft bij benadering hoe een collega van mij al in een lach schiet nog voor ik hem de grap heb verteld.

maandag 3 september 2007

Colporteren



- En, wat vindt u van het leven tot nu toe?
- Hoe bedoelt u? Van mijn hele leven? Tot nu toe?
- Ja.
- Nou... wel... euh... wel ja, het gaat zijn gangetje.
- Dat klinkt niet enthousiast.
- Tja... wat wil u, ik...
- Precies! Wel dan heb ik hier het ideale product! De Selfcrusher. Heel populair in Amerika. Om uzelf te pletten. Eens u geplet bent fungeert het apparaat als doodkist. Weinig overlast voor uw nabestaanden dus...
- Wat zijn die uitsteeksels?
- Goede vraag! Tijdens het pletten dienen zij als afloop voor vrijkomende lichaamssappen. Eens de Selfcrusher tot doodskist is getransformeerd zijn het handvaten. U merkt, aan alles werd gedacht.
- Denkt u werkelijk dat ik...
- Inderdaad!

zondag 2 september 2007

De redding van de aarde: hoofdstuk 1

Een gezant verschijnt op aarde en maakt zich bekend

Het was een typische kille, grauwe dag zoals België er zo veel kent. Het soort dag dat in zijn veelvoud mee aan de basis ligt van de economische productiviteit van het land. Al wekenlang stond het Atomium er verlaten en glansloos bij, kreunend onder de verveling die het uitblijven van bezoekers telkens weer opwekt.

Toch was er iets, iets onbestemd. Het tweetalige en multicultureel evenwichtig geselecteerde personeel kon het niet verklaren, maar op een of andere manier voelde het aan dat er iets in de lucht hing. Het leek op dat wat jonge kinderen voelen, de dag voor Sinterklaas komt.

Ja, er stond iets te gebeuren. Iets van betekenis!

Maar wat? Dat kon op dat moment niemand zeggen. Het was maar een gevoel. Een intuïtief besef. Het besef van de aanwezigheid van iets totaal nieuw!

Hoe dat totaal nieuwe via de bovenste bol - het restaurant - van het Atomium, tot hen was gekomen konden zij nooit bevroeden, want het was uiteindelijk alleen maar de veruitwendiging van het buitenaardse wezen Iizpitchiz Imli, gezant van de planeet Zsjfnfureod vdp, in het 6² kwadrant in de vierde dimensie van het heelal, die zij konden waarnemen. Dat wil zeggen, slechts de gestalte die het wezen aannam om zich eerst aan hen - dat kon nu eenmaal niet anders gezien de architectuur van het Atomium - en daarna aan de rest van de wereld te tonen. En die gestalte was niet zomaar met de Franse slag gekozen. Integendeel, in het lichaam van een weergaloze aardse vrouw zou Iizpitchiz Imli deuren kunnen openen die anders onwrikbaar dicht zouden blijven. Want geweld was geen optie! Dat hadden grondige Zsjfnfureodeaanse studies uitgewezen.

Het personeel van het Atomium verwonderde zich wel over hoe die vrouw in de hoogste bol was gekomen zonder eerst de lift te nemen, maar stelde zich eigenlijk niet al te veel vragen. Het was al lang gewoon aan het gebrek aan informatie van hun werkgever. Sommigen veinsden zelfs niks te hebben opgemerkt, maar dat was een futiele pose aangezien het wezen/de vrouw/de gezant helemaal niet de bedoeling had zijn/haar komst geheim te houden.

In de neerwaarts suizende lift klonk zacht op de achtergrond een hitje uit de jaren '60. In the Year 2525 van Zager & Evans. Dit stemde Iizpitchiz Imli zeer hoopvol. De aardewoners bleken blijkbaar veel respect te hebben voor hun theologen!

De lift ging open. Wat zou er nu gebeuren? Niets wezenlijks eigenlijk. Alleen Moïse Bomba, de portier, die even kwam kijken naar wie daar naar van boven naar beneden kwam zonder eerst van beneden naar boven te zijn gegaan. Nu was Moïse heel wat gewoon en ook zeer getraind in het zich beheersen (kwestie van bezoekers niet te kwetsen) om qua lichaamstaal niet te verraden wat hij echt dacht, maar nauwelijks zag hij Iizpitchiz Imli in haar volle geschapenheid van aardse vrouw of zijn mond viel vierkant open en gevoelens van geluk en andere tintelingen van zeer zeker te beschrijven aard (maar niet hier en nu) borrelden en laaiden in hem op in alle mogelijke tegenstrijd. Iizpitchiz Imli schreed plechtig uit de lift en kwam op hem af. Waardoor hij van emotie in elkaar zakte en haast onhoorbaar stamelde:

"Mijn hemel, Mevrouw, Prinses, Godin, U lijkt wel een Engel, een wonder van de natuur. Volmaakt in al uw rondingen. Wat een lange benen, wat een sierlijke armen, wat een ranke vingers. Hoe is het mogelijk dat ik u niet heb zien binnenkomen. Vergeef mij dat ik hier op staande voet op mijn knieën val en verliefd op u wordt."

De gezant antwoordde aanvankelijk niets en keek de geknielde man geruime tijd vorsend aan, wat Moïse nog meer van streek bracht. Uiteindelijk sprak zij dan haar eerste aardse woorden:

"Sta op goede man, straks krijgt u nog pijnlijke knieën."

Waarna, alsof zij aan de haar vreemde omgeving wilde wennen, zij rond tuurde in de ruimte waarin zij zich bevond. Deze viel blijkbaar niet echt in de smaak want zij fronste even de wenkbrauwen en schudde met haar hoofd, tot zij de deuren van de uitgang waarnam. Onmiddellijk gleed weer haar stralende glimlach op haar lippen en maakte zij aanstalten het Atomium te verlaten.

Met verstomming geslagen keek het in de aankomst/vertrekhal aanwezige personeel deze onaardse vrouw na... tot die zich ineens leek te bedenken, zich omkeerde en weer naar binnen kwam.

"Kunt u mij instrueren? Ik ben hier vreemd en zoek een aangepast verblijf in deze streek, om mij rustig van mijn taak te kunnen kwijten."

"Een verblijf Prinses, in deze streek...?" opperde Moïse Bomba die zich, op een of andere manier, bij algemeen stilzwijgen, als woordvoerder van het stel opwierp, " Dan..."

"Brave kerel, laat dat ge-Prinses of ge-Godin, want daarin vergist u zich schromelijk. Mijn naam is Alma... Alma Zichtopzee. Zeg maar Alma. Ik kom de aarde redden, dat is alles."

"D-d-d-de aarde redden? Zoals u wil, heu... Alma. Een verblijf in deze streek vroeg u toch? Dan raad ik u het Hotel Amigo aan in hartje Brussel. Ik laat een taxi komen om u te brengen."

"Hartelijk dank vriendelijke man," antwoordde Alma, alsof op haar planeet Zsjfnfureod vdp taxiritjes de gewoonste zaak van de wereld waren, " ... en tot ziens!"

"Dag Alma!" zei het voltallige personeel van het Atomium dat zich inmiddels rond Alma Zichtopzee had verzameld in koor.

"Wat een vrouw!" sprak Moïse Bomba, "Wat een volmaakte vrouw."

Voor het eerst in vele jaren was iedereen het met hem eens.

"Alma Zichtopzee. Die naam zullen we nog meer horen voortaan. De aarde redden doe je niet in stilte."

zaterdag 1 september 2007

Arrivederci Pebo!



Mijn beste vriend Pebo, samen met zijn bevallige Peba, vertrekt naar Rome. Hij kon niet wachten op mijn nuttige tips. Spijtig. Ik weet zeker dat hij met zinnetjes zoals:

- ho una fame da lupo
- a che ora sarà pronto
- meglio tardi che mai
- lei sbaglia
- non ho capito bene

furore zou maken in menig restaurant, alsook de bewondering van Peba oogsten.

Maar ja, hij kon niet wachten.

Nu ja, even goede vrienden.

Prettige vakantie Pebo.
Prettige vakantie Peba.