25.6.13

Waarom ik mijn roeping in vraag stel

Het was toen er een vrouw met een ventiel op haar rug binnenkwam.
"Hoe kom jij aan zo'n ventiel?" vroeg ik onbeschaamd, misschien omdat ik onbewust het gevaar al voelde.
Zij lachte op een toon die op klaroengeschal leek, als u weet hoe dat klinkt natuurlijk.
"Dat is er vannacht helemaal buiten mijn medeweten opgevezen," verklaarde zij, "en op mijn nachtkastje lag een briefje met de uitleg dat ik voortaan de roeping had om de dorstigen te laven met blond of met bruin bier."
Het was meteen duidelijk waarvoor zij gekomen was.
"Maar dat is mijn roeping eveneens!" liet ik mij onthutst ontvallen.
"Ja, maar ik beschik over een precies geëigend ventiel, jouw methode lijkt mij een heel stuk vunziger!"
Daar had ik niet van terug. (Ik bespaar u de details over mijn methode).
Ineens ging zij er vandoor. Ik riep haar nog een vraag na, maar die hoorde zij niet meer.
Betekent dit dat ik voortaan een andere roeping moet nastreven, of is er op dit terrein toch nog ruimte voor ons beiden?


_____

Geen opmerkingen: