25.9.14

Rekenschap



„God! Je beseft toch wel dat ik er niet ben?”
„Jazeker, daar was ik mij meteen bewust van!”
„O ja?!”
„Ja, u bent er nog minder dan ik.”
„Mooi, dat je dat zo meteen doorhad.”
„Ik kon er ook niet naast kijken hé?”
„Inderdaad, eigenlijk niet, want ik ben er dus helemaal niet.”
„Dat zag ik dus meteen.”
„Prachtig. Ik heb zelfs geen schaduw zie je.”
„Geen schaduw?”
„Neen, geen schaduw. Of was dat je dan niet opgevallen?”
„Neen, of hoe zeg ik dat… ik gaf er mij geen rekenschap van. Neen, u bent er duidelijk helemaal niet."
"Fijn, daar zijn we dus al uit."



Geen opmerkingen: