Als ik echt karakter wil tonen zou ik moeten ophouden met de vrouw van onze personeelschef een pandoering te geven, telkens zij daar om vraagt. Dat zou pas mans zijn. Ik hoor mij niet te laten afpersen met dreigementen als:
"Zo niet verklap ik mijn man wat je zoal met mij doet en kan jij je promotie wel vergeten."
Ik ben intussen al twee keer gepromoveerd!
Als ze met die reeëogen van haar smeekt:
"Toe geef mij nog één keer een pandoering zoals alleen jij dat kan,"
hoor ik te zeggen dat zulks echt niet hoort voor een hulpboekhouder. Bovendien, een man die een vrouw pandoert, op aanvraag nog wel, kan toch geen èchte man zijn?
Mannen die op bevel slaan zijn alleen goed om soldaat te zijn. En waar vrouwen die daar om vragen goed voor zijn weet ik niet. Maar dat kan ook aan mij liggen, ik ben maar hulpboekhouder per slot van rekening.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten