18.9.14

Bij herkenning



„Kijk. Dit is mijn broek.”
„O! Wat je nu zegt!”
„Je mag er eens ik kijken hoor.”
„Pardon?”
„Dat je er gerust eens mag in kijken.”
„In je broek?”
„Ja, hier. Kijk maar.”
„Er staan letters in.”
„Ja. En een cijfer.”
„Ja, dat ook.”
„Daar kan je mij aan herkennen.”
„Jou herkennen?”
„Ja, indien je deze broek ergens zou vinden dan weet je van wie ze is.”
„Van jou!”
„Ja, en dan kan je ze mij altijd terug bezorgen.”
„Meen je dat nu ernstig?”
„Neen hoor.”
„Dus dan mag ik ze houden?”
„Als je ze vindt, dan wel.”
„Dank je.”
„Maar het zou niet echt eerlijk zijn.”
„Nee, eens ik ze herken natuurlijk."
"Maar het zou echt wel een treffer zijn indien uitgerekend jij ze zou vinden!"




Geen opmerkingen: