3.2.12

Roodkapje



Van pure armoede besloten wij om stenen te eten.
Wij dachten toen dat dat wel verteerbaar zou zijn en gezien de veelheid aan soorten droomden wij van een gevarieerd menu.
Na enkele dagen van helse buikpijnen werden wij aangetroffen door drie wolven, gekleed in oude grootmoederachtige gewaden, die met grote, vlijmscherpe messen onze buiken opgesneden en ons zo verlosten van wat op onze maag was blijven liggen.
"Jullie moeten òns niet bedanken, maar onze bazin," wezen zij naar een meisje met een rood kapje dat wat afzijdig, dieper in het bos, op uitkijk stond. Begrijpelijk, want de activiteiten van haar wolven zouden door buitenstaanders makkelijk verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden.
Het meisje leek wel in een soort trance te verkeren, en er ging iets van haar uit dat ons ervan weerhield, behalve het gevaar op bloedverlies uit onze wonden natuurlijk, om haar te gaan bedanken.
Wat wij nu achteraf evenwel niet begrijpen is hoe die gebeurtenissen en intenties zo verdraaid konden worden wanneer dit verhaal aan kinderen wordt verteld.
Wie heeft daar nu baat bij?
Is het zo vreemd dat wolven grootmoederachtige spullen dragen?
In een circus doen beesten vreemder dingen!
Er was verder in de buurt ook geen grootmoeder te bekennen en waarom komen wij niet in dat sprookje voor?
Moet een sprookje dan echt altijd de feiten negeren?

Geen opmerkingen: