"Dag Riet!"
"Dag Piet!"
"Wat ga jij vreemd Riet?!"
Ja, Riet gaat vreemd.
Riet gaat raar!
"Ik rolschaats Piet."
Ja, Riet rolschaatst.
Riet rolschaatst vreemd
Riet rolschaatst raar.
"Mag ik kijken in de Viewmaster Riet?"
vraagt Piet.
"Ja, Piet." kirt Riet.
Piet kijkt in de Viewmaster van Riet.
Dat mag!
Piet geniet!
Riet geniet!
Waar zijn Mien en Rien?
Weer zijn Mien en Rien niet te zien!
En toch,
Piet is op Mien,
Riet is op Rien.
"Piet, wat zie ik hier? Een bobbel?" wijst Riet,
"Ach malle Riet," wuift Piet, "Weet jij dat dan niet?
Dat is geen bobbel, maar een boon.
Een boon voor jou!"
Jeetje wat zegt Piet?
Een boon voor Riet?
Heeft Piet een boon voor Riet?
En Mien, mag Mien de boon ook zien?
"O, Piet, O malle Piet, wat ben jij toch expliciet! Jij neemt mij in het ootje, niet!"
lacht Riet blij.
"Ja, ik neem je in je ootje Riet," lacht ook Piet.
"Maar Piet, wat zeg je nu!
Neem jij mij in mijn ootje?
Dat zou jij wel willen, niet?"
Ook Riet is expliciet.
Piet antwoord even niet.
Loop niet in een fuik Piet!
Loop niet in een fuik Riet!
Denk toch aan Rien,
Denk toch aan Mien.
Lopen Piet en Riet in een fuik?
Denken Piet en Riet aan Rien en Mien?
Aan de wormen van Rien of de boon van Piet?
Aan het boek van Mien of het ootje van Riet?
Wat past er wel?
Wat past er niet?
Kijk toch om, Piet en Riet!
Kijk om Piet en Riet.
Kijk om!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten